Wat zijn ‘houtige beplantingen met erfgoedwaarde’?
Houtige beplantingen met erfgoedwaarde zijn beplantingen die kenmerkend zijn voor het werk van de mens of van de natuur of van beiden samen. Het zijn vaak oude bomen en struiken. Ze vertellen je iets over de geschiedenis van een bepaalde plaats of hun functie in het landschap. Het zijn illustraties van oude gebruiken, historisch landgebruik of bepaalde technieken. Deze items vertellen ook hoe onze voorouders eeuwenlang omgingen met bomen en struiken. Hoe ze deze nuttig aanwendden, welke rol deze speelden in bijgeloof en rituelen, hoe ze voor het esthetische genot werden aangeplant,… . De inventaris toont een mooie staalkaart van bijvoorbeeld welkomstbomen, dorpslinden, gevlochten veekeringshagen, kapelbomen, vredesbomen en kasteeldreven.
Erfgoedwaarden en -criteria
Bomen en struiken komen in de erfgoedinventaris wanneer ze erfgoedwaarde bevatten. Vaak heeft een houtige beplanting niet één bepaalde erfgoedwaarde maar gaat het om een combinatie van verschillende waarden die elkaar aanvullen. De meest voorkomende erfgoedwaarden voor houtig erfgoed zijn :
- De houtige beplantingen hebben een architecturale waarde als ze structuur- of beeldbepalende elementen zijn in een tuin- of landschapsarchitecturaal concept of ensemble. Bijvoorbeeld toegangsdreven van een kasteeldomein, het strakke gebruik van lijnaanplantingen of een aanplanting in dobbelsteenverband (quinconce). Solitaire boomaanplantingen en decoratieve aanplantingen, bepaalde snoeivormen, geschoren vormen (topiary), bomen die omwille van een opvallende bladstructuur, groeivorm of bladverkleuringen de beoogde architectuur van de site ondersteunen, zijn onderwerp van een architecturaal concept.
Bijvoorbeeld: Lovertheater uit haagbeuk Kasteeldomein Leeuwergem
- In tegenstelling tot de esthetische waarde (zie verder) vertrekt de artistieke waarde niet vanuit het standpunt van de waarnemer, maar vanuit de maker. De kunstenaar moet in een scheppende activiteit verbeelding of gevoelens hebben willen uitdrukken met het werk, waarbij meestal een beroep wordt gedaan op het menselijk gevoel voor esthetiek, maar soms net ook niet. In ieder geval moet het gaan om een door de kunstenaar(s) gecreëerde omgeving die de waarnemer uitnodigt het bestaan of de dagelijkse realiteit vanuit een ander perspectief te ervaren of te beschouwen. Een bijzondere kunstzinnige snoeitechniek kan eveneens (mee) de artistieke waarde bepalen, bijvoorbeeld indrukwekkende vormen van (boeren)topiary.
Bijvoorbeeld: Afsluitingshaag met topiary van in haan en kip geschoren taxus in Buggenhout
- De culturele waarde is een zeer algemene, overkoepelende waarde die aan zo goed als elk erfgoedobject kan worden toegekend. Veel van ons erfgoed heeft immers met onze cultuur (ingrijpen van de mens) te maken. De waarde wordt daarom enkel uitdrukkelijk vermeld indien het erfgoedobject refereert aan culturele tradities die voor een bepaalde tijdsperiode zeer belangrijk waren. Aanplanten van houtkanten en bomenrijen in bepaalde types landschappen verwijzen naar een culturele waarde. Het aanplanten van bomen of hagen getuigt van bepaalde tradities. Ook de beheersvorm kan verwijzen naar het verleden, zoals het scheren van veekeringshagen, knotbomen, leibomen,… Bomen en struiken aangeplant in functie van het voorkomen van erosie, het vastleggen van taluds en waterlopen, in functie van ontwatering en drainage, als zonne- wind- en regenscherm,… zijn getuige van een bepaalde traditie. Het aanplanten met een welbepaalde functie, zoals fruit- of honingproductie, veekering, afsluiting, brand-, bouw- of geriefhout, loofvoedering getuigt van een culturele waarde.
Bijvoorbeeld: Oude kaphaag van haagbeuk in Michelbeke
- Bij de esthetische waarde staat de zintuigelijke ervaring door de waarnemer centraal. Zichtbare componenten spelen een belangrijke rol (combinaties van kleur, vorm, harmonische verhoudingen, symmetrie, …), maar ook andere zintuiglijke ervaringen zoals geur en geluid kunnen meespelen. Houtige beplantingen hebben een esthetische waarde als ze een bijzondere groeivorm (bijvoorbeeld tweestammig, meerstammig, …) of een mooie representatieve groeivorm hebben. De aanwezigheid van dikke, knoestige stammen en takken, een omvangrijke omtrek of grote hoogte hebben, bepaalt mee de esthetische waarde. De kleur(veranderingen) van bomen en struiken (bloesems, herfstkleuren), maar ook geuren en zelfs het geluid van planten (het ratelen van populieren) dragen bij tot fraaie zintuiglijke ervaringen. Het item kan tevens een beeldbepalend object zijn.
Bijvoorbeeld: Treurbeuk op protestants kerkhof Korsele
- Een voorbeeld van een boom of struik met een historische waarde is een herdenkingsboom herinnert aan een historische gebeurtenis. Deze gebeurtenis kan symbool staan voor gewonnen of herwonnen vrijheid en vaak ook voor een behaalde of herstelde democratie (vrijheidsboom) of ter herdenking van slachtoffers uit de wereldoorlogen (vredesboom). Een gerechtsboom staat op een historische locatie. Deze boom is aangeplant op de plaats waar een vierschare of schepenbank was. Op deze plek werd recht gesproken tijdens het Ancien Régime.
