De deelgemeente Waardamme telt 1.760 inwoners (01/01/2007) en heeft een oppervlakte van 746 hectare (01/01/2007). Sinds 1 januari 1977 vormt Waardamme, samen met Oostkamp, Hertsberge en Ruddervoorde, de fusiegemeente Oostkamp. In het noorden grenst Waardamme aan de deelgemeente Oostkamp, waarbij de grens in het noordoosten tegen de Waterstraat gelegen is. De grens met Hertsberge in het oosten wordt gevormd door de Scharestraat. In het zuiden grenst de gemeente aan Ruddervoorde, waarbij de grens gedeeltelijk wordt gevormd door de Akkerstraat, de Terluchtestraat en de Hillestraat. Ten westen van Waardamme liggen de gemeentes Loppem en Veldegem (beide deelgemeentes van Zedelgem).
Fysisch-geografisch behoort Waardamme tot Zandig Vlaanderen en meer specifiek tot het Houtland. Centraal situeert zich het dallandschap van de Rivierbeek, met de Waardammebeek als westelijke bovenloop. Ten noordwesten en ten noordoosten strekken zich telkens twee lage heuvelruggen uit, versneden door de Marsbeek (bovenloop van de Lijsterbeek) enerzijds en door de Hertsbergebeek en Waardammebeek (respectievelijk oostelijke en westelijke bovenloop van de Rivierbeek) anderzijds. Op beide heuvelruggen bevinden zich oude veldgebieden (zie Doeveren-Veldhoek als uitloper van het Merkenveld-Baasveld en het Rooiveld-Kampveld). De bodem is hoofdzakelijk samengesteld uit zandgronden uit het Eoceen (40 tot 70 miljoen jaar oud). In de valleien komen overwegend kleigronden voor. Waardamme heeft een zacht glooiend landschap met hoogteverschillen die variëren van circa 10 meter boven zeespiegelniveau in de vallei van de Waardammebeek en tot circa 17 meter in het westen en het oosten, respectievelijk naar de Veldhoek en het Kampveld toe. Het reliëf neemt af ten noordoosten van het grondgebied, naar het afvloeiingspunt van de Waardammebeek toe. Het beekstelsel van Waardammebeek, bovenloop van de Rivierbeek, bezit een vrij brede vallei en een sterk meanderend patroon, en watert noordoostwaarts af naar het kanaal Gent-Oostende (vroegere stroomgebied van de Zuidleie). Het beekstelsel van de Marsbeek, bovenloop van de Lijsterbeek, nabij de grens met Loppem (Zedelgem), watert noordwaarts af naar het kanaal Gent-Oostende.
Bossen of bosrestanten situeren zich in essentie op de vroegere veldgebieden (zie algemene inleiding) in het oosten en het westen van de gemeente, alsook in beperktere mate in de beekvalleien.
Waardamme is nog steeds een vrij landelijke gemeente, gegroeid rond de dorpskerk (zie Kerkstraat nummer 1) en gekenmerkt door verspreide hoeves. Het landelijke karakter wordt bij de dorpskern doorbroken door de directe aanwezigheid van een drukke verkeersader, de rijksweg of gewestweg Brugge-Kortrijk, thans zogenaamd de Kortrijksestraat (N50). Het landbouw- en woondorp is verder gegroeid dankzij de goede verkeersmogelijkheden en de handel. Hoewel de sterke evolutie naar een woongemeente, wordt er nog steeds aan land- en bosbouw gedaan. Naast het telen van rogge, haver en veevoedergewassen, kweekt men runderen van het rode en zwarte bonte ras, varkens en pluimvee. Langs de Kortrijksestraat, ten zuiden van de dorpskom, bevinden zich enkele industriële of nijverheidsgebouwen voor de productie van veevoeder, meubelen en bouwmaterialen (zie onder meer Kortrijksestraat nummers 407, 410-412).
