Geografisch thema

Ophoven

ID
14581
URI
https://id.erfgoed.net/themas/14581

Beschrijving

De gemeente bestaat uit twee dorpen: Ophoven en Geistingen. Geistingen is waarschijnlijk de oudste kern, waar reeds in de 8ste eeuw een parochie bestond. De naam Ophoven komt pas sinds de 15de eeuw voor, daarvóór werd dit dorp Opgeistingen genoemd. Ondanks verwoede pogingen in de 19de eeuw en circa 1900 van Geistingen om een zelfstandige gemeente te worden, slaagde het hier niet in. Het gehucht Haagdoorn werd in 1845 van Ophoven afgescheiden en bij de nieuw opgerichte gemeente Kinrooi gevoegd. Wat betreft landschap behoort Ophoven-Geistingen tot twee traditionele landschappen: het uiterste oostelijk gedeelte behoort tot het landschap Limburgse Maas, de rest van het gebied tot het landschap Maasvlakte en Terassenland. De bodem bestaat in het gedeelte Limburgse Maas, de eigenlijke Maasvallei, uit alluviale leemgronden; dit is het vruchtbaarste gedeelte. Binnen deze alluviale vlakte bevinden zich enkele kleine hoogten, sedimentatieterrassen samen genaamd het Terras van Geistingen. Het gedeelte Maasvlakte en Terrassenland is een laagterrassengebied, waarvan de bodem bestaat uit dekzanden, rustend op grind. Aangezien de watertafel in het laagterrassengebied hoog ligt, is dit gebied vrij vruchtbaar, en is akkerbouw mogelijk, hoewel deze vrijwel verdween met de specialisatie van de landbouw naar de veeteelt toe vanaf de eerste helft van de 20ste eeuw. In dit gebied onstond dan ook zeer vroeg het gehucht Leu (Ferrariskaart, 1771-77). De scheiding tussen beide landschapstypes, Limburgse Maas en Maasvlakte en Terrassenland, is zowel visueel als historisch duidelijk gemarkeerd door de Maastalud; deze enkele meters hoge steilrand duidt de begrenzing van de alluviale vlakte aan, waarbinnen de stroom meanderde vóór hij in een recente periode zijn definitieve bedding vond in een veel oostelijker richting. Het is daarom duidelijk dat de rand van dit talud ook het tracé is van de Romeinse heirbaan, die de linker Maasoever volgde: dit is het laagste gedeelte van de Maasvallei, het kortst bij de stroom gelegen, dat toch niet aan overstromingen bloot stond. Aan de westrand van het talud ontstonden ook de beide dorpskernen, voor Geistingen is dit vrijwel zeker in de Romeinse periode, voor Ophoven waarschijnlijk later. Beide landschapstypes worden thans gekenmerkt door een open landschap, of een coulisselandschap met doorkijken. De landbouw is nu hoofdzakelijk gericht op intensieve rundveehouderij en, in mindere mate, hokdieren, met bijhorend grasland en voedergewassen als bodemgebruik. De bebouwing is geconcentreerd in hoopdorpen.

In het westen grenst de gemeente aan het veel minder vruchtbare gebied van de Vlakte van Bocholt, met zandig tot lemig zandige bodem met een hoge waterstand. Het noordwestelijk gedeelte van het grondgebied was tot het vierde kwart van de 19de eeuw droog heidegebied zonder bebouwing, in de Atlas van de Buurtwegen (1845) aangeduid als De Heide. De zuidwestelijke punt van het grondgebied, genaamd In 't Broek maakt deel uit van de ankerplaats Jagersborg; een vochtig heidegebied dat door late ontginning nu is omgevormd tot grasland; op de oostgrens hiervan onstond in de eerste helft van de 19de eeuw het gehucht Raam.

De Witbeek, veruit de grootste zijbeek van de Itter, doorkruist de gemeente van oost naar west. De Lossing, het in 1865 gegraven kanaal ter ontwatering van de moerassen van noordelijk Kinrooi en Molenbeersel, doorkruist de gemeente en mondt in Ophoven in de Maas uit.

