Woondorp van 5.432 inwoners en 344 hectare, 40 are en 44 centiare (cijfers van 1/01/2002), kleinste gemeente die in 1976 met de stad Kortrijk fusioneerde. Bissegem ligt in het westen van Kortrijk, op de linkeroever van de Leie. De gemeente wordt begrensd door Heule (ten noorden), Kortrijk (ten oosten), Marke (ten zuidoosten) en Wevelgem (ten westen).
Gemeente gelegen in de Vlaamse Zandleemstreek, op de noordelijke helling van de Leievallei. Voornamelijk vruchtbare zandleembodems. De alluviale bodems in de Leievallei met een gemiddelde hoogte van 10 à 11 meter zijn tamelijk nat. Het hoogste punt bevindt zich 14,87 meter boven de zeespiegel.
Grondgebied doorsneden door de spoorlijn Kortrijk-Menen, de ringweg R8 en de autoweg A19 Kortrijk-Ieper. Gemeente gelegen aan de Leie, waterrijk gebied met verschillende beken: Schoonwaterbeek, Neerbeek en Hellebeek.
In de hoek tussen de Leie en de monding van de Neerbeek, en op de linkeroever van de Neerbeek ontdekking van neolitische resten (5000-2500 voor Christus). In de hoek van de Neerbeekstraat en de Kerkvoetweg wordt in 1965 een brandgraf teruggevonden (te dateren circa 800 voor Christus). Deze vondsten bewijzen dat op en rond het gebied van het huidige kerkhof een oude woonkern gelegen was. De Romeinse overheersing (57 voor Christus - 445 na Christus) zal vermoedelijk weinig verandering gebracht hebben aan de bewoning in dit afgelegen, moerassig gebied. In 880 sloegen de Noormannen hun winterkwartier op in Kortrijk, vanwaaruit zij de omliggende streken plunderden.
Vermoedelijk oudste vermelding in 964 in een charter van de Sint-Pietersabdij te Gent als "Bucingehim", gelegen in Comitatu Curtracense.
Een oorkonde van de Franse St.-Amandsabdij in Saint-Amand-les eaux maakt in 1136 melding van "Bissegen". In 1139 vermeld als "Bissinghem". Benaming afkomstig van de Frankische familienaam "Biso" en de uitgang "gem" die wijst op "heem".
De heerlijkheid Bissegem was oorspronkelijk in handen van het kapittel van Sint-Omaars. Later vormt Bissegem een minder belangrijke heerlijkheid binnen de Kasselrij Kortrijk onder de roede van Menen. Het bestuur is deels in handen van de baljuw en berust deels bij de heerlijkheid van Heule. Verder valt de gemeente onder de kleine heerlijkheden van Dappaert en Gommaers.
Reeds in 1107 is er sprake van een kerk, toegewijd aan de H. Andomarus en gepatroneerd door de Franse Sint-Amandsabdij. In de loop der eeuwen wordt de kerk verschillende malen gewijzigd, onder meer aanbouw van sacristie en portaal en vervanging van het vierkant koor door een veelzijdig.
In 1353 staan er in Bissegem een tiental hoeves en enkele huisjes. In 1469 telt Bissegem een honderdtal inwoners die een tiental hoeves, de pastorie en vermoedelijk tien kleine woningen bewoonden.
Kort na 1500 bloeit de landbouw met de koolzaad- en boekweitteelt, en tevens intensifieert de vlasteelt.
Door de nabijheid van de vestingsteden Kortrijk en Menen krijgt de gemeente dikwijls te maken met oorlogsgeweld. Tijdens de godsdiensttroebelen (1566-1579) raakt bijna het hele dorp ontvolkt. Aanvankelijk blijft de kerk, waar in 1548 een laat-gotisch klokkenhuis aan toegevoegd wordt, gespaard. Ze wordt echter zwaar beschadigd in de tweede helft van de 16de eeuw door moorddadige raids van vrijbuiters van Sluis en Oostende en wordt in 1595 zonder dak afgebeeld. De heropbouw van de kerk gebeurt onder leiding van de Kortrijkse stadsbouwmeester J. Persyn.
Opeenvolgende oorlogen zorgen tijdens de 17de eeuw voor een constante onrust in de gemeente.