Aangezien Waardamme over geen spoorwegen of bevaarbare waterlopen beschikt, gebeurt alle vervoer en transport over de weg. In het noorden wordt de gemeente gekenmerkt door een drevenstructuur, deels als restant van het voormalige uitgestrekte domein van het kasteel "Rooiveld" (zie Rooiveldstraat nummer 107) en "De Woesten" (zie Woestendreef nummer 8). Op de Atlas van Vandermaelen (1846-1854) is deze drevenstructuur duidelijk te zien. Langs de dreven en de wegen staan vaak cultuurpopulieren. De Kortrijksestraat kan gezien worden als belangrijkste as, waarlangs de dorpskern en de kasteeldomeinen zich ontwikkelen. In het westen van de gemeente zorgt de Sijslostraat voor een tweede, minder toonaangevende noord-zuidverbinding. Van lokaal belang zijn de Veldhoekstraat, de Rooiveldstraat en de Akkerstraat (Zuidstraat ook) Deze wegen komen reeds voor op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601), de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op het initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), en zijn grotendeels aangelegd tijdens de 18de eeuw. Kleinere landelijke wegeltjes bevinden zich vooral ten noorden van de Stokhovestraat, tussen de Sijslostraat en de Kortrijksestraat. Pas in het midden de jaren 1970 zou het wegennet ingrijpend aangepast worden met de aanleg van de autosnelweg A17/E403 Brugge-Kortrijk.
Aan de hand van luchtfoto’s zijn in de omgeving van Waardamme heel wat archeologische sporen en structuren gekend, waaruit blijkt dat de bodem tal van sporen en structuren bevat. Toch was de verrassing groot toen bij een opgraving in 2004 in de Stokhovestraat niet alleen een Neolithisch huis werd aangetroffen (het oudste huis dat tot nog toe werd aangetroffen in zandig Vlaanderen), in dezelfde opgraving en op hetzelfde perceel werden tevens zes grafheuvels uit de Bronstijd, een woning uit de IJzertijd en verschillende graven uit de Romeinse tijd aangetroffen. Wellicht maakt deze site deel uit van een groot en uitgestrekt archeologisch complex dat een groot deel van Waardamme omvat en dat van een uitzonderlijk wetenschappelijk belang is. Het betreft onder meer de gebieden Vijvers, Rooiveld en Papenvijvers.
De oudste naam van de gemeente is "Wara", naar de toenmalige benaming van de beek de Ware of het Wareken, de huidige Waardammebeek. Deze benaming wordt volgens De Flou voor het eerst vermeld in 961 als "Capella de Wara, et quae dicitur Ridevorda". Later ontstaat de benaming "Waardamme", naar de plaats van de dam die rond de Ware of het Wareken lag. De eerste vermelding van deze huidige benaming dateert volgens De Flou van 1331.
Een akte van 961 van graaf Arnulf II, waarin aan de proost van het kapittel van Sint-Donaas bezittingen worden geschonken in Ruddervoorde, spreekt over een kapel van Waardamme, één van de twee hulpkerken van de toenmalige parochie Orscamp. Meteen zou dit de oudste vermelding zijn van een bidplaats te Waardamme. De vermelde akte van 961, die in 1856 als vals wordt bestempeld door Le Clay, wordt pas in een oorkonde van 31 oktober 1089 overgemaakt door graaf Robrecht I de Fries van Vlaanderen. Rond het jaar 980 vermeldt men dat de kerkelijke parochie, met de eerste kapel van Waardamme, afhankelijk is van Ruddervoorde. Later verwerft het kapittel van Sint-Omaars het patronaatschap over de kerk. Op burgerlijk vlak behoort de parochie tot het ambacht van de heerlijkheid Oostkamp.
In 1400 vermeldt men een parochie met kerk te Waardamme en bronnen van 1463 vermelden dat die parochie niet langer afhankelijk is van Ruddervoorde. De wijk Rooiveld, gelegen ten noorden van de dorpskern van Waardamme, wordt voor het eerst in de periode 1484-1510 vermeld. In 1507 bezit de familie de Melgar de Sporkinshove er al een jacht- of landhuis zogenaamd "Rooyveld", met enkele bijhorende hoeves en bossen (zie Rooiveldstraat nummer 107).
In de 16de eeuw zijn ook enkele heren van Waardamme gekend. Boudewijn van Massiet, heer van Stapele en Waardamme, is van 1562 tot 1569 burgemeester van het Brugse Vrije. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon, Denis van Stapele en Waardamme.
Tussen 1561 en 1571 schildert Pieter Pourbus zijn Grote Kaart van het Brugse Vrije, gekopieerd door Pieter Claeissens (1601), waarop hij een vrij gedetailleerd overzicht biedt van het toenmalige stratenpatroon en de uitgestrekte heidevelden. De huidige Kortrijksestraat is de enige belangrijke verkeersader doorheen Waardamme (daarnaast worden enkel de Sijslostraat, de Rooiveldstraat, de Zuidstraat en een deel van de Akkerstraat weergegeven). De kerk van Waardamme (zie Beekstraat nummer 1) wordt voor het eerst weergegeven op de kaart van Pieter Pourbus.
