Landbouwdorp in de Vlaamse Ardennen met toenemende woonfunctie. In het westen begrensd door Maarkedal (Schorisse) en Horebeke (Sint-Kornelis-Horebeke), in het noorden door Zwalm (Sint-Blasius-Boekel); voorts grenzend aan Brakelse deelgemeenten: in het noorden aan Elst, in het oosten aan Elst en Nederbrakel, in het zuiden aan Opbrakel. Zegelsem telt met een oppervlakte van 902,08 ha een inwonertal van 1041 (30.12.2000).
Bodemkundig maakt Zegelsem deel uit van Zandlemig Vlaanderen. Het sterk heuvelachtig landschap is er diep ingesneden door meerdere beken; de voornaamste beek, de Perlinkbeek vloeit noordwaarts en maakt hydrografisch deel uit van de Zwalmvallei. Opmerkelijk zijn de talrijke holle wegen en hoogteverschillen, met 116,25 m als hoogste top in het zuidwesten in het "Burreken", grensgebied met Schorisse dat meerdere bronnen telt.
Losse prehistorische vondsten duiden op vroege menselijke aanwezigheid. Afgezien van eerder gevonden Romeinse munten werd de agrarische bewoning gedurende de Gallo-Romeinse periode in Zuid-Oost-Vlaanderen te Zegelsem recent nog bevestigd door archeologische sporen aangetroffen onder meer van een landbouwnederzetting bij de Langakkerstraat.
De gemeentenaam, teruggaand op "Sigulfi villa" (866), is een in oorsprong Germaanse nederzettingsnaam van circa 7de eeuw, voortkomend uit "Sigiwulfas haim" of woning van Sigiwulf. Deze nederzetting kwam in de Middeleeuwen in het bezit van de Sint-Pietersabdij van Lobbes, benedictijnerabdij bij Thuin in Henegouwen. Door voornoemde abdij werd er een kerk met kapittel van kanunniken opgericht, toegewijd aan Sint-Petrus. Hun verblijfplaats, de vroegere Sigulfi villa, ter hoogte van het huidige Romanshof aan Leierwaarde, evenals de kerk zouden circa 881 vernield zijn door de Noormannen.
De latere parochiekerk met Sint-Ursmarus als kerkpatroon, vroegere bijpatroon naar een abt van de abdij van Lobbes genaamd, bleef tijdens de feodale tijd onder het patronaatsrecht van de Sint-Pietersabdij van Lobbes. De heerlijkheid Zegelsem maakte deel uit van het Land van Schorisse binnen het Land van Aalst.
De oude steenweg Oudenaarde - Geraardsbergen doorsnijdt het grondgebied van west naar oost in het noordelijk deel van de gemeente; ten noorden ervan het bescheiden landelijk dorpscentrum met verheven kerk.
Voorheen stonden in het zuiden van de gemeente twee houten korenwindmolens: de zogenaamd Tombergmolen aan hoek Burreken/ Kanakkendries verdween tussen 1915-1927, de Rovorstmolen aan Rovorst werd gesloopt in 1953 (bewaarde achterin gelegen molendam bij nummer 44); bijbehorende mechanische maalderij van beide molens verbouwd tot woning.
- CAROBEL C. - DE PRIJCK M. - DE TANT F., Parochie St.-Ursmarus Zegelsem, Zegelsem, 1983.
- DE MULDER G.- ROGGE M. - VELGHE M., Brakel - Zegelsem. Een tweetal kuilen op een Gallo-Romeinse vindplaats nabij de Langakkerstraat, Jaarverslag van de provincie Oost-Vlaanderen 1996, Monumentenzorg en Cultuurpatrimonium, Gent, 1997, p. 159-161.
- DE TEMMERMAN L. - DENDAUW F. - PREMEREUR A. - VERACHTEN L., Everbeek, Opbrakel, Parike en Zegelsem in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1995.