Gemeente van 3.793 inwoners en 1.397 hectare 71 are 7 centiare (cijfers van 1/01/2002), sinds 1 januari 1977 gefusioneerd met Kortrijk.
Gelegen in de streek tussen Leie en Schelde in zandlemig Vlaanderen. In het noorden is de bodem voornamelijk zandleem, meer naar het zuiden toe, aan de grens met Kooigem, Dottenijs en Sint-Denijs is het echte leemgrond. De hoogtelijnen variëren van 23 meter tot 73 meter boven de zeespiegel.
Dorpskern gelegen op heuvelrug, de Sint-Leonardusberg genaamd, op een hoogte van 65 meter. Grondgebied doorsneden door de autoweg A17 en de steenweg Kortrijk-Doornik (N50). Waterrijk gebied met verschillende beken, onder meer Kortrijkbeek, Ooievaarsnestbeek en Kwademeersbeek.
De oudste teruggevonden sporen van een nederzetting dateren uit het neolithicum of nieuwe steentijd (circa 4.000 - 1.800 voor Christus). De site op de Klijte, aan de grens met Zwevegem, op een heuvelrug van 55 meter hoogte, leverde tal van werktuigen op, zoals eindschrabbers, mijnbouwklingen en afslagbijlen.
Romanisering vanaf het midden van de 1ste eeuw na Christus Her en der verschenen Romeinse villa's, onder meer langs de Doornikserijksweg en de Munkedoornstraat zijn vermoedelijk restanten van dergelijke grote Romeinse hofsteden te vinden.
Oudste vermelding van Bellegem in 1111. In dat jaar treedt Morant van Bellegem of Morantus de Bellengim op als getuige bij een schenking van Zegher van Heule van vier bunder grond in Lierde aan het Sint-Salvatorkapittel van Harelbeke.
Naam van Frankische oorsprong namelijk Bellinga Haim, wat staat voor woonst of heem van de kinderen van Bello.
De gemeente maakt deel uit van "de Roede der Dertien Parochiën" een groepering van parochiën onder de kasselrij Kortrijk, reeds vermeld in een oorkonde van 1349.
De voornaamste heerlijkheden van Bellegem waren het hof van Bellegem, ter Brasseye, te Davids, te Deurwaardere, ten Houtte, ter Kerken, Mortagne en Walle. Dorpsheerlijkheid was het hof ter Kercke, gelegen aan de Walleweg en niet het Hof van Bellegem. Deze relatief kleine heerlijkheid had een foncier van circa 10 bunder. Volgens een leendenombrement van 1502 was ter Kerken een achterleen van de Bellegemse heerlijkheid ten Kerkhove, één van de 32 achterlenen van de belangrijke heerlijkheid Walle, die feodaal afhing van het kasteel van Kortrijk. Latere denombrementen lieten ter Kerken rechtstreeks afhangen van Walle. Bellegem werd niet bestuurd door de schepenbank van de dorpsheerlijkheid, maar wel door een college van hoofdmannen dat regelmatig vervangen werd door de heer van Bellegem.
De Sint-Amandusparochie dateert vermoedelijk van vóór 1195, in dat jaar is er sprake van een zekere "Gommarus clericus de Bellenghem" en in 1277 van een pastoor van Bellegem. Het huidige kerkgebouw bevat nog restanten van de Romaanse of vroeggotische driebeukige basilicale kruiskerk met name gedeelten van de noordelijke en zuidelijke koorwanden, de onderbouw van de vieringtoren, opgaand muurwerk en de funderingen van de transeptarmen.
Het patronaat van de parochiekerk kwam toe aan het Onze Lieve Vrouw-kapittel van Doornik, tevens één van de belangrijkste tiendheffers.
In de 16de eeuw is er grote hongersnood, tevens zorgt de pestepidemie in 1555-1556 en de daarop volgende godsdiensttroebelen voor onrust in onze gewesten. Wanneer in 1580 de beeldenstormers door de Malcontenten verjaagd worden uit Kortrijk, wordt Bellegem getroffen door plunderende soldatenbendes. Het platteland ontvolkt en de akkers worden niet meer bewerkt. In 1586 is slechts 24, 8% van de grond bewerkt, het volgende jaar is dit terug toegenomen tot 40,4%.
