Sinds 1 januari 1977 deelgemeente van Sint-Pieters-Leeuw en gelegen ten westen ervan. Zeer kleine, landelijke woongemeente met een oppervlakte van 117 ha en een golvend reliëf (30-67 m) in de vallei van de Molenbeek. Vóór de fusies van 1977 was Sint-Laureins-Berchem de kleinste gemeente van het arrondissement Halle-Vilvoorde; met uitzondering van de noordzijde waar de Postweg de grens vormt met Gaasbeek, is de gemeente omgeven door natuurlijke grenzen, in het bijzonder de Molenbeek in het zuiden en het westen en de Beisbeek in het oosten. Vlezenbeek ligt ten noordoosten, Sint-Pieters-Leeuw ten oosten, Oudenaken ten zuiden en Elingen ten westen.
De benaming Berchem is vermoedelijk een Frankisch heimtoponiem gebruikt in de betekenis van heem (hof of ruimer nederzetting) op de berg, de toevoeging Sint-Laureins verwijst naar de patroonheilige van de parochie. Administratief werd Sint-Laureins-Berchem in 1236 opgenomen in het Land van Gaasbeek, zie gemeente-inleiding Sint-Pieters-Leeuw. Sint-Laureins had het statuut van zelfstandige heerlijkheid met lagere en middelbare rechtsbevoegdheden. Al in 1317 was er sprake van een schepenbank die zeker vanaf 1535 de costuymen van Sint-Pieters-Leeuw toepaste. In 1678 werd het dorpje nagenoeg volledig vernield en platgebrand. Bij de versnippering van het Land van Gaasbeek in de periode 1683-1695, werd Sint-Laureins-Berchem samen met Vlezenbeek en Oudenaken in 1689 verkocht aan Jean Paul L'Escornet en kort nadien, in 1695, aan Louis-Alexander Scockaert, graaf van Tirimont, die erin slaagde een groot deel van het Land van Gaasbeek te herenigen. Sint-Laureins bleef eigendom van deze familie tot de Franse Revolutie.
Omstreeks 1160, sommige bronnen vermelden 1164, werden de "capellae" van Sint-Laureins-Berchem en Oudenaken door Daniël van Halle aan de abdij van Affligem geschonken; na betwisting werd de gift uiteindelijk bevestigd in 1169; ongeveer een eeuw later (1260) waren Oudenaken en Sint-Laureins-Berchem autonome parochies tot ze in 1619 opnieuw werden verenigd; het patronaatsrecht hoorde toe aan de abdij van Affligem. Tot op vandaag worden de diensten in beide parochies waargenomen door één enkele pastoor, maar aangezien Oudenaken de grootste van beide is, ligt de pastorie op grondgebied Oudenaken, zie Baasbergstraat nummer 70.
Sint-Laureins-Berchem, gelegen tussen de Molenbeek en de Beisbeek, profileert zich als een straatdorp met woonconcentratie langs de Molenborrestraat waar ook het voormalige gemeentehuis annex school gelegen is. De kerk wordt gekarakteriseerd door haar excentrische ligging, ongeveer 100 m ten noorden van de Molenborrestraat, aan de rand van een vlak plateau dat achter de kerk overgaat in de steile oosthelling van het Molenbeekdal. Het stratenpatroon bleef zeker sinds de achttiende eeuw nagenoeg ongewijzigd, zie Ferrariskaart van 1771-1777. De meest gave voorbeelden van hoeven, als referentie aan de vroegere agrarische activiteit zijn vandaag nog te vinden aan de Brabantsebaan die eertijds de grens vormde tussen het Graafschap Henegouwen en het Hertogdom Brabant.
- DIRIKEN P., Geogids Centraal Pajottenland, Gooik - Lennik - Sint-Pieters-Leeuw, s.l., 1993, p. 107-110.
- HASQUIN H., Gemeenten van België. Geschiedkundig en administratief-geografisch woordenboek II. Vlaanderen-Brussel, Brussel, 1980, p. 1008-1009.