Gemeente met een bijna driehoekige vorm met een oppervlakte van 1587 ha en 7803 inwoners (1993). In het noorden grenzend aan Waarschoot, in het oosten door de Lieve gescheiden van Evergem en Sleidinge, in het zuiden door de Brugse Vaart en de Oude Kale gescheiden van Vinderhoute en Drongen, in het westen grenzend aan Merendree en Zomergem.
Het bodemkundig landschap van Lovendegem maakt deel uit van de Vlaamse Zandstreek met overwegend matig droge tot droge lemig-zandzandleem- en licht-zandleembodems, natter in de beekdepressies. Het reliëf is zeer matig golvend, gemiddeld 6 à 7 meter, met hoogte verschillen van meestal 1 meter tussen de laaggelegen, alluviale gronden van de Durme-Kale ten zuidwesten van de gemeente en de hoger gelegen open kouters en velden in het noordoosten en het centrum van de gemeente.
Op de grens met Vinderhoute vloeide de Hoogkale (voor de 15de eeuw zogenaamd Durme) samen met de Nederkale (voorheen de Poeke en later Oude Kale). De Brugse Vaart tussen Aalter en Vinderhoute werd in 1613-23 gedeeltelijk gegraven in de bedding van de Hoogkale en doorloopt de gemeente van oost naar west. De oostelijke grens van Lovendegem wordt gevormd door de Lieve, een kunstmatige waterloop, oorspronkelijk een turfvaart van Gent naar Aardenburg, in 1251-69 verbonden met Damme.
De rijksweg Brussel-Gent-Oostende, in plaats van één der meer oostwaarts gelegen oude Gentwegen, doorsnijdt de gemeente van zuid naar noord.
De eerste materiële sporen van een nederzetting dateren uit de late IJzertijd en werden teruggevonden op de wijk Lo, tussen de Hoogen de Nederkale. De dorpskouter van Lovendegem was de eerste in cultuur gebrachte grond die vanuit de Bredestraat ontgonnen werd, de oudste met naam vermelde straat (1403) die begon aan het kasteel. Archeologische vondsten wijzen op een permanente bewoning vanaf het Mesolithicum.
Lovendegem wordt de eerste meal vermeld in 1190 als Lovendenghien, een Frankische nederzettingsnaam vermoedelijk opklimmend tot de 7de eeuw (woonplaats van de lieden van Lubantos). De feodale structuur van de gemeente toont drie hoofdheerlijkheden. De heerlijkheid van Lovendegem, later de baronie van Lovendegem, leenhof van de Oudburg, was te situeren in het centrum van de gemeente met kasteel en kerk. In 1462 werd de heerlijkheid geconfisqueerd door de hertog van Bourgondië en bij het grafelijk domein gevoegd. In 1550-52 liet Keizer Karel de inboedel van het kasteel verkopen en later werd de heerlijkheid verkocht aan ridder Joos Triest. Vanaf 1700 aan Gillis Dons, heer van Scheldewindeke. In 1716 werd Lovendegem tot baronie verheven. Een tweede belangrijke heerlijkheid, de keure van Sleidinge . Lovendegem - Waarschoot, opgericht in 1248 door gravin Margaretha, hoorde toe aan de graaf van Vlaanderen en was een afgescheiden fractie van de Keure van Sleidinge-Desteldonk. De dubbelheerlijkheid Vinderhoute-Merendree tenslotte, gelegen ten Zuiden van de gemeente, was het belangrijkste leen van het leenhof van Dendermonde, waarvan de heer voogd was van de Sint-Baafsabdij.
Daarnaast bezat Lovendegem nog vier ondergeschikte heerlijkheden (ten Broecke, Nieuwenhove, ter Straeten en ten Walle), alle lenen van het leenhof van de Oudburg.
Lovendegem behoorde op kerkelijk gebied tot het bisdom Doornik, vanaf 1559 tot bisdom Gent. Het patronaatsrecht kwam toe aan de Gentse Sint-Pietersabdij.
Thans heeft de gemeente voornamelijk een residentieel karakter. Opvallend in het patrimonium zijn het groot aantal oude buitenplaatsen.
- Rijksarchief Gent, Kaarten en plans, nr. 374.
- ANDRIES G., Lovendegem, in Meetjeslandse Toponiemen tot 1600, Deel III Het Gentse, Band 2.
- COPPENS R., Lovendegem in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1973.
- DE POTTER F. - BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I deel 4, Gent, 1864-70.
- DE RUYCK L., De adel in het kanton Zomergem en het IVde kanton van Gent gedurende de XIXde eeuw, onuitgegeven licentiaatsverhandeling RUG, 1978-79.
- DE VOS A., Op historische verkenning door Lovendegem, in Heemkundige bijdragen uit het Meetjesland, II, 3, 1988, p. 109-140.
- DE VREESE A., Lovendegem en Vinderhoute in woord en beeld, Lovendegem, s.d.
- GYSSELYNCK, Notice historique sur la commune de Lovendeghem, in Messager des sciences historiques et archives des arts de Belgique, 1847, p. 165-184; 1848, p. 189-204.