Fusiegemeente met Aalter van 1750 ha met 2324 inwoners (1981). Begrensd door Aalter, Bellem en Hansbeke (ten noorden), Nevele en Poesele (ten oosten), Meigem en Vinkt (ten zuiden) en Ruiselede (West-Vlaanderen) en Poeke (ten westen). De Poekebeek, het Oud Leiken en de Schuurveldbeek, tevens de grens vormend met Nevele en Poesele, zijn de voornaamste waterlopen van Lotenhulle met zijn vruchtbare landbouwgronden.
Eerste vermelding in 1206; de naam zou verwijzen naar een bosje op een lichte verhevenheid van de plaats (zandgrond), eertijds omringd door vijvers, moeren, bos en heide, als uitloper van de bossen die zich uitstrekten tot in Maldegem.
Hoewel reeds in de 16de eeuw een begin gemaakt werd met de ontbossing vond de definitieve ontbossing van Lotenhulle pas plaats in de 19de eeuw.
Lotenhulle maakte bestuurlijk en rechterlijk deel uit van de kasselrij van de Oudburg van Gent en de heerlijkheid van Nevele. Naast de grootste enclave van de heerlijkheid Nevele zelf waren er nog enkele kleinere zoals Varezele, Reibroek, Oudegoede en Barel. Andere heerlijkheden te Lotenhulle waren Schuurveld, Voormezele, Dendermonde, Schoonberge, Buigezele, Poeke en de proosdij van Sint-Donaas (Brugge). Een groot aantal pachtgoederen, waaronder ook de fonciers van verschillende heerlijkheden en lenen, zijn reeds in de 15de eeuw bekend en de meeste zijn nu nog te situeren in bestaande landbouwbedrijven.
De kroniek van Lotenhulle verhaalt dezelfde historische taferelen als de omliggende gemeenten met als hoogtepunten: de strijd van de Gentenaars tegen Lodewijk van Male in verband met het graven van de vaart in de 14de eeuw, de godsdiensttroebelen in de tweede helft van de 16de eeuw, de invallen van de Fransen in de tweede helft van de 17de eeuw.
In de 19de eeuw en tot midden 20ste eeuw droeg de faam van het "Pensionaat van Lo" bij tot de bekendheid van het dorp.
Deze landbouwgemeente vertoont een vrij druk stratennet, geconcentreerd in de dorpskern met in de hoofdstraat nog verscheidene oude rijhuisjes. De Heirstraat (oude heerweg naar Oudenaarde) verbindt Deinze met Aalter en vertoont in de buurt van het centrum voornamelijk villabebouwing. Verspreide hoevebebouwing kenmerkt nog steeds het licht glooiende landschap buiten de dorpskom.
- De grens tussen de Kasselrijen Kortrijk en de Oudburg in 1627 door Loys de Bersaques getekend, s.l., 1985.
- DE POTTER F. - BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 4, Gent, 1864-70.
- GEVAERT M. - STROBBE A. - VAN DE MOORTEL J., Dorp in de spiegel. Schetsen uit het dorpsleven van Lotenhulle en Poeke, Lotenhulle-Poeke, 1987.
- RYSERHOVE A. - DEFRUYT R., Het Aalterse van toen, Brugge, 1984.