Ondertussen woedt de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tussen Spanje en de Noordelijke Nederlanden. Heel Vlaanderen leidt onder de gevechten en de rondtrekkende troepen. Tijdens het bewind van de aartshertogen Albrecht en Isabella (eind 16de en begin 17de eeuw) zorgt het stabiele politieke klimaat voor een tijdelijke heropleving, onder meer van het platteland.
Rond het begin van de 17de eeuw is de toenmalige Sint-Blasiuskerk (zie Kerkstraat nummer 1) zo vervallen, dat een bron van 1611 vermeldt dat men een speciale belasting moet heffen om de kerk te herstellen. Tijdens de tweede helft van de 17de eeuw is de streek, net als in de vorige eeuw, opnieuw onveilig en worden verscheidene gebouwen verlaten en verwaarloosd. Geschiedkundige bronnen vermelden in 1675 bebouwing in het noorden van Waardamme, in de omgeving van het huidige kasteeldomein "De Woesten" (zie Woestendreef nummer 8).
Buiten de dorpskom van Waardamme liggen uitgestrekte veldgebieden, die in de loop van de 18de eeuw in handen komen van grootgrondbezitters. De aangeplante bossen worden door de adellijke families gebruikt om hun jachthuizen en kastelen te bouwen. Deze trend zet zich vooral door in de loop van de 19de eeuw tot in het begin van de 20ste eeuw. Daarnaast worden er nieuwe wegen aangelegd voor de ontsluiting van de slecht toegankelijke gebieden. Over de Waardammebeek wordt een stenen brug aangelegd ter hoogte van de Kortrijksestraat.
In 1735 start men met de aanleg van de kalsijde Brugge-Kortrijk, beginnende vanaf de Katelijnepoort in Brugge. In 1738 is het gedeelte van de kalsijde tussen de poorten van de stad Brugge en de brug van Steenbrugge uitgevoerd: het College richt een verzoekschrift aan de overheid met de vraag de kalsijde door te trekken tot Kortrijk, aangezien deze weg onberijdbaar is en de aanvoer van hout en andere koopwaar uit het Kortrijkse belangrijk is. In 1748 wordt een afrekening gemaakt voor de bedding en het vervoeren van de kasseistenen voor de anleg van de weg. Bij octrooi van Maria-Theresia van 30 september 1750 wordt de breedte van de kasseiweg van drie op vijf roeden gebracht, waardoor er meer onteigeningen en schattingen van vruchten zijn. Rond 1750 vindt de verbreding en verharding van de weg plaats min of meer op het oude tracé. De Kortrijkse kalsijde zou lange tijd de enige verharde weg zijn. In Waardamme bevindt zich één van beide tolbarrières: de barrière Zuyt-Waere, vermoedelijk bij de grens met Oostkamp. De tolgelden moeten de aanleg van de weg helpen bekostigen.
De dorpskom van Waardamme ontwikkelt zich in de 18de eeuw verder rond de Sint-Blasiuskerk (zie Kerkstraat nummer 1). Enkele 18de-eeuwse kaarten uit het Rijksarchief te Brugge geven naast de classicistische kerk ook de pastorie (zie Beekstraat nummer 4) weer. De parochiekerk kent een belangrijke bouwfase die wordt beëindigd in 1774. Een geschetst kaartje uit het Rijksarchief te Brugge, gedateerd rond 1770, geeft een vrij gedetailleerde weergave van de bebouwing aan de Kortrijksestraat. Deze beperkt zich tot enkele woonhuizen (zie Kortrijksestraat nummer 409), herbergen (zie Kortrijksestraat nummer 405) en hoeves (zie Veldhoekstraat nummer 1). De globale configuratie van de dorpskom gaat terug tot het einde van de 18de eeuw zie afbeelding op de Kabinetskaart der Oostenrijke Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778).
Het kasteel "Doeveren" (zie Sijslostraat nummer 194) wordt reeds weergegeven op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778). Twee hoeves die behoorden tot het kasteeldomein zijn bewaard gebleven; een hoeve van 1863, echter teruggaand tot een 18de-eeuwse site (zie Sijslostraat nummer 184) en een hoeve van 1881 (zie Sijslostraat nummer 192).