In 1601 trekken een 200-tal muitende soldaten door Bissegem. Vele dorpsbewoners wachten tot na 1607 om naar hun woningen terug te keren. Op het einde van het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) worden overal boerenwachten opgericht om zich tegen muitende soldaten en deserteurs te beschermen.
Tijdens het beleg van Kortrijk in 1648 wordt Bissegem in sterke mate verwoest en verlaten, zo steken de Fransen onder meer de Sint-Omaarshoeve (thans Hof te Bissegem) in brand. Bij de vernielingen aangericht tijdens de strijd om Kortrijk in 1667-1668 wordt onder meer de kerk getroffen. In de periode tussen de Vrede van Aken (1668) en het Verdrag van Utrecht (1713) maakt de hele Roede van Menen, met inbegrip van Bissegem, deel uit van Frans grondgebied.
De Negenjarige Oorlog (1688-1697) laat zware sporen na in Bissegem. In 1690 plunderen Franse soldaten het hele dorp. In 1694 overtreft het sterftecijfer tienmaal het geboortecijfer. In 1695-1696 wordt het dorp nogmaals leeggeplunderd, in 1697 brengen over- en weer trekkende troepen nog meer schade aan.
De aanhoudende belegeringen door Franse en Spaanse soldaten hebben de zo goed als gehele ontvolking van de Kasselrij Kortrijk tot gevolg.
Het dorp heeft sterk te lijden onder de Spaanse Successie- of Devolutieoorlog (1701-1713), maar kent na de Vrede van Utrecht (1713) een relatief rustige periode onder het Oostenrijks gezag. Wanneer de Fransen in 1743 de kortstondige vrede verbreken wordt Bissegem tot 1749 echter weer geplaagd door een frequente troepenaanwezigheid. Bij de gevechten om Kortrijk in 1744-1745 blijft de schade voor Bissegem beperkt. Tussen 1745 en 1748 verblijft een aantal Kroaten betrokken bij de belegering van Menen, in het dorp.
Na de Vrede van Aken (1748) breekt er onder heerschappij van de Oostenrijkse keizerin Maria-Theresia (1740-1780) een periode van relatieve welvaart aan voor onze gewesten. In 1783 logeert het regiment Vierset te Bissegem. Na de Brabantse Omwenteling en het korte bestaan van de Verenigde Belgische Staten (1789-1790) volgt de Oostenrijkse restauratie (1790-1792).
Nog in hetzelfde jaar dat de Franse Revolutie uitbarst (1789) wordt het Kortrijkse overrompeld door Franse troepen. Gedurende het verdere verloop van de Franse bezetting brengen de voortdurende troepenbewegingen plunderingen en opeisingen met zich mee. Tussen 18 en 30 juni 1792 kampeert het Franse leger te Bissegem. Nabij de Neerbeke wordt een slag tussen Franse en Oostenrijks troepen uitgevochten.
In 1794 telt Bissegem waarschijnlijk een 100-tal huizen. Er zijn op dat ogenblik al enkele wijkkernen gevormd, onder andere de Knok, de Waterhoennest en het Moravië. Daarnaast neemt ook de bebouwing langs de grote invalswegen Kortrijk-Menen, de Gullegemsesteenweg en de Heulestraat toe. In 1798 sluiten de Fransen de kerk, die vervolgens tot in 1802 dienst doet als paardenstal.
Als gevolg van het concordaat van paus Pius VII en Napoleon (1801) wordt Bissegem onttrokken aan bisdom Doornik en ondergebracht in het nieuwe bisdom Gent, dekenaat Menen. Bij de heroprichting van het bisdom Brugge (1834) gaat de parochie mee over naar dit bisdom.