De benedenloop van de Maas is op deze hoogte vanaf de middeleeuwen reeds geen belangrijke waterweg meer. De stroom had in de 16de eeuw zijn definitieve bedding nog niet gevonden, zodat de vaart gevaarlijk was en slechts twee tot drie maanden per jaar mogelijk. Zoals elders aan de Maas viel het bouwen en onderhouden van dijken en oevers ten laste van de gemeentebewoners. Pas vanaf het midden van de 18de eeuw wordt hier ernstig werk van gemaakt. De eerste vermelding van de bouw van een dijk in Ophoven dateert van 1758. De Luikse gemeenten van de linkeroever, Thorn, Kessenich, Geistingen en Ophoven sluiten in 1784 een overeenkomst te Thorn voor het ophogen van die dijk. De dijk van Ophoven was voorzien van een kade waar kolen uit Luik gelost werden. Een veerdienst verzekerde vanaf 1861 de oversteek aan de schippersherberg De Spaenjert, en de regelmatige dienst Roermond-Luik legde hier iedere week aan.

Het gebied tussen de beide dorpskernen en de huidige Maasbedding -vrijwel de volledige vroegere alluviale vlakte- wordt thans ingenomen door de uitgestrekte waterplassen, die door de ontgrindingen van na de Tweede Wereldoorlog ontstonden. Dit gebied kreeg een recreatieve functie met onder meer de aanleg van de watersportcentra De Spaanjerd en Heerenlaak. Het gebied was in de eerste helft van de 20ste eeuw vrijwel onbewoond. Dit was voorheen niet het geval: hier lagen vroeger een aantal hoeven en gebouwen, waaronder een watermolen, vermeld tot de 17de eeuw, het hof op de Vissenakker, vermeld tussen 1431 en 1690, en het belangrijke Vroenhof. De zoals gezegd zeer vruchtbare gronden van deze hoeven vielen weliswaar regelmatig ten prooi aan de Maas, zoals uit de schatboeken kan afgeleid worden. Waarschijnlijk verdwijnt deze oostelijke bewoning na de grote overstromingen in eind 17de eeuw; op de Ferrariskaart (1771-77) komt in ieder geval geen bewoning meer voor. Uit dit alles blijkt dat de vruchtbare grond van weleer in de moderne periode weer verviel tot de oertoestand van moeras.

De oudste bewoning klimt voor Geistingen op tot het paleolithicum. Overvloedige vondsten uit het neolithicum getuigen van vrij intensieve bewoning in deze periode, zoals onder meer blijkt uit de opgravingen in 1979 in Geistingen ten noordoosten van het Hoezerhof. In Geistingen werd in 1936 een depot bronzen bijlen gevonden. Vanaf 300 vóór Christus zijn er ook Eburonen aanwezig geweest, zoals blijkt uit vondsten in Geistingen en Ophoven.

Ook uit de Romeinse periode werden in de gemeente veel vondsten gedaan; de vroegste vondsten dateren van circa 20 anno domini. In 1962 werd op de plaats De Steenberg in Geistingen vier waterputten ontdekt met Romeins materiaal; de plaats vertoont alle kenmerken van een Romeins legerkamp uit de eerste en het begin van de tweede eeuw; er werden resten van de aarden wallen gevonden. In 1960 werd vlak bij de heirbaan in Geistingen een ijzersmeltoven ontdekt. In beide gemeenten werden Romeinse graven aangetroffen; in Ophoven, in de nabijheid van de windmolen, werd in 1973 een grafveld ontdekt, dat vanaf de vroeg-Romeinse tot de Merovingische periode in gebruik was en verlaten werd tussen 720 en 740. Deze periode is ook de stichtingsperiode van de abdij van Aldeneik, zodat er mogelijk een oorzakelijk verband bestaat tussen beide.

De Romeinse heirbaan Tongeren-Nijmegen op de linker Maasoever doorkruist de gemeente; zij loopt iets ten oosten van de huidige steenweg naar Venlo, en volgt het tracé: Oude Baan-Heerweg-Geistingen-Steenpad-Kessenicherweg. Dit tracé volgt exact de rand van de Maastalud (confer supra). De heirbaan tussen Maaseik en Ophoven werd opgegraven in 1950 door H. Geerkens; de weg lag 50 centimeter onder de oppervlakte en was 12 meter breed. De bedekking bestond uit grove en fijne kiezel, met een dikte van 20 centimeter; de wagensporen waren in de kiezelbedding nog duidelijk af te lezen. In Geistingen bevond zich een Merovingische nederzetting.