Met de Franse revolutie op het einde van de 18de eeuw komt een einde aan het feodale systeem. Vanaf 1 oktober 1795 worden onder meer het Brugse Vrije, het ambacht Oostkamp en de heerlijkheid Oostkamp afgeschaft en wordt Vlaanderen ingelijfd bij Frankrijk onder het departement van de Leie. In 1796 wordt de gemeente Waardamme opgericht als onderdeel van het kanton Oostkamp. In diezelfde periode moeten vele dennenbossen plaats ruimen voor cultuurgronden. Deze langzame evolutie zal pas haar voltooiing kennen tijdens de Eerste Wereldoorlog.
In de 19de eeuw vindt de volgende bouwfase van de Sint-Blasiuskerk (zie Kerkstraat nummer 1) plaats: in 1878 wordt de toren van de kerk herbouwd na een blikseminslag. De westpartij wordt gerealiseerd naar de ontwerpplannen van de provinciale architect René Buyck. Hoewel het oudste graf op het naastgelegen kerkhof uit die periode dateert, wordt er op het primitief kadasterplan (circa 1835) reeds een kerkhof weergegeven. Vandaag zijn verscheidene oude grafstenen en gietijzeren kruisen bewaard gebleven.
Ook de kasteeldomeinen komen in de 19de eeuw verder tot ontwikkeling. In 1859 komt de familie Arents de Beerteghem in het bezit van het kasteel "Rooiveld" (zie Rooiveldstraat nummer 107), dat nog steeds gebruikt wordt als jachthuis. In de 20ste eeuw zou het kasteeldomein overgaan naar de familie Janssens de Bisthoven. Het domein bestaat enerzijds uit bos (Beuk en Eik), voorheen droge heidegronden die in cultuur worden gebracht, en anderzijds de vochtige gronden langs de Rivierbeek, die in oorsprong moerassig waren en nu functioneren als weilanden. In het park staat een merkwaardige Beuk van ongeveer 400 jaar oud met een stamomtrek van 5 meter. In het oosten van het Rooiveld vormt de Waterstraat de scheiding met het Kampveld (Oostkamp). In de omgeving van het kasteel zijn nog verscheidene hoeves bewaard gebleven die behoorden tot het kasteeldomein (zie Rooiveldstraat nummers 62-64 en 111, Denemetstraat nummer 5).
Het tweede kasteel op het grondgebied Waardamme wordt in 1871 aan de Woestendreef gebouwd (zie Woestendreef nummer 8). De eerste steen van het kasteel "De Woesten" wordt in opdracht van baron Napoleon Mortier gelegd op 30 maart 1871, wat aangegeven wordt op de gedenksteen in de voorgevel van het huidige kasteel. Het kasteel wordt echter in 1950 herbouwd met behoud van de bijgebouwen en de hoeves horende bij het kasteel van 1871: het koetsgebouw van 1871 met de aanpalende woning van 1931 (zie Lariksdreef nummers 3-5), de hoeve aan het begin van de Lariksdreef van 1873-1875 (zie Lariksdreef nummer 1), de eind 18de- of begin 19de-eeuwse hoeve aan overzijde van de Woestendreef (zie Woestendreef nummer 1) en de hoeve aan de Kortrijksestraat van 1854 (zie Kortrijksestraat nummer 350).
Het kasteel "Doeveren" (zie Sijslostraat nummer 194), thans sterk gerenoveerd, is in de 19de eeuw eigendom van de families Rotsart-d'Hertaing, de Thibault de Boesinghe en Janssens de Bisthoven.
In 1863-1864 bouwt men de gemeenteschool van Waardamme aan de Kortrijksestraat (thans nummers 419-421). De school heeft een T-vormige plattegrond en bestaat uit een onderwijzerswoning aan de straatkant (zie Kortrijksestraat nummer 427) en enkele achterliggende klaslokalen.
