Gemeente ten westen van de stad Deinze met een oppervlakte van 511 ha met 821 inwoners (1981). Grenzend ten noorden door de Maanbeek aan Aarsele (West-Vlaanderen) en Vinkt, ten oosten met de Vondelbeek aan Vinkt en Grammene, ten zuiden met de Oude Mandelbeek aan Gottem en ten westen aan Dentergem (West-Vlaanderen).
Oudste vermelding als Guntrengem (1019-1030) of woonplaats van Gunther, in 1320 voor het eerst als Wontergem bekend. Overwegend vruchtbare matig droge lemigzand en vooral matig natte zandleembodems en natte alluviale valleien in het zuiden en het oosten, namelijk van de Oude Mandelbeek en Vondelbeek.
Vanouds deel uitmakend van het Land van Nevele. Belangrijke lenen of enclaves waren Terdonck en Ten Houte (leenhof van Nevele), Reage, enclaves van de heerlijkheid van Vinderhoute en het leen te Deinsveld. Ook de abdij van Drongen was tiendeheffer. Verspreide landelijke bebouwing met verschillende voorheen of thans nog gedeeltelijk omgrachte pachthoeven.
Dorpscentrum aan de noordoost-zuidwest doorkruisende steenweg naar Dentergem (rijksweg Deinze-Tielt) met vernieuwde Sint-Agneskerk uit midden 19de eeuw.
De spoorlijn Deinze-Tielt, in gebruik sedert 1855, stimuleerde de forenzenfunctie van de gemeente (Deinze en Gent).
- DE POTTER F. - BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 7, Gent, 1864-70.