Landelijke deelgemeente van Lille, gelegen ten noordwesten van de hoofdgemeente; recreatief karakter omwille van de natuurrijke omgeving met bos en heide; toenemende woonfunctie. Nagenoeg vlak landschap, licht afhellend van noord (20 meter) naar zuid (15 meter). Oppervlakte: 1.091 hectare. Inwoners op 31/12/2000: 3.405.
De oudste vermelding als Wechele, toponymisch verwijzend naar de vroegere aanwezigheid van jeneverbesstruiken, dateert van 1182. Van oudsher en dit tot het einde van het ancien régime, behoorde Wechelderzande tot het Land van Turnhout binnen het markgraafschap Antwerpen (hertogdom Brabant). Het Land van Turnhout werd in 1346 geschonken aan Maria van Brabant, hertogin van Gelre, nadien opnieuw Brabants bezit, maar tot het einde van het ancien régime als aparte bestuurseenheid beheerd. In 1444 gaf Filips de Goede Wechelderzande in leen aan zijn secretaris Ambrosius de Dynter; naar hem is het voormalige kasteel van Wechelderzande "Hof d'Intere" genoemd, thans gemeentelijk centrum, zie Pastorijstraat nummer 2. Latere heren waren Niklaas en Ambrosius de Dynter, Gabriël Triapan, Jan Schuyts en Margriet van Wechelen. In 1560 werd de heerlijkheid aangekocht door Gaspar Schetz, die er de hoge, middele en lage justitie uitoefende. Diverse eigenaars volgden elkaar op tot de heerlijkheid in de tweede helft van de 18de eeuw volledig in handen kwam van de Pestre, heer van Turnhout.
Binnen het Land van Turnhout had Wechelderzande een bestuurlijke band met Vlimmeren; samen vormden ze een dubbeldorp met Wechelderzande als hoofddorp; in de gemeenschappelijke schepenbank, voorgezeten door de schout van Wechelderzande, had Vlimmeren zijn eigen schepenen; de schepenbank ging ten hoofde bij Zandhoven; in 1768 onder de Pestre werden beide dorpen gescheiden.
Op kerkelijk gebied was Wechelderzande als appendix van Poederlee, een afhankelijkheid van de parochie Vorselaar, welke in 1123 werd geschonken aan het kapittel van Kamerijk. In 1182 schonk Rogerius, bisschop van Kamerijk, de parochie Poederlee-Wechel aan de vrouwenabdij van Groot-Bijgaarden. Poederlee werd in 1321 samen met de Bijvang Wechelderzande afgescheiden van Vorselaar. De scheiding tussen Wechelderzande en Poederlee werd in 1572 doorgevoerd door bisschop Sonnius.
Tot op heden landelijke gemeente, van west naar oost halverwege doorsneden door de Oostmalsebaan - Gebroeders De Winterstraat met centraal gelegen dorpskern. Ten noorden van deze verkeersas behield Wechelderzande voor een groot deel zijn bosrijk karakter met diverse campings en weekendzones, terwijl het zuiden meer landelijk van uitzicht bleef en sedert 1973 doorsneden wordt door de E 34 Antwerpen-Turnhout. De bewoning is geconcentreerd in het centrum met ten zuidoosten een sociale woonwijk uit het vierde kwart van de 20ste eeuw (Boonhof). Nabij het centrum beeldbepalende houtbedrijf van 1937 (Beulk nummer 5).
- Heemkundige Kring "Norbert de Vrijter". Driemaandelijks contactblad, 1983 e.v.
- VAN DEN BRANDEN W., Toponymie of verklaring van de plaatsnamen Lille, Gierle, Poederlee en Wechelderzande, Heemkundige Kring "Norbert de Vrijter", Jaarboek 1993, XI, p. 99-116.