Landelijke gemeente van 360 ha en 576 inwoners (30.11.2000), grenzend ten noorden en ten westen aan Sint-Maria-Horebeke, ten oosten aan Brakel (Zegelsem) en Zwalm (Sint-Blasius-Boekel), ten zuiden aan Maarkedal (Schorisse). Wordt in het zuidelijk gedeelte van de gemeente van west naar oost doorsneden door de provinciale baan van Oudenaarde naar Geraardsbergen, zogenaamde Heerweg.
Gelegen in Zandlemig Vlaanderen met een sterk golvend bodemreliëf van 37 meter en ten noorden tot 100 meter ten zuiden. Overwegend vruchtbare en meestal goed gedraineerde zandleem- en leembodems; slecht gedraineerde bodems in de vele beekdepressies. In het Zuiden deeluitmakend van het natuurgebied "Het Burreken", verwijzend naar de bronnen die de Krombeek voeden, aansluitend bij Maarkedal (Schorisse).
De oudste gekende vermeldingen van Sint-Kornelis-Horebeke, zogenaamd naar een waterloop, dateren van 1148 en 1186 (Horenbecca). In 1155 zogenaamd "Horembeke sancti Cornelii", na de oprichting van een Sint-Korneliusaltaar vanuit Sint-Maria-Horebeke; de verering van relieken van Sint-Kornelius werd ingevoerd door de abdij van Inden, vanaf de 11de eeuw zogenaamd Kornelimünster.
In het Ancien Régime maakte Sint-Kornelis-Horebeke deel uit van het Land van Aalst, meer bepaald de baanderij Schorisse en bezat een eigen vierschaar, schepenbank en meier, die enkel lage rechtsmacht bezaten. Na de opheffing van de administratie van het Land van Aalst in 1796 ingedeeld bij het kanton Nederzwalm.
Het patronaatsrecht over de parochiale Sint-Korneliskerk werd uitgeoefend door het Onze-Lieve-Vrouwekapittel van Doornik. De tienden kwamen ten goede aan de Sint-Korneliusabdij van Ninove en de pastoor.
In de 19de eeuw telde het dorp 2 brouwerijen en drie molens, thans is enkel de zogenaamde "Hoogkoutermolen" bewaard, de zogenaamde "Grootveldmolen" in de Meersestraat verdween reeds in 1871, de zogenaamde "Breemdriesmolen", een oorspronkelijk houten standaardmolen aan de Heerweg, is afgebroken in 1931. Na de Eerste Wereldoorlog ging de huiselijke textielnijverheid teniet. Thans voornamelijk landbouwgemeente met kleine hoevebedrijven en woongemeente voor pendelaars naar het Aalsterse en het Brusselse met kleine woonkern rond de kerk en nog vrij ongeschonden glooiend landschap eromheen.
- Rijksarchief Ronse, Oud Gemeentearchief int-Kornelis-Horebeke, nr. 4.
- DHANENS E., Kanton Sint-Maria-Horebeke, Tekst, Inventaris van het Kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen, VII, Gent, 1971, p. 311-329.