Bissegem is één van de eerste Kortrijkse deelgemeenten waarvan het natuurlijk landschap door de industrialisering indringend gewijzigd wordt. De toegenomen Engelse textielproductie maakt het Leievlas tot een gewild exportproduct, vanaf 1805 neemt de rootactiviteit in de Leie sterk toe. Vanaf 1860 treedt de mechanisering en industrialisering van de vlasbewerking in, wat leidt tot grootschaligere vlasfabrieken. In 1863 wordt de eerste stoommachine geplaatst om een vlaszwingelarij aan te drijven. De vlasnijverheid maakt een verbetering van de wegenstructuur noodzakelijk, circa 1846 wordt de weg Kortrijk-Wevelgem gekasseid, in 1872 de steenweg Bissegem-Gullegem. In 1852 plaatst August Verheust naast zijn windmolen in de Oliemolenstraat een oliefabriek met stoommachine.
Omstreeks 1853 wordt de gemeente opgesplitst door de aanleg van de spoorlijn Kortrijk-Wervik, die ten behoeve van het transport van vlas en kolen, van een goederenstation wordt voorzien. Het stationsgebouw voor personenverkeer wordt pas in 1912 opgericht. In 1893 wordt de tramlijn Kortrijk-Bissegem-Gullegem-Menen-Wervik in gebruik genomen, de lijn blijft actief tot in 1955.
De eerste Leiebrug, naast de oude aanlegplaats De Aerd wordt in 1909 opengesteld. Elektrische stroom bereikt het dorp circa 1911, en wordt onder meer gebruikt om de kerk te verlichten.
De grote werkgelegenheid heeft een toename van de Bissegemse bevolking tot gevolg. Stilaan groeit de dorpskern van Bissegem, geconcentreerd rond een kruispunt van vier straten.
In 1872 wordt een voorlopige kerk in gebruik genomen, die zich dichter bij de steenweg Kortrijk-Menen bevindt. In de oude benedenkerk richt de pastoor in 1877 een jongensschool in, die in 1883 wordt opgedoekt. In 1899 komt de huidige kerk tot stand op de plaats van het eerste bedehuis, de laatste restanten van de eerste kerk worden afgebroken. Enkel in de kruisbeuk blijven enkele 16de-eeuwse grafstenen behouden. De huidige neogotische Sint-Omaarskerk is een realisatie van de Kortrijkse architect J. Carette, naar ontwerp van J.B. Bethune.
Eveneens in 1899 wordt naar ontwerp van J. Carette de aanpalende neogotische pastorie opgetrokken.
In 1853 stichten twee zusters van Sint-Vincentius à Paulo te Deftinge een meisjesschool in de Driekerkenstraat. In 1901 verlaten zij dit gebouw en vestigen zich in het nieuw opgerichte klooster met meisjesschool vooraan in de Driekerkenstraat, naar ontwerp van J. Carette. De aanpalende neogotische kapel stort in 1966 in. De parochiale jongensschool, de Sint-Jozefsschool, wordt in 1890 door de staat aangenomen. In 1960 wordt ze overgenomen door het Kortrijkse Sint-Amandscollege die er de basisafdeling in onderbrengt.
Oprichting van de kapel van O.-L.-Vrouw van de Harteklop aan de Gullegemsesteenweg in 1889. In 1912 vervangen door de huidige, kleinere kapel.
De groeiperiode van de vlasnijverheid wordt in 1914 abrupt onderbroken door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. In 1915 richten de Duitsers een munitiepark op in de omgeving van de hoeve Te Wulveriks (Bissegemsestraat nummer 112). Vanuit de hoeve is een spoorlijn aangelegd die de verbinding met de goederenstations van Bissegem en Kortrijk bewerkstelligt.
Daarnaast richten ze op het Bissegemse grondgebied een vliegveld op om het IJzerfront te bestoken. Vanaf eind juni 1917 leidde Manfred von Richthofen vanuit zijn hoofdkwartier op het kasteel van Marke het beruchte "Flying Circus", het Jachtgeschwader I, dat verspreid lag over de vliegvelden Marke, Bissegem en Heule-Watermolen. Op 15 oktober 1918 wordt door terugtrekkende Duitse troepen de Leiebrug opgeblazen.