In het begin van jaar 1889 wordt op vraag van E.H. Syoen, pastoor van Waardamme, een meisjesschool voor lager onderwijs met twee klassen ingericht op de hoek van de Sint-Blasiusstraat en de Kloosterstraat (Sint-Blasiusstraat nummer 1, Kloosterstraat nummer 14). Enkele zusters van de kloostergemeenschap Onze-Lieve-Vrouw-ter-Bunderen uit Moorslede worden gevraagd les te geven. De zusters betrekken het nieuwe klooster, dat door het moederklooster in Moorslede wordt gebouwd, en geven les in de bijhorende school. De school wordt volgens het kadaster gebouwd in opdracht van Albrecht van Caloen uit Loppem. In 1891 opent zuster Emilienne Masschelein een speldenwerkerschool in het huis van de zusters. In 1895 wordt er bij de speldenwerkerschool nog een kleuterklasje gevoegd.
Op 22 mei 1896 start de exploitatie van de tramlijn Brugge-Zwevezele met personen- en goederenvervoer. Het traject wordt door Waardamme getrokken.
Op het einde van de 19de eeuw bevindt zich langs de Kortrijksestraat de stoomkorenmaalderij met achtergelegen windkorenmolen van de familie Rommel (zie Kortrijksestraat nummer 407), op de plaats van een 18de-eeuwse site met molen en rossekot. De industriële gebouwen worden in 1905 vergroot met een oliefabriek. Het naastgelegen woonhuis van de familie Rommel wordt vermoedelijk in de jaren 1920-1930 grondig verbouwd/herbouwd (zie Kortrijksestraat nummer 409).
In het begin van de 20ste eeuw worden het Merkemveld en Doeveren, die deel uitmaken van het Vrijgeweid, in cultuur gebracht.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog, van november 1917 tot mei 1918, worden de school van de zusters van Onze-Lieve-Vrouw-ter-Bunderen (Kloosterstraat nummer 14, Sint-Blasiusstraat nummer 1) en de Sint-Blasiuskerk (zie Kerkstraat nummer 1) gebruikt als hospitaal. De kerktoren wordt tijdens de oorlog gedynamiteerd, waardoor het klokje in het klooster de diensten in de kerk moet aankondigen. Kort na de Eerste Wereldoorlog wordt de gedynamiteerde kerktoren hersteld. In 1920 verdwijnt de speldenwerkerschool van de zusters van Onze-Lieve-Vrouw-ter-Bunderen en wordt er in de school van de zusters gezorgd voor lager en kleuteronderwijs. In 1935 worden er naast de twee bestaande klassen twee lokalen bijgebouwd. Na de bevrijding van Waardamme tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt in 1945 een veldkapel op de hoek van de Stokhovestraat en de Mariastraat gebouwd uit dankbaarheid tot Onze-Lieve-Vrouw (zie Stokhovestraat nummer 14) en in 1950 wordt het kasteel "De Woesten" grondig herbouwd in opdracht van de familie Mahieu (zie Woestendreef nummer 8).
In de jaren 1950 bouwt men een nieuwe gemeenteschool ter vervanging van de gemeenteschool uit 1863-1864 (Kortrijksestraat nummers 419-421). Enkel de 19de-eeuwse onderwijzerswoning wordt bewaard (zie Kortrijksestraat nummer 427). De nieuwgebouwde kleuterklassen worden op 2 september 1956 plechtig ingewijd door Monseigneur De Smedt. De gemeente Waardamme bezit vandaag nog steeds twee afdelingen van de Vrije Basisschool Waardamme: de gemengde lagere school aan de Kloosterstraat nummer 14 en de gemeenteschool aan de Kortrijksestraat nummer 421. Later zal men de Openbare Bibliotheek van de gemeente Waardamme voorzien naast de gemeenteschool (Kortrijksestraat nummer 419).
Vanaf het midden van de 20ste eeuw ontwikkelt de industrie zich net ten zuiden van de dorpskern van Waardamme. In 1950 wordt de meubelfabriek NV Bauwens opgericht langs de voormalige Beernemsestraat (huidige Akkerstraat) op de grens met Ruddervoorde. De fabriek vervaardigt kunstmeubels in antieke stijl en heeft een afzetgebied in heel België. Adolf Bauwens bezit ook een meubelfabriek nabij de dorpskern van Waardamme genaamd, de "Oude Fabriek" (1948-1949), waar kleine meubels worden vervaardigd (zie Kortrijksestraat nummers 410-412). De meubelfabriek zorgt voor een grote bloei in Waardamme, met een toename van inwoners en woningbouw. In 1964 wordt de veevoederfabriek Van Eeghem-Remy (zie Kortrijksestraat nummer 407) opgericht. Eveneens langs de Kortrijksestraat bevinden zich in de tweede helft van de 20ste eeuw de Garage Demeyere (Ford) van Alfons Desmet uit Ruddervoorde en verscheidene restaurants en cafés. Naast de opkomende industrie langs en rond de Kortrijksestraat, blijven op de teeltgronden in de 20ste eeuw nog enkele boomkwekerijen en siertelers actief.
