Leiegemeente van 954 ha en 3435 inwoners (1981) ten oosten van de spilgemeente Deinze waarmee het sinds 1970 gefusioneerd is samen met de gemeenten Petegem-aan-de-Leie en Zeveren. De gemeente wordt ten noorden begrensd door de Leie en Bachte-Maria-Leerne, ten oosten door Deurle en Nazareth, ten zuiden door Nazareth en ten westen door Petegem.
Vermeldingen als Athenneria (7de eeuw) in een charter van Sint-Pieters of Astenneria (856) of Villa Hachtinna (967) in een oorkonde van de Sint-Baafsabdij zijn waarschijnlijk alle te vereenzelvigen met het huidige Astene.
Gallo-Romeinse brandrestgraven opgegraven op de droge kouterrug van Astene, te dateren tussen 50 en 150 na Christus, zijn een bewijs van Romeinse aanwezigheid in de streek.
De vroegere parochiekerk, gelegen op de Kapelleberg, een natuurlijke duinenheuvel vlakbij de Leie op de rechter oever, werd reeds vermeld in een kroniek van Drongen van 1147 en behoorde tot de oudste eenbeukige kruiskerkjes met vierkante kruisingstoren. Het patronaat behoorde toe aan de abdij van Drongen.
Tijdens het Ancien Régime was Astene bestuurlijk en fiscaal afhankelijk van de kasselrij van Kortrijk. De dorpsheerlijkheid behoorde tot het Markizaat van Deinze. Daarnaast worden vanaf de 14de tot de 15de eeuw belangrijke heerlijkheden vermeld zoals Gampelaere, Wallebeke, Gapaard, ten Hove, Koeiland en een aantal grote pachthoven en lustverblijven, eigendom van aanzienlijke Gentse families, verspreid over de gemeente.
Typische bodem voor de Vlaamse Zandstreek bestaande uit droge tot matig droge zand- en zandleemgronden, geschikt voor akkerbouw, en vochtige kleigronden in de alluviale Leievallei, ingenomen door grasland. Tot eind 18de eeuw waren nog vrij grote boscomplexen aanwezig, voornamelijk in de nabijheid van het Goed te Gampelaere en het Augustijnengoed.
Het huidige dorpscentrum met typische lintbebouwing ontwikkelde zich aan de in 1720 rechtgetrokken steenweg Gent-Kortrijk die de gemeente van west naar oost.
doorkruist. In de onmiddellijke omgeving ervanwerd in 1834 de nieuwe parochiekerk gebouwd. De gronden links en rechts van de steenweg, respectievelijk tussen de Leie en de steenweg en de steenweg en de in 1839 aangelegde spoorlijn Gent-Kortrijk, door de verschillende transportmogelijkheden uitstekend geschikt voor industrie, werden vanaf de 19de eeuw grotendeels ingenomen door bedrijfsgebouwen onder meer de veevoederfabriek Versele-Laga.
In de gemeente staan nog verschillende betonnen bunkers die deel uitmaakten van de bunkerlinie ten zuiden van Gent, gebouwd in de jaren 1930 tussen de Schelde en de Leie.
Sterk toenemende bebouwing na de Tweede Wereldoorlog voornamelijk aan weerszij van de steenweg. Vanaf de jaren 1960 werd heel het gebied tussen de spoorweg en de Leie geleidelijk verkaveld en volgebouwd.
- Rijksarchief Gent, Fonds Deinze, nr. 553, 554.
- DE POTTER F. - BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 1, Gent, 1864-1870.
- HUYS P.,De nieuwe kerk van Astene 1834-1836, in Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde, LV, 1988, p. 81-107.
- SMITH K., Astene en Nazareth in de 2de helft van de XVIIIde eeuw. Een historisch-geografische studie, onuitgegeven licentiaatsverhandeling R.U.G., 1982.
- THOEN H. - DE VOS R., Gallo-Romeinse brandrestgraven te Astene, in Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde, XLVII, 1980, p. 151-165.
- VAN SPEYBROECK S. - MAES H., Wandeling door Astene, in Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde, XLI, 1974, p. 48-68.