De gemeente behoorde, zeker sinds de 13de eeuw, tot het graafschap Horn (ook Horne of Hoorn). De graven van Horn bezaten er de heerlijke rechten. De laatste graaf van Horn, Philips de Montmorency werd in 1568 in Brussel samen met de graaf van Egmont onthoofd. Daarna kwam de gemeente bij het Land van Luik. Het gebied van de heren van Horn bestond uit twee delen: het stamland met daarin de dorpen Haelen, Buggenum, Nunhem, Horn, Heythuysen, Roggel, Neer, Beegden, Ophoven en Geistingen; en de gebieden die de heren van Horn geleidelijk aan hadden weten te verwerven: Weert, Nederweert en Wessem.

In het graafschap Horn werd twee soorten recht gesproken, het Loons recht en het Rijks recht, laatst genoemde in Beegden en Ophoven-Geistingen; Geistingen volgde gedeeltelijk Loons, gedeeltelijk Rijks recht. Het Rijks recht werd gesproken door de schepenbank van de rijksstad Wessem met beroepshof te Aken en verder het keizerlijk hof van Spiers. Volgens sommige bronnen werd in Ophoven Rijks en in Geistingen Loons recht gesproken. Voor criminele zaken was het Loons hof, de schepenbank van Haelen bevoegd; de zetel van het hooggerecht van Haelen was vanaf 1658 in Horn gevestigd; tot 1486 ging dit hof in beroep bij het hof van Vliermaal, later behandelden ze hun eigen zaken.

Op het grondgebied van Ophoven-Geistingen bevonden zich verscheidene laathoven: de laetbanck van graeve de Kerckhem te Geistingen; de laatbank van de proostdij van Meersen te Geistingen; de proostdij van Meersen bezat zeer vroeg eigendommen in Geistingen, reeds vermeld in 1178; het laathof van Wickroede te Ophoven, voor het eerst vermeld in 1426; het laathof van Odenhoven, voor het eerst vermeld in 1398; het laathof Baeckhoven te Ophoven, voor het eerst vermeld in 1471; de laatbank Boetzelaar; de laatbank ter Loe, Terloo, Ter Loy, of Ter Loys te Ophoven-Leu, in 1475 geschonken aan het agnetenklooster van Maaseik; het wordt in 1797 bij de verkoop van de goederen van het klooster verkocht aan Pierre Libotton van Hasselt; het belangrijke laathof van de kanunniken van Aldeneik te Geistingen, voor het eerst vermeld in 1450. In Geistingen bevond zich ook het belangrijke Vroenhof, mogelijk opklimmend tot de Frankische landname. Het was het herenhuis van de plaatselijke heer, een allodiaal goed, gelegen naast de huidige Vroenhofstraat en omsloten door grachten, gevoed door de Witbeek. In de onmiddellijke omgeving bevond zich de hoeve, waarschijnlijk het huidige Hoezerhof. De huizen van de lijfeigenen zijn te situeren langs de huidige Vroenhofstraat. Het hof was voorzien van een molen en een kapel. Dit hof is in de loop van de tijden opgegaan in een ander hof of in meerdere hoven en verloor zijn oorspronkelijk belang. In 1442 wordt nog een Reyner van den Vroenhof vermeld, en in 1588 bestond het gebouw nog, aangezien het voorkomt op een kaart uit deze periode. In 1711 is het Vroenhof een klein, onbelangrijk leen, eigendom van baron de Kerckhem.

De gemeente werd in het Ancien Régime bestuurd door vier verkozen burgemeesters, twee voor Ophoven en Haagdoorn, en twee voor Geistingen.

In de jaren 1646, 1760 en 1762-63 had de gemeente veel last van plunderende legerbenden. Zoals elders in het Maasland was de 18de eeuw een rampzalige tijd. De jaren 1762-63 vooral waren zeer zwaar door het onderhoud van de Franse troepen. De dorpen raakten hierdoor in zware schulden, die tot in het midden van de 19de eeuw zouden blijven doorwegen.

Het einde van de 18de eeuw wordt gekenmerkt door het optreden van een belangrijke zogenaamde bokkenrijderbende waarvan de meeste leden in Ophoven-Geistingen woonden. Zij maakten zich voornamelijk schuldig aan brandstichting en afpersing door middel van dreigbrieven, de zogenaamde "brandbrieven". De zogenaamde "eerste bende" wordt in 1785 gevangen genomen en terechtgesteld. Zij stond onder de leiding van Henricus Houben van Maaseik. Bij deze eerste bende wordt ook de bende van Bree geassocieerd, die eveneens Houben als hun leider noemde. De repressie was verschrikkelijk: 3% van de volwassen bevolking van Ophoven-Geistingen werd terechtgesteld. Een tweede bende opereerde in 1790-93. Een gedeelte van deze bende was van Maaseik, en werd hier in 1794 door drossaard Clercx terechtgesteld.

