Landelijke gemeente aan de Aa. Sedert 1977 noordwestelijke deelgemeente van Kasterlee met 3.573 inwoners op 31/12/2000, gelegen ten noorden van Lichtaart, ten oosten van Lille/Gierle, ten zuidwesten van Turnhout en ten westen van Kasterlee. Tielen met een oppervlakte van 1.423 hectare, wordt nagenoeg volledig omgeven door water: de gemeente wordt immers van noord naar zuid begrensd door de Aa in het westen en door de Grote en Kleine Kaliebeek in het oosten en het zuiden, waar de Grote Kaliebeek uitmondt in de Aa.
De driehoekige dorpskern wijst volgens sommige literatuurbronnen op bewoning in de vroege middeleeuwen. Tot de 13de-14de eeuw behoorde Tielen als bezit van het geslacht Berthout bij het Land van Geel; nadien waren de heerlijke rechten achtereenvolgens eigendom van diverse families namelijk van Ranst (circa 1370 tot circa 1484), van Leefdael (circa 1484 tot circa 1669), van Baexen (circa 1669 tot circa 1732), van Varick van 1732 tot 1734 en van der Gracht (van 1734 tot het einde van het ancien régime). Tijdens de Tachtigjarige Oorlog versloeg prins Maurits van Nassau de Spaanse troepen in 1597 op de Tielenheide (heden militair domein). In 1380 werd er een kapelrij gesticht, toch bleef Tielen kerkelijk afhankelijk van Gierle tot 1612 toen de Sint-Margarethaparochie onafhankelijk werd.
Door de aanleg van de spoorbaan Turnhout-Herentals (1853-1855) werd Tielen volledig doorsneden van noord naar zuid; een station werd opgericht in 1856, het werd herbouwd in 1871; het huidige station dateert evenwel van 1890. Door de verhoogde mobiliteit kende de gemeente een demografische groei en was de bevolkingsdichtheid groter dan in de omringende gemeenten.
De aanleg van een Britse legerbasis met munitiedepot vanaf 1953 in het noordoosten van de gemeente gebeurde in het kader van de Operatie Gondola binnen de strategische plannen van de NAVO ter verdediging van West-Europa; de Britten bleven er tot 1967, nadien werd de basis overgenomen door het Belgische leger; in het nu grotendeels leegstaande complex is nu een paracommando-kazerne ondergebracht. Het militaire domein zelf, de "Tielenheide", een brok van 450 hectare zo goed als ongeschonden natuur en bijna één derde van de totale oppervlakte van de gemeente, wordt gebruikt als oefenterrein voor het Tielens derde bataljon para's en is niet toegankelijk voor het publiek. Het bestaat voornamelijk uit bossen grove den, afgewisseld met moerassige percelen, vennetjes en weilanden en wordt van noord naar zuid doorsneden door de spoorlijn Turnhout - Herentals en de Zevendonkseweg eveneens richting Turnhout. Op de grens met laatst genoemde gemeente bevindt zich rechts van de weg nog een octrooipaal die verwijst naar het voormalige tolrecht van de stad in het ancien régime.
Het huidige uitzicht van Tielen, een min of meer langgerekte gemeente, wordt bijgevolg gedomineerd door de enorme groene long van het militaire domein in het noordoosten; aansluitend hierbij ten oosten, aan de samenvloeiing van de Grote en de Kleine Kaliebeek, bevindt zich de Tielense Balderij, een uitgestrekt moeraslandschap dat eertijds werd gebruikt voor turfuitbating en verder loopt op Lichtaart onder het toponiem "Rielens Gebroekt". Het dorpscentrum met driehoekig dorpsplein bevindt zich in het zuidoosten en wordt doorsneden door de vrij rechtlijnige baan Gierle-Lichtaart, de hoofdas van de huidige wegenstructuur; de zone ten noorden van deze baan en ten oosten van de spoorlijn wordt ingenomen door diverse woonwijken, voornamelijk daterend uit de tweede helft van de 20ste eeuw en zelfs specifiek uit het laatste kwart van de 20ste eeuw. Het gebied ten zuiden van genoemde baan vertoont daarentegen een overwegend landelijk cultuurlandschap met ten noordwesten van het centrum de "Rozenwijk", of "Wijk De Willaert", een huisvestingsproject van 86 sociale woningen naar ontwerp van P. Neefs van 1964, 28 woningen ervan werden ontworpen in samenwerking met E. Wauters; verder uitgebreid in de jaren 1970. Het gehucht Kraanschot, gelegen in het noorden tussen de Aa en het militair domein, behield tot op heden zijn landelijk karakter en bestaat voornamelijk uit weiland en akkers voor voedergewassen; er is een concentratie van relatief grote 19de- en 20ste-eeuwse hoeven meestal aangepast aan de moderne noden. Zoals elders in de regio vinden we ook hier het typische gebruik van gepotdekselde wanden voor regenarme gevels, voornamelijk voor de bijgebouwen.
- DE KOK H., Gids voor het oude Turnhout & omgeving. 2/De omliggende gemeenten, Antwerpen-Amsterdam, 1980, p. 67-83.
- KOYEN A., Tielen mijne vriend, Kasterlee, 1980.
- S.N., Paul Neefs. Woningen 1958 - 1983, Tentoonstellingscatalogus, de Warande, Turnhout, juni 1998.