Landelijke, vrij sterk beboste gemeente aan de Aa, die nagenoeg de volledige oostgrens vormt. In het noorden begrensd door Vosselaar, in het oosten door Tielen, in het zuiden en het westen door de hoofdgemeente Lille. Het nagenoeg vlakke landschap daalt langzaam van noord (20 meter) naar zuid. Oppervlakte: 1.806 hectare. Inwoners op 31/12/2000: 4.193.
In 1259 wordt Gierle voor 't eerst vermeld als Ghirle, in de betekenis van "bosje op verhoogde zandgrond nabij een modderige sloot". Van oudsher en dit tot het einde van het ancien régime, behoorde Gierle tot het Land van Turnhout binnen het markgraafschap Antwerpen. Het Land van Turnhout werd in 1346 geschonken aan Maria van Brabant, hertogin van Gelre; latere eigenaars waren onder meer Maria van Hongarije, Maximiliaan en Peter van Boussu, Filips Willem van Nassau. In 1444 schonk Filips de Goede de rechten op een deel van Gierle in leen aan zijn secretaris Ambrosius de Dynter; Gierle werd bestuurd door een schepenbank, die voor het eerst werd vermeld in 1404 en ten hoofde ging bij de hoofdbank van Zandhoven. Tijdens de Franse Revolutie maakte Gierle deel uit van het departement der Beide Neten en werd het de hoofdplaats van een rechterlijk kanton.
Op kerkelijk gebied vormde Gierle samen met Tielen één parochie in het bisdom Kamerijk tot in 1612. In 1559 ging de parochie evenwel over naar het bisdom Antwerpen, in 1825 naar het bisdom Mechelen, heden opnieuw Antwerpen.
De woonkern van Gierle is tot op heden nagenoeg volledig omgeven door een groene gordel: in het N.-deel van de gemeente, op de grens met Vosselaar en Beerse bevond zich eertijds het Grotenhoutbos, één van de oudste loofhoutbossen van België; thans rest hiervan nog enkel het Gierlebos. Tijdens de middeleeuwen was dit Grotenhoutbos één van de jachtwaranden van de hertogen van Brabant; het gebied was met dreven doorsneden, rijk aan wild en voorzien van een grote variëteit aan bomen. Tegelijkertijd leverde dit bos het hout dat nodig was voor de bouwnijverheid in het Land van Turnhout. De nodige heraanplantingen werden evenwel niet zo regelmatig uitgevoerd; in de 17de eeuw gebeurden wel grote dennenaanplantingen. Tijdens het Franse bewind als nationaal goed verkocht aan de Prins van Monaco en de familie de Merode, in 1914 aan de Prins en de Hertog d'Arenberg; diens kinderen verkochten het bos aan de Maatschappij "Généraux des Charbonnages du Borinage"; talrijke bomen werden toen gerooid voor de mijnbouw; het slopingswerk werd verder gezet door de volgende eigenaar, de Maatschappij Bernheim. In 1929 kocht Victor Bracht het domein, en begon met de aanplant van 250.000 bomen; er kwam een modelboerderij, thans volledig gerenoveerd, en ontwateringswerken werden uitgevoerd. Heden resten nog circa 270 hectare van het oorspronkelijke bos. In het noordwesten, van de rest van Gierle afgesneden door de E 34, bevindt zich het recreatiedomein "De Lilse Bergen", uitgebouwd in de jaren 1980 en "Het Gielsbos", een tehuis voor mindervaliden, een monumentaal ensemble gestart in 1976 naar ontwerp van J. Fuyen en ingenieur Van de Wiele. De oostgrens van de gemeente wordt gevormd door de beemden van de Aa en in het zuiden. zijn er de bossen van de Zandhoevenheide. Her en der zijn er nog sporen van landelijke bedrijvigheid, veelal in vorm van aangepaste hoeven. Het centrum van de gemeente daarentegen heeft een duidelijke woonfunctie. Het ovale dorpscentrum, de zogenaamde Singel, volgens de literatuur van Frankische oorsprong, is gelegen op de kruising van de banen Turnhout-Lille-Herentals en Beerse-Tielen-Lichtaart; deze banen, die de hoofdassen vormen van het huidige wegennet, doorsnijden de gemeente respectievelijk van noordoost naar zuidwest en van noordwest naar zuidoost. Gierle bezit thans één van de best bewaarde dorpscentra van de Kempen: centraal op de Singel staat de dorpskerk, omgeven door een gordel van kastanjebomen; een groot deel van de oorspronkelijke dorpsbebouwing werd vernield door oorlogsgeweld, desondanks bleven diverse mooie panden behouden in de aaneengesloten bebouwing. Ten noordwesten van het centrum bleef een intacte bovenkruier bewaard van 1837; in de onmiddellijke omgeving ervan bevindt zich het industriële complex van de melkerij en zuivelfabriek "Kempico", Melkerijstraat nummer 1, niet direct passend in het overigens karakteristieke Kempische dorpscentrum. Ten zuidwesten van het centrum bevindt zich de vrij monumentale kapel van het voormalige "Pensionaat der Religieuze Ursulinen", een unieke getuige van de wereldwijde vermaardheid van het toenmalige instituut. Ten zuiden van het centrum werden in de periode 1964-1966 de eerste sociale woningen opgetrokken in opdracht van de Turnhoutse Maatschappij van de Huisvesting en dit naar ontwerp van C. Vanhout en P. Schellekens.
Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Herentals, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Burgerhuis
Omvat
De Nefstraat
Omvat
Dokterswoning
Omvat
Dorpskom Gierle
Omvat
Kapel De Haspel
Omvat
Kloosterstraat
Omvat
Langgestrekte hoeve
Omvat
Neotraditioneel pand
Omvat
Vrijstaande dorpswoning
Omvat
Wegkapel
Omvat
Wegkapel
Is deel van
Lille
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Gierle [online], https://id.erfgoed.net/themas/14421 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.