De Sint-Lambertusparochie van Geistingen was in handen van het kapittel van Aldeneik; de pastoor van Aldeneik nam de diensten in Geistingen waar.

De Sint-Servaaskerk van Ophoven was waarschijnlijk een stichting van de heren van Horn, die het begevingsrecht bezaten. Zij schonken in 1477 een groot deel van de tienden aan het dominicanenklooster van Aken. Het kapittel van Aldeneik, later van Maaseik, en enkele particulieren van Maaseik en Sint-Truiden bezaten eveneens een aantal tienden. Na een samensmelting in 1802-37 werden beide parochies in 1837 opnieuw gescheiden.

Zoals reeds vermeld is Geistingen het oudste dorp; de dorpskern, in de vorm van een hoopdorp, kent een typische Maaslandse vorm, in de zin dat het zich ontwikkelde parallel met en tussen de heirbaan en de stroom, en was zoals de andere Maasdorpen gelegen op de oever van de toenmalige Maasbedding. Het jongere Ophoven, eveneens een hoopdorp, kent deze typische vorm niet, het ligt namelijk haaks op de heirbaan. De vruchtbare gronden bevonden zich rondom de dorpen, en tussen de dorpen en de stroom. In tegenstelling tot de meer zuidelijke Maasdorpen is het gebied ten westen van de heirbaan redelijk vruchtbaar, confer supra. De ontginning van dit gebied gebeurde dan ook vrij vroeg en over heel dit gedeelte komen een aantal belangrijke, historische hoeven voor, evenals het belangrijke gehucht Leu, op het grondgebied van Ophoven.

De nog behouden traditionele bebouwing in beide dorpen bestaat hoofdzakelijk uit langgestrekte hoeven uit de tweede helft van de 19de eeuw. Van de belangrijke, historische hoeven, die vrijwel steeds een opstelling met losstaande bestanddelen vertonen, bleven een aantal bewaard; vele echter werden recent grondig verbouwd tot moderne veeteeltbedrijven: zo onder meer het Steyvershof, in de Steyvershofstraat, reeds vermeld in 1648 als eigendom van de familie Claessen van Maaseik; het Winnenhof of Wijnenhof in de Lichtenbergstraat, eigendom van het agnetenklooster van Maaseik; het Molshof in de Molshofstraat, voor het eerst vermeld in 1590, en in 1765-66 eigendom van burgemeester Smeedts van Maaseik; het Suzenhof of Suysenhof in de Seeserweg, voor het eerst vermeld in 1648-49; het Haexhof, in het centrum van Geistingen, reeds vermeld in 1590, verdwenen in 1968; het Jettenhof aan de Raam, voor het eerst vermeld in 1580.

Ophoven-Geistingen was tot in de 20ste eeuw een traditionele landbouwersgemeente. Thans is Ophoven-Geistingen voornamelijk een woongemeente voor forenzen, die voor een groot deel in het Nederlandse grensgebied werkzaam zijn.

De Romeinse heirbaan functioneerde nog als belangrijkste verkeersader tot de tijd van Napoleon, toen de Venlosesteenweg werd aangelegd, door Spaanse krijgsgevangenen. De Weertersteenweg dateert van 1865. In 1839 werd een douanekantoor opgericht op de grens met Nederland.

Oppervlakte: 1.298 hectare.