In 1624 wordt de dorpsheerlijkheid ter Kercke aangekocht door J. Petitpas, tevens heer van Walle. Beide heerlijkheden bleven tot aan de Franse Revolutie eigendom van de familie Petitpas.
Tijdens de Spaanse oorlog tussen Spanje en Frankrijk, doen de Fransen in november 1658 een stormloop tegen het kerkhof. De Sint-Amanduskerk en het kerkhof worden geplunderd, verschillende huizen op de Plaats worden in brand gestoken en de oogst meegenomen.
In 1674 wordt de kerk opnieuw geplunderd. Veertien jaar later breekt de negenjarig oorlog (1688-1697) uit, waarbij Bellegem door zijn ligging nabij de Franse linies van Menen en Spiere zwaar getroffen wordt. Tussen 1689 en 1691 vinden er meermaals plunderingen plaats. Tijdens de pestepidemie van 1694 sterven 153 inwoners, zodat tegen 1695 het aantal inwoners gedaald is van 1583 tot 490. In deze periode branden meer dan 120 hoeves af.
Tijdens de Spaanse Successieoorlog (1701-1713) worden de inwoners van Bellegem verplicht goederen en troepen te leveren, met grote verliezen tot gevolg. Met de vrede van Utrecht (11 april 1713) komen de Zuidelijke Nederlanden onder Oostenrijks gezag te staan, een langere periode van rust breekt aan. In 1744, bij de aanvang van de Oostenrijkse Successieoorlog (1744-1748) trekken de Franse troepen opnieuw ons land binnen. Zowel Franse als Hongaarse troepen vestigen zich kort in Bellegem en ook nu weer worden de inwoners van Bellegem gedwongen goederen en arbeiders te leveren aan de bezetters.
De steenweg Kortrijk - Doornik (Doornikserijksweg) wordt in 1760 gekasseid, tien jaar later gebeurt hetzelfde met een deel van de weg Zwevegem - Bellegem.
In 1779 worden er plannen opgemaakt voor de vergroting van de Sint-Amanduskerk door M. Mormal. Uitvoering van de plannen tussen 1782 en 1784: de noordbeuk wordt verbreed en de gehele benedenkerk wordt verlengd tot haar huidige vorm.
Omstreeks 1780 bouw van de Kattenbergmolen door P.J. Terrijn. De windmolen blijft actief tot vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Hij wordt in 1944 beschermd, in 1958 wordt de bescherming opgeheven. Thans is enkel het voetstuk bewaard. Andere molens op het grondgebied van de gemeente zijn de Leemputmolen, voor het eerst vermeld in 1451, de Plaatsmolen, gebouwd in 1527 en afgebroken in 1929 en een koren- en olieslagmolen aan de wijk "De Katte", in brand gestoken en afgebroken door de Fransen.
Op het einde van de 18de eeuw wordt een imposante pastorie gebouwd in de Processiestraat.
Onmiddellijk na de bezetting door de Franse troepen worden fundamentele veranderingen doorgevoerd. Het graafschap Vlaanderen, de kasselrij Kortrijk en de roede van de Dertien Parochieën verdwenen en worden vervangen door het Leie-departement en het arrondissement Kortrijk. Van 1795 tot 1801 is Bellegem de hoofdplaats van een kanton binnen dit nieuwe departement.
Op kerkelijk gebied worden eveneens wijzigingen doorgevoerd. Na de herinrichting van de bisdommen in 1559, waarbij de parochie van Bellegem onder het bisdom Doornik valt wordt de Sint-Amandusparochie met het concordaat van 1801 tussen Paus Pius VII en Napoleon, bij het bisdom Gent onder dekenij Menen gevoegd. Vanaf 1834 valt de gemeente onder het bisdom Brugge. Vijf jaar later gaat de parochie over naar de dekenij Kortrijk.
Na de volkerenslag bij Leipzig is Bellegem een sterk bevochten plaats. Van 27 februari tot 7 maart 1814 strijden Franse en Duitse troepen om het bezit van het dorp.
In 1827 wordt te Bellegem de congregatie van de "Zusters van Maria" ook "Dochters van de H. Jozef" genoemd, gesticht. Aanvankelijk verblijven de zusters in gebouwen op de Plaats, geschonken door de weduwe Foulon-Lybeert. Na enkele uitbreidingen wordt in 1857 een nieuwe neogotische kapel gebouwd.
