Landelijk gehucht ten noordoosten van de hoofdgemeente Overijse, doorsneden door de Duisburgsesteenweg die als doorgangsweg een verstedelijkt karakter vertoont. Dit grensoverschrijdend gehucht met Duisburg (Tervuren) heeft een eigen parochie die zich uitstrekt over het grondgebied van beide gemeenten (Overijse en Tervuren).
De naam Eizer zou afkomstig zijn van "Iserna", de Keltische benaming voor de Nellebeek die door het gehucht stroomt van het noordwesten naar het zuidoosten. Over de geschiedenis van het gehucht is niet veel gepubliceerd. Wauters en Verbesselt vermelden dat Eizer steeds een afzonderlijk gehucht is geweest met een eigen schepenbank. In de Frankische periode was er al een hofkern aanwezig. In 1124 werd Iserna een eerste keer als heerlijkheid vermeld. De wijk had een eigen schepenbank met een eigen geslacht, in 1230 werd Henricus de Hiserna vermeld. De heerlijkheid Eizer was een leen van Sint-Stevens-Woluwe. Op deze wijze was Eizer een afzonderlijke heerlijkheid in de vrijheid Overijse. In 1608 werd het leen verkocht aan de Van Hornes waardoor Overijse en Eizer even samen onder het gezag van één heer stonden. In 1612 werd de weduwe Honorina Van Wittem eigenaar van beide lenen, dit tot 1630. Daarna werd het leen Eizer eigendom van Jacques Vanden Kerckhove.
Burgerlijk was Eizer steeds verdeeld over twee kernen: onder Duisbrug (Hoog-Eizer) en Overijse (Laag-Eizer), elk met een eigen stratennet aan de voormalige Waalsebaan (vandaag de Duisburgsesteenweg). De eenheid van het gehucht is ouder dan de dorpsgrenzen en berust op de parochiale band (Verbesselt). Parochiaal behoorde Eizer tot aan de Franse Revolutie tot Tervuren. In 1809 werd de kapel aan Duisbrug overgedragen om daarna in 1873 een zelfstandige parochie te worden met als patroonheilige Maria-Magdalena. Na de overdracht werd er ook een eigen kerk gebouwd. Hiervoor werden de diensten gehouden in de kapel van Onze-Lieve-Vrouw ter Nood (Duisburg). In 1879 werd Hoog-Eizer op Duisbrug aan de nieuwe parochie toegevoegd.
De familie De Marnix zal in de 19de eeuw een belangrijke rol spelen in Eizer. Ten westen van het gehucht, tegen het Zoniënwoud, legde zij haar kasteeldomein aan, ook wel eens "IJzerkasteel" genaamd. De familie zal ook bijdragen aan de bouw van de parochiekerk van Eizer.
Ten tijde van de Ferrariskaart (1771-1778) aangeduid als "Ayser", met een beperkte verspreide bebouwing. De kern van het gehucht bevond zich nog op het grondgebied van Duisburg. Belangrijke oude wegen op het grondgebied van Overijse waren de Waalsebaan (Duisburgsesteenweg), de Groene weg, de Schapenweg en de Ballingstraat. Op de kruising van de Schapenweg met de Ballingstraat is het belangrijke pachthof, de "Ayser" aangeduid (Schapenweg 80), in de literatuur ook "het gebroken hof" of "Hof te Eizer" genaamd. Heden is dit een sterk aangepaste U-vormige hoeve, op de Ferrariskaart en het primitief kadaster (circa 1825) nog aangeduid als een gesloten hoeve. Mogelijk bezit het woonhuis nog een oudere kern.
Het huidige centrum van het gehucht bevindt zich vandaag op het grondgebied van Overijse, op "Laag-Eizer". De dorpskern wordt gedomineerd door de inplanting van de kerk en een monumentaal schoolcomplex langs de Duisburgsesteenweg.
Het gehucht kent een heterogene basisbebouwing voornamelijk uit de 20ste eeuw, op meerdere plaatsen doorbroken door recente meersgezinswoningen. In het centrum bevinden zich nog een aantal oudere dorpswoningen (zie ook Duisburgsesteenweg), waaronder ook woningen met bewaarde cimornébepleistering uit het interbellum (Duisburgsesteenweg 5-7B). Deze woningen van serristen werden kadastraal geregistreerd in 1914 en 1926 en kregen tijdens het interbellum waarschijnlijk hun uniforme bepleistering.
Rond het centrum heeft het gehucht een eerder landelijk karakter met grote hoogteverschillen en verschillende holle wegen zoals de Horenberg en de Bekestraat.
Net zoals in heel Overijse was de druiventeelt van belang voor het gehucht en zijn economische ontwikkeling. Ondanks de crisis in de druiventeelt vanaf de jaren 1960-1970 en het verdwijnen van de serres, zijn er verspreid over het gehucht nog veel voorbeelden te vinden van serristenbedrijven, vaak nog met bijhorende serristenwoning. Veel serres worden vandaag gebruikt voor groenteteelt. Buiten de druiventeelt zal Eizer ook bekend worden omwille van zijn perzikenteelt onder glas. Een voorbeeld van een groot serrebedrijf dat zijn stempel drukte op Eizer was het bedrijf van de familie Charlier langs de Duisburgsesteenweg. Dit bedrijf stond bekend om de teelt van perziken, peren en andere primeurs. Deze teelten zijn vandaag verdwenen.
Auteurs: Verwinnen, Katrien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Ballingstraat
Omvat
Boerenhuis
Omvat
Dubbele serristenwoning
Omvat
Duisburgsesteenweg
Is deel van
Overijse
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Eizer [online], https://id.erfgoed.net/themas/14292 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.