Bijvoorbeeld: Opgaande bruine beuk als vredesboom op kerkhof Nazareth
- Houtige beplantingen kunnen een industrieel-archeologische waarde hebben als ze bijvoorbeeld zijn aangeplant als schaduwboom bij een watermolen. Deze schermbeplanting is aangeplant is om het rad tegen uitdrogen te behoeden. Zo werkt het als een zonnescherm. Andere voorbeelden zijn hout van hakhout, knotbomen en gekandelaarde bomen dat gebruikt wordt voor ambachtelijke en industriële toepassingen, zoals bakovens, kookwasserijen, loofvoedering in stoeterijen en kazernes, voederen van zijderupsen, constructie- en timmerhout, geweerkolven, vervaardigen van gereedschappen en machines,….
Bijvoorbeeld: Lindenhakhoutstoven op watermolensite in Strijpen
- De technische waarde is heel specifiek en wordt voor houtige beplantingen niet zo vaak gebruikt. Gekruiste of gevlochten hagen hebben een vlechttechniek om het indringen en uitbreken van vee te voorkomen. Ook werden vlechttechnieken toegepast om het gat in de haag te dichten. Hoogstamboomgaarden hebben bijvoorbeeld een technische waarde doordat bepaalde snoei- en enttechnieken werden gebruikt om de productie te verhogen. Bepaalde soorten worden gecombineerd in functie van vruchtbestuiving. Een ander voorbeeld is het leiden van fruit, waarbij snoeitechnieken worden gecombineerd met leimuren en andere infrastructuren. Schermbeplantingen waren bedoeld om kwetsbare constructies uit hout, leem en stro te beschermen. Maar ook mens en dier konden via deze technieken tegen zon, wind en regen beschutting vinden. Leilinden langs de zuidgevel beschermen tegen de warmte. Windschermen langs de buitenzijde van perenboomgaarden beschermen tegen wind. Wegbeplantingen zorgen voor schaduw voor lastdieren en andere weggebruikers. Etagebomen beschermen tegen zon. Daarnaast hebben etagebomen ook een bijzondere snoeitechniek.
Bijvoorbeeld: Leipeer tegen zuidgeoriënteerde zijgevel in Lubbeek
- Houtige beplantingen kunnen omwille van hun plantpositie of -patroon een ruimtelijk-structurerende waarde Bijvoorbeeld een raster van dreven in veldgebieden of populieren op een dijk structureren de open ruimte. Een aanplanting van een boom met een opvallend brede kroon op een dorpsplein of op een kruising van wegen in een open landbouwlandschap is zeer beeldbepalend als baken. Andere voorbeelden zijn ondersteunende beplantingen bij een vista of zicht in een park of landschap. Ook grote groene structuren als beplanting bij kanalen of vestingen hebben vaak deze waarde.
Bijvoorbeeld: Opgaande populierenrijen langs de Damse Vaart in Oostkerke
- Bomen op een marktplein, in openbare parken of langs promenades hebben een sociale waarde wanneer ze een bijzondere betekenis hebben als ontmoetingsplaats voor ouderen, een trefpunt voor jonge koppeltjes of een hangplaats voor jongeren. Een plaats waar men zijn mening kan uiten, poëzie kan voorlezen, een boek lezen, in gesprek gaan, een hoekje om te kaarten, te dammen of te schaken, krulbollen, petanque spelen, boogschieten, …. De continuïteit van de sociale waarde is daarbij belangrijk. Ze moet vandaag nog bestaan en verder blijven doorleven in de toekomst.
Bijvoorbeeld: Etagelinde op dorpsplein Retie
- De houtige beplantingen hebben een stedenbouwkundige waarde als ze deel uitmaken van een aanleg uit een bepaalde periode, bijvoorbeeld bomen en lijnaanplantingen in (tuin)wijken, groene verbindingsassen of een boom die op de kruising van een stervormig stratenpatroon is ingeplant.
Bijvoorbeeld: Leiplatanen in concentrische cirkels op het Koningin Maria Hendrikaplein in Gent
- Houtige beplantingen hebben een volkskundige waarde als ze een mythologische betekenis hebben, bijvoorbeeld een fetisjboom, spijkerboom of welkomstbomen als afweerbomen bij de toegang van een hoeve. Bomen met boomkruisen of kapelbomen zijn een uiting van de volkskundige waarde. Lindebomen zijn de soort bij uitstek waaraan spirituele connotaties werden verbonden. Aanplantingen bij bronnen kunnen verwijzen naar heiligenbronnen.
Bijvoorbeeld: Twee gekandelaarde linden bij veldkapel in Tollembeek
- Bomen en struiken kunnen een wetenschappelijke waarde hebben wanneer ze een genetische bron zijn als zuivere vertegenwoordigers van een bijzondere soort, variëteit of kloon. Ze kunnen zo over een genenreservoir beschikken, bijvoorbeeld zwarte populieren, oude linden of zeldzame hoogstammige fruitbomen. Bijzondere fruitrassen zoals de nu zéér zeldzame zwarte moerbei en gele kornoelje, werden vroeger regelmatig aangeplant op erven en in hoogstamboomgaarden. Omwille van hun hoge ouderdom kunnen bomen als veteraanboom een unieke habitat herbergen en vertegenwoordigen.
Bijvoorbeeld: Geknotte zwarte populier in de Dijlevallei in Muizen