Landbouw- en woongemeente in de Vlaamse Zandleemstreek met een oppervlakte van 1.199 ha en 3.141 inwoners (1981). Gelegen in het interfluvium Schelde-Dender met een heuvelachtig landschap dat behoort tot de uitlopers van de Vlaamse Ardennen. De minder goed gedraineerde beekdepressies van de vele kleine waterlopen wisselen af met de vruchtbare zandleem- en leembodems van de hogere ruggen. Kleibodems op de hoogste heuveltoppen van tertiaire opduikingen. De voornaamste waterloop, de Molenbeek, ontspringt in het zuiden van de gemeente, vloeit noordwestwaarts door de kern van Balegem en mondt te Melle uit in de Schelde. Het centrum van de gemeente vormt een straatdorp aan de in 1848 aangelegde gemeentelijke steenweg van Scheldewindeke naar Elene. Min of meer parallel met de steenweg doorsnijdt de spoorlijn Gent-Zottegem de gemeente. De oude rijksweg Gent-Geraardsbergen doet de oostelijke wijken van de gemeente aan. Balegem komt in 1181 voor het eerst voor als "Badelengien", een toponiem afkomstig van het Germaanse "Badulinga haim" wet woning van de lieden van Badulo zou betekenen. Balegem was één van de vroegste bezittingen (12de eeuw) van de heer van Rode. Balegem vormde met Moortsele en Scheldewindeke één van de vier leenhoven in het Land van Rode met zetel en vierschaar te Scheldewindeke en ressorterend onder de kasselrij van het Land van Aalst. Bij de dood van de markies van Rode, Lopez-Maria Rodriguez d'Evora y Vega in 1697, werd Balegem als een afzonderlijke heerlijkheid afgescheiden van het Land van Rode en geërfd door twee dochters van de markies. Door huwelijk en aankoop in 1728 verwierf de familie de la Tour-Tassis de volledige heerlijkheid en dit tot het eind van het Ancien Régime. Te Balegem waren echter nog enkele andere heerlijkheden gelegen die een grote mate van zelfstandigheid bezaten alhoewel zij afhingen van het Land van Rode. De voornaamste was de heerlijkheid van Bottele op de wijk Walzegem die minstens opklom tot de 14de eeuw en toen behoorde aan de heren van Bottele. Sanderus beeldde het zogenaamde "Pretorium van Bottele" af in Verheerlijkt Vlaanderen als een omgracht kasteel met neerhof etc. aanhorigheden. Na de verkoop van het kasteel in 1789 en de verdeling van het goed werd het kasteel gesloopt. Ter hoogte van Boerestraat en de Hauwsestraat werden in de 20ste eeuw diverse bouwresten ervan bij toeval opgegraven terwijl de sporen van de walgrachten nog zichtbaar zijn. Het heerlijk kasteel van Issegem in de gelijknamige wijk dat in oorsprong zou terugggaan tot de 13de eeuw werd eind 16de eeuw verwoest. De hoeve die op de grondvesten van het kasteel werd opgericht is thans eveneens verdwenen.
Balegem verwierf bekendheid door zijn steengroeven van zandige kalksteen gelegen in het oosten van de gemeente. De bloeiperiode van de ontginning van de Vlaamse zandsteen behorend tot het zogenaamde lediaan situeert zich in de 15de tot 16de eeuw maar de groeven werden reeds eerder geëxploiteerd. De Balegemse zandsteen werd benut voor talrijke historische gotische gebouwen in Vlaanderen. Het belang van de steengroeven verminderde sterk in de 17de eeuw en de ontginning stopte in de 18de eeuw. Verscheidene pogingen om de exploitatie van de steengroeven te hervatten in de loop van de 19de eeuw mislukten. In 1966 stootte de firma Verlee in hun zandgroeve aan de Bergstraat op steenlagen de aansloten bij de oude steengroeve; de ontginning van zandsteen werd hervat. Sinds 1979 wordt de steen ter plaatse verzaagd en bewerkt, vrijwel uitsluitend voor nieuwbouw. De belangrijkste getuigen van de typisch landelijke nijverheid zijn een nog werkzame landbouwstokerij van graanjenever en drie van de vijf vroegere windmolens.
DE POTTER F. - BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 1, Gent, 1864-1870.
DE SMET L., Bijdrage tot de geschiedenis van Balegem van de Brabantse omwenteling tot 1900, Aalter, 1977.
DE SMET L., Het Pretorium de Bottele, in Land van Rode, Jaarboek 1971, p. 39-44.
EVRARD A., Opgravingen te Balegem, in Jaarboek van de Zottegemse culturele kring 1951-1952, p. 61-65.
Bron: BOGAERT C. & VERBEECK M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Destelbergen - Oosterzele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n2, Brussel - Turnhout. Auteurs: Bogaert, Chris; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)