Grensgemeente met de provincie Oost-Vlaanderen, aanvankelijk deel uitmakend van de heerlijkheid Dendermonde en sedert 1355 begrepen in het allodiaal goed van het graafschap Vlaanderen.
De aanvankelijk vooral agrarische bevolking groeide sinds de 19de eeuw sterk aan en bestaat heden voor het grootste deel uit pendelaars.
Deze evolutie kenmerkt ook de bebouwing: enkele oude boerderijen blijven over, er is een aanzienlijk aantal boerenhuisjes uit de 19de eeuw, opgetrokken in een eenvoudige plattelandsstijl die typerend is voor de tijd en ook in de naburige gemeenten veel voorkomt, doch de recentere, en aan hun omgeving niet al te goed aangepaste huizen overheersen en zijn zo talrijk dat bijna het hele grondgebied volgebouwd is.
Bron: DE MAEGD C. & VAN AERSCHOT S. 1975: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 2n, Gent.
Auteurs: De Maegd, Christiane; Van Aerschot, Suzanne
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)