Oostelijke hoofdgemeente met een oppervlakte van 3.282 hectare, zogenaamd "de groene parel van de Kempen", ten zuiden van Turnhout en Oud-Turnhout, ten westen van Retie en ten noorden van Geel; 8118 inwoners op 31/12/2000. Centrum gelegen aan de kruising van de oude verbindingswegen van Turnhout naar Geel/Diest en van Antwerpen/Herentals richting Limburg en Luik. Agrarische woonforensengemeente met toeristische aantrekkingskracht door het landschap van bossen, landduinen en heide; fysionomie ontstaan door de 19de-eeuwse beplanting met dennen van de zanderige landduinen. In het noordwesten, doorlopend op grondgebied Tielen en Lichtaart: Internationaal Jeugdcentrum "De Hoge Rielen", ondergebracht in de vroegere Britse legerbasis. Zuidwestelijk deel met Provinciaal domein "De Hoge Mouw" (75 hectare), een zone voor natuurrecreatie genoemd naar de hoogste duin van de Kempen met twee toppen van respectievelijk 35 en 39 meter en omgeven door dennenbossen zoals het Koningsbos en de Hoevebossen. Ten noorden en noordoosten van het centrum ligt het, in 1954 geopende, natuurreservaat "De Tikkebroeken" (50 hectare) aan de Rode Loop en met een typische vegetatie voor een natte bodem.
Vondsten uit de Brons- en de IJzertijd aan de Duivelskuil (urnenveld) en de Partisaensberg (zie Lichtaart, Hoge Rielen) wijzen op menselijke aanwezigheid in de prehistorie. Kasterlee bestond tot in de 19de eeuw uit talrijke, verspreide gehuchten met eigen gemeenschapsgronden die pas in 1844, onder druk van de overheid, afgestaan werden aan de gemeente. Deze gehuchten gingen terug op de verschillende lenen uit de feodale maatschappij die bleven voortbestaan tot op het einde van het ancien régime. De gehuchten Kerkhof, Vorsel, Terlo, Isschot, Grootrees, Houtum en Winkel hadden ieder een eigen "opstal" of bist. Het zuidelijk gelegen leen Bruystel aan de Kleine Nete omvatte mogelijk de oudste nederzetting aan de watermolen van Houtum. Volgens de legende verbleven hier eertijds tempeliers; zeker is dat het leen in 1180 tot het kapittel van Kamerijk behoorde, dat het in de 13de eeuw door een hertogelijke schenking in het bezit kwam van Willem, voogd van Mol en dat het vervolgens een allodiaal bezit werd van de abdij van Tongerlo. Het centraal gelegen Hof van Isschot was in handen van de families van Isschot (1312-1440) en Stakenbroek (1440-1744), het meer zuidoostelijk gelegen Hof van Terloo was van vóór 1300 een leen van de familie De Beer, kwam na 1374 toe aan het geslacht van Liere en in 1751 aan baron Rogier van der Gracht. Het zuidelijk gelegen Gestelsbos, een hertogelijke jachtwarande met eik, berk en heide, kreeg in de 18de eeuw de benaming "Majesteitsbossen", werd in de 15de eeuw verpand aan de familie van Liere en vervolgens aan de heren van Wesemael. Kasterlee werd in 1542 gebrandschat door de benden van Maarten van Rossum, in 1583 platgebrand door de Staatse troepen en in 1624 en 1634-1638 verwoest.
Bij de bebouwde kern aan het kruispunt van de banen naar Turnhout-Geel en Herentals-Retie sluiten uitdeinende omliggende 20ste-eeuwse woonwijken aan. Het geheel wordt omgeven door natuurgebieden en landbouwzones met hoofdzakelijk weiland en masteelt. De talrijke landbouwbedrijven liggen vaak geconcentreerd in gehuchten zoals Rees, Vorsel, Terlo, Goor, Grootrees, Kluis en Houtum. Opvallend hierbij is dat de gehuchtsnaam doorgaans de straatnaam is voor alle tot het gehucht horende wegen. De voor Kasterlee karakteristieke langgestrekte hoeven onder zadeldak, al dan niet verhoogd met laadluik, zijn opgetrokken van baksteen en hebben doorgaans steekboogvormige muuropeningen en een aflijnende baksteenfries als decoratief element. Ter illustratie werden enkele van deze hoeven opgenomen (Isschot nummer 15, Kleinrees nummer 24, Kluis nummer 3, Vorsel nummers 7 en 37). In het zuidelijk deel van de gemeente ligt het "Rijkscentrum Frans Masereel" (Zaardendijk nummer 20), opgericht in 1972; het centrum bevat een internationaal atelier voor grafiek en heeft als ontmoetingsplaats voor het publiek, de kunstenaar en zijn werk tot doel bij te dragen tot de verspreiding van de grafische kunst.
- DE KOK H., Gids voor het oude Turnhout & omgeving. 2/De omliggende gemeenten, Antwerpen-Amsterdam, 1980, p. 31-49.
- VERDEGEM A.J.C., De oude molens van Kasterlee, Geel, 1995.