Vanaf het laatste kwart van de 19de eeuw, beperkte industrialisatie in de gemeente. In 1865 oprichting van de cichoreifabriek Delberghe aan de huidige Bellegemsestraat. In 1874 bouwt Allard-Victor Facon een brouwerij in de Kwabrugstraat. In 1892, ontstaan van de brouwerij Bockor door de overname van de brouwerij Félix Salembier, gelegen aan de toenmalige Moeskroenstraat, door Remi Vander Ghinste.
Eind 1898 verhuist de pastorie naar het in 1872 gebouwde huis in de Bellegemsestraat.
In 1902 wordt de tramlijn Wakken-Menen, via Kortrijk, Bellegem en Moeskroen ingereden. In 1909 wordt een nieuwe lijn, met haltes aan de Kruisstraat (Aubettestraat) en het Statieplein (Walleweg), geopend van Kortrijk over Pecq naar Doornik.
Oprichting van de N.V. Zijdemaatschappij in 1928 aan de Doornikserijksweg door Victor Cambien en Jozef Van de Maele. De meubelfabriek M. Dierick en Kinders ontstaat uit de eenvoudige schrijnwerkerij die Maurice Dierick in 1927 stichtte.
De gemeenteraad vindt plaats in een aantal vertrekken boven café-brouwerij z.g. "Gemeente-Huis" op de Plaats. Omstreeks 1940 hield de brouwerij op te bestaan en in 1961 kocht de gemeente het oostelijk deel van het pand en liet het inrichten tot volwaardig gemeentehuis.
In 1913 oprichting van een school in de wijk Kattenberg naar ontwerp van bouwmeester Depauw (Brugge). De werken worden tijdens de oorlog stopgezet. Pas in 1931 wordt de Sint-Leonardusschool in gebruik genomen. In 1960-1961 wordt in dezelfde wijk aan de Doornikserijksweg een hulpkerk opgericht, de Sint-Augustinuskapel.
Eind jaren 1960, sociale woningbouw en aanleg van villawijken: woonwijk de Keizer (1969-1970), villawijk 't Rode paard (vanaf 1967), verkaveling Bellegembos (vanaf 1959), woonwijk de Zwingel (vanaf 1959).
In 1967 wordt het klooster van Bellegem opgeheven. De bouwvallige gebouwen worden afgebroken en de kapel wordt omgevormd tot magazijnwerkplaats van de gemeente.
In zijn huidige vorm, kerndorp waarvan de kern wordt gevormd door de Bellegemplaats met de Sint-Amanduskerk en de belangrijke uitvalswegen: Bellegemsestraat, Rollegemsestraat en Dottenijsestraat. Daar voornamelijk lintbebouwing met breedhuizen van twee à vijf traveeën en één à twee bouwlagen onder al dan niet geknikte pannen zadeldaken. Voornamelijk lokale architecten, onder meer M. Delrue (Wevelgem) en M. Lebucquoy (Bissegem).
Buiten de dorpskom, verspreide hoevebouw meestal open of gesloten hoeves met vierkante opstelling. Tevens industrie, vestingplaats van twee brouwerijen (Bocker, voormalige brouwerij Omer Vander Ghinste en Facon), een zijdefabriek, N.V. De Zijde, gelegen aan de Doornikserijksweg en een meubelfabriek.
Bron: DE GUNSCH A. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T. & VAN DEN MOOTER M. 2005-2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Deel IIA: deelgemeenten Aalbeke, Bellegem, Bissegem en Heule, Deel IIB: deelgemeenten Kooigem, Marke en Rollegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Beerbosstraat
Omvat
Bellegemplaats
Omvat
Bellegemsestraat
Omvat
Dottenijsestraat
Omvat
Groenweg
Omvat
Grotestraat
Omvat
Klijthofstraat
Omvat
Kreupelstraat
Omvat
Kwabrugstraat (Bellegem)
Omvat
Laatste Oordje
Omvat
Labroyeweg
Omvat
Leuzestraat
Omvat
Manpadstraat
Omvat
Ooievaarsnest
Omvat
Perykelstraat
Omvat
Processiestraat
Omvat
Rollegemsestraat
Omvat
Roodhuisweg
Omvat
Walleweg (Bellegem)
Omvat
Yserbytdreef
Is deel van
Kortrijk, deelgemeenten
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bellegem [online], https://id.erfgoed.net/themas/14506 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.