Scheldedorp met 3484 inwoners op een oppervlakte van 946 ha (1981). Grenzend ten noordoosten aan Zevergem en Vurste, ten oost naar zuid met de Schelde aan Semmerzake, nog ten zuiden aan Asper en Nazareth, ten westen aan Nazareth en ten noordwesten aan Nazareth en De Pinte. Behoort tot het gebied van de Vlaamse Zandstreek tussen Leie en Schelde, gelegen aan de linkeroever van de Boven-Schelde. De grens van het alluviale gebied wordt gevormd door de rondom het kasteel kronkelende Moerbeek, daar zogenaamd Oude Schelde. De andere beken waterer af in de Schelde. Zandige en kleiachtige bodem. Het gesloten landschap wordt gekenmerkt door kleine percelen gescheiden door hagen en bomen. De naam Eke (woonplaats in omgeving van eikebos) wordt voor de eerste maal vermeld in annalen van de Sint-Pietersabdij in 737.
Gallo-romeinse vondsten wijzen op een oude bewoning en bebouwing. De heerlijkheid Eke was in drie belangrijke lenen verdeeld. Het hoofdleen met het "kasteel van Eke" (afgebeeld in A. Sanderus) was afhankelijk van de kasselrij van de Oudburg. De twee andere belangrijke lenen, het leenhof van Dendermonde en de heerlijkheid van Aishove hadden hier voornamelijk meersen.
Verscheidene oude met naam bekende pachthoeven maken nog steeds deel uit van het patrimonium.
De parochie Eke is toegewijd aan de Heilige Amandus en kan tot één der oudste parochies gerekend worden. Zij werd in 1123 door de bisschop van Doornik aan de Sint-Pietersabdij opgedragen. Het dorp had in de 16de eeuw veel te lijden onder de bestorming van de Gentenaars in 1578-79 door de talrijke aanhangers van de Hervorming en bij de verschillende Franse invallen in de 17de eeuw en 1708. Bovendien overstroomde de Schelde regelmatig tot eind 17de eeuw.
Hevige beschietingen van het dorp aan de Schelde tijdens de Eerste Wereldoorlog met vernieling van de sluis, de brug, het kasteel en dorpswoningen. Vandein 1935-36 aangelegde verdedigingslinie tussen de Leie en de Schelde gebouwd voor de T.P.G. (Tête de Pont de Gand) resten nog verschillende betonnen bunkers.
Eke is een straatdorp met voordien twee belangrijke wijken, Eke-centrum en Landuit en drie kleinere wijken, Ten Ede, Ganzenbroek en Zwartegat, die nu door lintbebouwing met elkaar verbonden zijn. De gemeente wordt van zuid naar noord doorsneden door de verbrede en rechtgetrokken steenweg (van Oudenaarde naar Gent) en van zuid naar west door de spoorlijn Gent-Oudenaarde met halte in Nazareth, vlakbij de grens met Eke. In de noordhoek van de gemeente langs de baan Gent-Oudenaarde en in de nabijheid van de autosnelweg kwam een groot industriepark tot stand.
- Rijksarchief Gent, Fonds Eke, nr. 150.
- BAUTERS L., Archaeologisch inventaris Vlaanderen, Band IV, Eke, Gent, 1985.
- DE POTTER F. - BROECKAERT J., Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, reeks I, deel 2, Gent, 1864-70.