Eén van de middeleeuwse gehuchten van Asse, gelegen ten zuidwesten van het centrum. De benaming werd ontleend aan de gelijknamige beek die het gehucht doorsnijdt.
Het zuidelijke deel van Asse bleef tot de late middeleeuwen volledig bebost; geleidelijk zou de abdij van Affligem echter een belangrijk deel van de ontginning op zich nemen; al in 1160 wordt het gehucht vermeld, wanneer de inmiddels verdwenen Overste Watermolen geschonken werd aan de genoemde abdij. Tot vandaag bleef Asbeek een vrij geïsoleerde, landelijke woonkern. In 1938 werd er een kapelanij opgericht, afhankelijk van de moederparochie Sint-Martinus.
Afgelegen gehucht, duidelijk lager dan het niveau van Asse-centrum en gekenmerkt door een vrij eenvoudige, landelijke bebouwing. Daarnaast bleven enkele historische abdijhoeven bewaard; aangepaste boerderijen en meestal kleinschalige woningen uit de negentiende en de twintigste eeuw vervolledigen het geheel.
OCKELEY J., Historiek der straten van Asse, Asse, 1967, p. 7.
OCKELEY J., Leven aan de bron. Een inleiding tot de geschiedenis van Asse, Asse, 1965.
De watermolens van Asse, in Ons Molenheem, 1997, nummer 4, p. 109.
Bron: KENNES H. met medewerking van VAN DAMME M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Asse, Deelgemeenten Asse, Bekkerzeel, Kobbegem, Mollem, Relegem en Zellik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB6, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Kennes, Hilde Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)