  • BOONEN M. - e.a., Maaseik. Ontstaan en groei van een grensstad, Antwerpen, 1994, p. 14-47.
  • CLAASSEN A., Oudheidkundige vondst te Ophoven, (Limburg, 34, 1955, p. 64-65).
  • CLAASSEN A. - HEYMANS H., Merovingische graven op Romeinse begraafplaats te Ophoven, (Het Oude Land van Loon, 29, 1974, p. 173-216).
  • COOLEN G., Ophoven zijn oude straten en huizen, s.d.
  • DROST S., Kroniek van Ophoven, 1814-1832, (De Maasgouw, 29, 1907, p. 22-24; 28-31; 37-40; 44-47).
  • GEERKENS H.J., Nota's over voorhistorische voorwerpen gevonden te Opglabbeek, Opoeteren en Ophoven-Geistingen, (Verzamelde Opstellen uitgegeven door den Geschied- en Oudheidkundige Studiekring te Hasselt, 16, 1941, p. 11-18).
  • GEERKENS H.J., Een "lengte Christi" te Ophoven, (Limburg, 28, 1948-49, p. 185-189).
  • GEERKENS H.J., Een Frankische waterkruik te Ophoven, (Het Oude Land van Loon, 4, 1949, p. 156, 157).
  • GEERKENS H.J., De Romeinse heirbaan tussen Maaseik en Ophoven opgegraven, (Limburg, 30, 1951, p. 13-17).
  • GEERKENS H.J., De schutterijen van Ophoven en Geistingen, (Het Oude Land van Loon, 15, 1960, p. 45-51).
  • GEERKENS H.J. - SNIJDERS D., Oude hoeven te Ophoven-Geistingen, (Het Oude Land van Loon, 16, 1961, p. 235-272).
  • GEERKENS H.J., Acht generaties te Ophoven van de familie Reynders, (Het Oude Land van Loon, 19, 1964, p. 5-22).
  • GEERKENS H.J., Twee Maasdorpen: Ophoven, Geistingen en hun stroom, (Limburg, 43, 1964, p. 149-159).
  • HEYMANS H., Geistingen: neolithicum, bronstijd en ijzertijd, (Archeologie, 1980, p. 63-64).
  • HEYMANS H. - VERMEERSCH P., Siedlungsspuren aus Mittel- und Spätneolithicum, Bronzezeit und Eisenzeit in Geistingen, Huizerhof (Provincie Limburg), (Archaeologica Belgica, 255, 1983, p. 15-64).
  • HEYMANS H. - SNIJDERS D., Kinrooi...archeologisch en historisch, (Hartenvier, 5, 1984).
  • JANSSEN R. - e.a., Toeristische gids Maaseik Kinrooi Thorn Marec.
  • MANDERS J. - VERHEIJEN M., Koren op de molen. Langs de Itter, Echt, 1992.
  • ROOSENS H., Het Merovingisch grafveld van Ophoven, (Archeologica Belgica, 186, 1976, p. 63).
  • SNIJDERS D. - GEERKENS J., Ophoven en Geistingen door de eeuwen heen.
  • SNIJDERS D., Gegevens over de school te Ophoven voor 1830, (Limburg, 39, 1960, p. 316-320).
  • SNIJDERS D. - GEERKENS H.J., De schutterijen van Ophoven en Geistingen, (Het Oude Land van Loon, 15, 1960, p. 45-51).
  • SNIJDERS D., Vorsend naar ons historisch verleden, (Hartenvier, 4, 1982).
  • S.N., Waar men gaat langs onze wegen, ed. Geschied-en Heemkundige Kring-Kinrooi, Nieuwkerken, 1981 .
  • S.N., Ken je gemeente... Kinrooi, (Kinrooi), 1981.
  • S.N., Kijk op Kinrooi, 1991.
  • S.N., Jubileumboek. 20 jaar Geschied- en heemkundige kring Kinrooi 1976-1996, Kinrooi, 1996.
  • WIEERS L., Volksgebruiken te Geistingen-Ophoven, (Limburg, 4, 1922-23, p. 111-113).
  • WIEËRS T., Wij zullen u met assen lonen! De Bokkerijders in het Maasland, Nieuwkerken, 1985.

Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    De Belder

  • Omvat
    Dorpswoning met werkhuis

  • Omvat
    Geistingen

  • Omvat
    Heerweg

  • Omvat
    Heinestraat

  • Omvat
    Hoverhofweg

  • Omvat
    Langgestrekte hoeve

  • Omvat
    Langgestrekte hoeve

  • Omvat
    Leustraat

  • Omvat
    Maasstraat

  • Omvat
    Nagelstraat

  • Omvat
    Onze-Lieve-Vrouw van Bijstandkapel met opgaande lindes

  • Omvat
    Venlosesteenweg (Ophoven)

  • Omvat
    Watermolen Leumolen of 't Meulke

  • Omvat
    Weertersteenweg (Ophoven)

  • Is deel van
    Kinrooi

Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ophoven [online], https://id.erfgoed.net/themas/14581 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.