In de jaren 1950-1960 komen de eerste woningbouw- en verkavelingsprojecten tot stand. In de eerste helft van de jaren 1951-1954 worden de uniforme witgekalkte woningen in de Beekstraat gebouwd (nummers 5-35). Deze eenheidsbebouwing vormt samen met de Sint-Blasiuskerk (zie Kerkstraat nummer 1) en het Dorpsplein de karakteristieke elementen van de dorpskern. In 1959 wordt de nieuwe begraafplaats in het gemeentedomein "De Waarde" in gebruik genomen (zie Beekstraat): het eerste graf dateert er van 11 april 1959. Twee jaar later, in 1961, wordt de nieuwe pastorij "Huyse Emmaus" op de hoek van de Kortrijksestraat en de Beekstraat gebouwd (Beekstraat nummer 1). De voormalige pastorij aan het Dorpsplein wordt in 1962 omgevormd tot gemeentehuis (zie Beekstraat nummer 4). Ook de posterijen worden in het nieuwe gemeentehuis ondergebracht. Vandaag herbergt het gebouw het secretariaat van het OCMW. Eveneens in 1962 vangt men aan met de verkaveling van de nieuwe wijk de Vijvers ten noorden van de Veldhoekstraat, genoemd naar een stuk land dat volgens De Flou voor het eerst wordt vermeld in 1846. In 1963 worden er de eerste huizen gebouwd. De wijk wordt ingedeeld in drie lanen: de Vijverslaan, de Wilgenlaan en de Deconinckslaan. In 1965 komt een einde aan de jaarlijkse Heilige Sacramentsprocessie en de Onze-Lieve-Vrouwprocessie (zie Stokhovestraat nummer 14) op de parochie Waardamme.
In het midden van de jaren 1970 wordt nabij de grens met Loppem het traject van de autosnelweg A17/E403 Brugge-Kortrijk gerealiseerd. Sindsdien is het westelijk deel van Waardamme enkel via de twee bruggen over de autosnelweg bereikbaar. Sinds 1 januari 1977 vormt Waardamme een deelgemeente van Groot-Oostkamp. In het laatste kwart van de 20ste eeuw worden een aantal nieuwe verkavelingen gerealiseerd, onder meer nabij de dorpskern en de Rooiveldstraat (Waterhoenstraat, Watersnipstraat en Meerkoetstraat). Naast de nieuwe verkaveling op de hoek Kortrijksestraat-Veldhoekstraat (wijk De Vijvers), ontstaat er rond het kruispunt Veldhoekstraat-Sijslostraat de wijk de Groene Jager. Ten westen van de wijk De Vijvers komt begin 21ste eeuw een nieuwe wijk tot stand.
Waardamme betreft in hoofdzaak nog een landbouwgemeente met verspreid liggende hoeves en een concentratie van bewoning rond de dorpskern met de parochiekerk gewijd aan de Heilige Blasius (zie Kerkstraat nummer 1). De configuratie van de dorpskern gaat terug tot de 18de eeuw. Naast de 18de-eeuwse classicistische Sint-Blasiuskerk en enkele 18de-eeuwse woonhuizen (zie pastorie, Beekstraat nummer 4), bleven in de omliggende straten ook enkele 19de-eeuwse lage dorpswoningen bewaard (zie Sint-Blasiusstraat nummer 10, Kloosterstraat nummer 10). Ten zuiden van de dorpskom en langs de Kortrijksestraat ligt een kleine industriezone: in de tweede helft van de 19de eeuw en de eerste helft van de 20ste eeuw worden in de directe omgeving van de kerk aan de Kortrijksestraat enkele woonhuizen en werkplaatsen opgericht (zie Kortrijksestraat nummer 364 en 384). Aan de rand van de dorpskern bevond zich de stoomkorenmaalderij en olieslagerij Rommel, tot stand gekomen op het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw (zie Kortrijksestraat nummers 407 en 409). De overige de industriële gebouwen, die wat verderop gelegen zijn van de dorpskern, ontstaan vanaf het midden van de 20ste eeuw (zie Kortrijksestraat nummers 410-412).
