Het gehucht Loze was tijdens het Ancien Régime één van de oude heerdgangen en één van de vijf bestuurlijke kwartieren van de gemeente Bocholt, met een jaarlijks gekozen burgemeester. In de 18de eeuw telde Lozen 19 huisgezinnen. Het gehucht ontwikkelde zich als een typische Kempische rivierdalnederzetting op de valleiwand van de Lozerbeek. Het is het enige gehucht van Bocholt dat zich tot een duidelijke entiteit met dorpskern en kerk (1899) ontwikkelde.
Lozen werd een zelfstandige parochie in 1900. Het gehucht wordt vooral getypeerd door de aanwezigheid van de Zuid-Willemsvaart (1821-26), die hier een hoek van 90° graden maakt in de richting van de Nederlandse grens. Aan het einde van de Hamonterweg bevindt zich sluis nummer 17, één van de twee sluizen van de zogenaamde stop van Lozen, waarrond een kleine dorpsgemeenschap ontstond, met een aantal winkels en cafés. Recente lintbebouwing aan de Hamonterweg.
Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)