Na de Eerste Wereldoorlog worden enkele metaalconstructiebedrijven opgericht, de textielnijverheid blijft de belangrijkste werkgever. Hoewel de industrie zich verder ontwikkelt wordt in 1929 nog 87,2% van de oppervlakte ingenomen door cultuurland en bos. Na de Eerste Wereldoorlog verlegt het centrum van de Leierootbewerking zich voorgoed naar de Leiegemeenten ten noorden van Kortrijk. Het Leieroten sterft langzamerhand uit, tot het in 1943 definitief verboden wordt. Als tegenreactie worden overal in de gemeente betonnen rootputten aangelegd. De elektriciteitsaandrijving zorgt voor een volledige mechanisering van het roten, brakelen en zwingelen. De bloeiende industrie zorgt voor een bevolkingsstijging waardoor het voormalige landbouwdorp het uitzicht krijgt van een verstedelijkte gemeente met aaneengesloten bebouwing.
In 1922 wordt een nieuwe brug over de Leie opgericht. Datzelfde jaar ontstaat de Bissegemse bouwmaatschappij "Allen voor één, één voor allen", in 1964 omgedoopt tot Leieland.
Gezien de ligging van het dorpscentrum tussen het vliegveld Wevelgem-Bissegem en het Vormingsstation van Kortrijk wordt de gemeente tijdens de Tweede Wereldoorlog herhaaldelijk door bombardementen getroffen.
Op 10 mei 1940 wordt het vliegveld door Duitse vliegtuigen gebombardeerd, hierbij worden ook een tiental woonhuizen in de Tuinwijk getroffen. Bij beschietingen op 15 en 16 mei 1940 en bij het opblazen van de Leiebrug door Engelse troepen op 23 mei 1940 worden opnieuw een aantal huizen getroffen.
Geallieerde bombardementen treffen op 14 mei 1942 het vliegveld en op 21 juni 1944 het gedeelte over "Terre Promise".
Rond 1950 raakt de vlasnijverheid in moeilijkheden door de toenemende concurrentie van andere natuurlijke en kunstmatige vezels. Toch wordt het aanzien van de gemeente tot de jaren 1960 grotendeels bepaald door de vlasverwerkende nijverheid.
De aanleg van de Ringlaan R8, gestart in 1970, de A19 autoweg en talrijke villa- en woonwijken als Schoonwater (1976) en de verkaveling Jagersstraat (1969-1977) geven Bissegem een groter stedelijk karakter. Ook de gemeente richt nieuwe gebouwen op, onder meer een brandweerkazerne (1960), een gemeentehuis (1964), op de plaats van het café Sint-Omer, waar vanaf circa 1914 het gemeentehuis was ondergebracht, en de huidige Leiebrug die in 1969 de voorlopige houten brug vervangt.
In zijn huidige vorm straatdorp. De dorpskern wordt bepaald door de Bissegemplaats met de neogotische Sint-Omaarskerk en zijn belangrijkste uitvalswegen: de Meense- en Gullegemsesteenweg en de Heulsestraat. Recente woonuitbreidingen in het noordoosten en het zuiden van de gemeente.
Voornamelijk lintbebouwing met breedhuizen van twee à vier traveeën onder pannen zadeldaken. Buiten de dorpskom, gering aantal bewaarde hoeves, voornamelijk gesloten hoeves of hoeves met U-vorm.
Voornamelijk lokale architecten waren actief, onder meer J. Carette en E. Haesbrouck (Kortrijk), M. Delrue (Wevelgem) en E. Van Riet (Wervik).
Bron: DE GUNSCH A. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T. & VAN DEN MOOTER M. 2005-2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Deel IIA: deelgemeenten Aalbeke, Bellegem, Bissegem en Heule, Deel IIB: deelgemeenten Kooigem, Marke en Rollegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Bissegemplaats
Omvat
Bissegemsestraat
Omvat
Driekerkenstraat
Omvat
Gullegemsesteenweg
Omvat
Hendrik Dewildestraat
Omvat
Heulsestraat
Omvat
Hoogweg
Omvat
Koningin Astridlaan
Omvat
Oliemolenstraat
Omvat
Peperleenstraat
Omvat
Pyfferoenstraat
Omvat
Rijmsnoerstraat
Omvat
Rootputstraat
Omvat
Tientjesstraat
Omvat
Vlaswaagplein
Omvat
Wulverikstraat
Omvat
Zuster Parmentierstraat
Is deel van
Kortrijk, deelgemeenten
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Bissegem [online], https://id.erfgoed.net/themas/14507 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.