Waardamme kent verscheidene gebieden met weinig of geen bebouwing. Aan de randen van de vroegere 'velden' ontstonden gehuchten, waardoor men vandaag naast de verspreide landbouwbedrijven verschillende kleine wijken terugvindt. De wijk Woesten was voorheen een leengoed. De eerste vermelding dateert volgens De Flou van 1440, hoewel de bebouwing er vermoedelijk pas in de 18de en de 19de eeuw voorkomt. De wijk Rooiveld is gelegen tussen Waardamme en Ruddervoorde. De eerste vermelding zou volgens De Flou dateren van 1484-1510 met "jeghenste royvelt in Wardamme". De wijk Doeveren is gelegen in Waardamme en Loppem en verwijst etymologisch naar 'op de oevers van een voormalige vijver'. De eerste vermelding van de benaming Doeveren dateert volgens De Flou van 1799. De wijk Veldhoek wordt volgens De Flou voor het eerst vermeld op de Atlas van Vandermaelen in 1836. De eerste vermelding van de wijk Knok dateert volgens De Flou van 1872. Recente woonwijken vindt men onder meer terug in de wijk De Vijvers, de wijk de Groene Jager en in het Waaroostpark op de grens met de deelgemeente Oostkamp.
De over het Houtland verspreide landelijke woningen en kleine boerderijen situeren zich langs verharde wegen van lokaal belang en komen vaak gegroepeerd voor langsheen secundaire wegen. De kleine tot matig grote boerderijen dateren voornamelijk uit de tweede helft van de 18de eeuw en de eerste helft van de 19de eeuw (zie Banebosdreef, De Knok, Hoogveldstraat, Stokhovestraat, Veldhoekstraat), hoewel er ook hoeves voorkomen uit het midden en de tweede helft van de 19de eeuw (zie Populierenstraat, Meersenstraat). Men vindt zowel hoeves van het langgeveltype en hoeves met losse bestanddelen terug. De grotere boerderijen liggen meestal in de nabijheid van een kasteel. In het noorden van Waardamme liggen bossen en drie kasteeldomeinen met dreven en hun bijhorende hoeves. Het kasteel "Rooiveld" met kasteelhoeve en omliggende 18de- en 19de-eeuwse hoeves zijn gelegen langsheen de Rooiveldstraat (zie nummers 62-64 en 111) en de Denemetstraat (zie nummer 5). Bij het kasteeldomein "De Woesten" (zie Woestendreef nummer 8) behoren enkele 19de-eeuwse bijgebouwen en hoeves aan de Woestendreef (zie nummer 1), de Lariksdreef (zie nummers 1, 3-5) en de Kortrijksestraat (zie nummer 350). De hoeves die horen bij het kasteeldomein "Doeveren" (zie Sijslostraat nummer 194) situeren zich langs de Sijslostraat (zie nummers 184, 192). De dorpskern van Waardamme komt vanaf het einde van de 19de eeuw (zie Kloosterstraat, Sint-Blasiusstraat) tot het midden van de 20ste eeuw (zie Zuidstraat, Akkerstraat, Beekstraat) verder tot ontwikkeling.
Bron: VANWALLEGHEM A. met medewerking van CREYF S. 2007: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Oostkamp, Deel I: Deelgemeente Oostkamp, Deel II: Deelgemeenten Hertsberge, Ruddervoorde en Waardamme, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL30, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Akkerstraat (Waardamme)
Omvat
Banebosdreef
Omvat
Bosdreef (Waardamme)
Omvat
De Knok
Omvat
Denemetstraat
Omvat
Dorpsplein
Omvat
Hoogveldstraat
Omvat
Kasteeldomeinen Gruuthuyse, De Cellen, Erkegem en Kampveld
Omvat
Kerkstraat
Omvat
Kloosterstraat
Omvat
Lariksdreef
Omvat
Meersenstraat
Omvat
Populierenstraat
Omvat
Rooiveldstraat
Omvat
Sijslostraat (Waardamme)
Omvat
Sint-Blasiusstraat
Omvat
Stokhovestraat
Omvat
Veldhoekstraat
Omvat
Woestendreef
Omvat
Zuidstraat
Is deel van
Oostkamp
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Waardamme [online], https://id.erfgoed.net/themas/14717 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Gemeente Oostkamp
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.