Jabbeke is een woon- en landbouwgemeente in West-Vlaanderen, gelegen op 10 kilometer ten westen van Brugge. In 1977 werd Jabbeke samengevoegd met de gemeenten Snellegem, Stalhille, Varsenare en Zerkegem. De spilgemeente Jabbeke heeft, zonder deelgemeenten, een totale oppervlakte van 1343 hectare en telt 4435 inwoners (2007).
Jabbeke heeft zijn succes als woongemeente te danken aan de ligging aan het knooppunt van de snelwegen E40 Brussel-kust en de A10 naar Oostende, wat een vlotte bereikbaarheid garandeert. Historische verbindingswegen zijn de Gistelsteenweg die sinds de 18de eeuw de dorpen tussen Brugge en Oostende verbindt, de provincieweg tussen Torhout en Jabbeke, de spoorweg Brugge-Oostende en het kanaal Brugge-Oostende. Sinds het interbellum ontwikkelde Jabbeke een bescheiden industriële activiteit, met onder meer twee ondertussen gesloten sigarenfabrieken; het huidige industrieterrein bevindt zich in de nabijheid van de snelweg.
De ontstaansgeschiedenis van de gemeente kan uit de geografische samenstelling van het grondgebied worden afgeleid. Jabbeke ligt op de grens tussen de Noordzeepolders en de zandstreek, waarbij de noordelijke helft van de gemeente tot de polders behoort en de zuidelijke helft tot de zandstreek. De overgang wordt gevormd door een vrij onvruchtbare strook zand, afkomstig van oude duinen. Deze strook bevindt zich ter hoogte van de vroegere "Zandstraat", tegenwoordig de as Ettelgemstraat-Dorpsstraat-Varsenareweg. Tot voor 800-900 bestond het gebied ten noorden van deze verbindingsweg uit slikken en schorren. De bevolking ging steeds noordelijker wonen om de gronden te ontginnen. De kerk van Jabbeke werd daarom gesticht op de kruising tussen de Zandstraat en de Jab-beek, door de bevolking die de nieuwe gronden in cultuur had gebracht. De parochie ontstond wellicht in de 9de eeuw; in de 10de eeuw staat de kerk al onder patronaat van de bisschop van Doornik.
De oudste documenten waarin de naam Jabbeke voorkomt, dagtekenen uit de 10de eeuw. Een charter uit 961 van Arnold de Oude, zoon van graaf Boudewijn II de Kale, spreekt van "Jabeca" en in hetzelfde jaar wordt de naam teruggevonden in cartularia en andere documenten, maar dan als "Jabbeka" en "Jabeka". De vroegste vermelding van Jabbeke als parochie vinden we in het "Liber Traditionum": in 971 schonken Windelmarus en zijn echtgenote Hildrada een deel van hun goederen aan de Sint-Pietersabdij in Gent; Jabbeke wordt hier als "Gelbecca" vermeld. Vanaf 1248 blijft de huidige schrijfwijze nagenoeg ongewijzigd.
Jabbeke verwijst met het tweede deel van zijn naam naar de beek waarlangs het dorp is ontstaan en die dezelfde naam als de gemeente draagt. Over de betekenis van het eerste gedeelte van de naam "Jabbeke" bestaat geen zekerheid. "Iat" kan vanuit een Saksische oorsprong als "gat" verklaard worden, vanuit het Engels als "gate" of "yate" (poort, doorbraak, opening). Een andere verklaring verwijst naar de eigennaam Ida of Iduberga. Volgens J. Claerhout betekent het oude werkwoord "jata" "gieten"; Carnoy vergelijkt het deeltje "Jat" met "Gatja", oorsprong van de rivier de Gete.
De parochie vormde, samen met Stalhille, een ambacht in het Brugse Vrije. In de loop van de 16de eeuw werd dit ambacht met dat van Snellegem en Zerkegem verenigd. Behalve het grondgebied van het Brugse Vrije behoorden delen van Jabbeke tot de "Heerlijkheid van het Proossche" en tot de "Heerlijkheid Guysen".
Het "Proossche van Sint-Donaas" was een kerkelijke heerlijkheid, in leen gehouden door de Proost van het Sint-Donaaskapittel. Het gebied lag versnipperd over stad Brugge, het Brugse Vrije en Frans-Vlaanderen. In Jabbeke waren de gronden van het Proossche ten noorden van de kerk gelegen, langs de Stationsstraat.
De "Baronie van Guysen" was een belangrijke heerlijkheid die verspreid lag over tien dorpen, namelijk Zevekote met als hoofdzetel het Guysenhuis, Zande, Koekelare, Vlissegem, Mariakerke, Middelkerke, Roksem, Houtave, Stalhille en Jabbeke. In Jabbeke strekte Guysen zich uit over 166 gemeten, gelegen ten zuiden van de begraafplaats. De baronie van Guysen had 167 achterlenen, waarvan één in Jabbeke, namelijk "'t Hof van Watermaele" (zie Oudenburgweg nummer 50).
Kasteelheren van Jabbeke waren vanaf de 15de eeuw de Heren van Straten, onder wie vooral Iwein een grote rol speelde in Vlaanderen tijdens de regering van Lodewijk van Male, Filips de Stoute en Jan zonder Vrees. In 1406-07 kwamen de schepenen van het Brugse Vrije zich in Jabbeke vestigen toen de stad Brugge de lakenindustrie beperkingen oplegde. Dat herhaalde zich in de 15de eeuw nog enkele keren, telkens als er moeilijkheden waren tussen de stad Brugge en het Brugse Vrije. Deze historische feiten bevestigen het belang van Jabbeke in die periode. De latere kasteelheren van Jabbeke stammen uit het geslacht van Haveskercke.
In 1488 plunderden de troepen van Maximiliaan van Oostenrijk het dorp en deden 1579 de geuzen hetzelfde, waarbij de parochiekerk zware schade opliep.
In de 17de eeuw werden alle landgoederen van het kasteeldomein verkocht aan de Heren van Caloen. Omstreeks 1800 kwamen de eigendommen door erfenis in handen van de familie Van Larebeke, die het door verkochten aan de burggraaf du Bus de Gisignies. Na de Tweede Wereldoorlog viel het historische kasteeldomein uit elkaar en werd het kerngedeelte tot een exclusieve villaverkaveling, het Flamincka Park.
Al voor de Franse Revolutie was de kerk van Jabbeke erg bouwvallig geworden. In 1768 stortte een hoek van de toren in en verpletterde een deel van het Onze-Lieve-Vrouwekoor. De kerk werd volledig afgebroken in de loop van de jaren 1870 en vervangen door een neogotische kerk naar ontwerp van de Brugse architect A. Verbeke.
Het enkelvoudig spoortraject Brugge-Oostende werd ingereden op dinsdag 28 augustus 1838: de eerste trein reed door Varsenare, Snellegem en Jabbeke. In de beginjaren waren er op de lijn drie stations, Oostende, Jabbeke en Brugge. In 1858 werd een dubbel spoor aangelegd.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakte de aanwezigheid van het station de aanvoer van manschappen en materiaal naar het front mogelijk. Langs de Stationsstraat bouwde het Duitse leger een militair bevoorradingskamp, dat ook in de Tweede Wereldoorlog zou dienen. Door de aanwezigheid van dit kamp, vielen tijdens beide oorlogen slachtoffers in Jabbeke.
Tijdens de 20ste eeuw dankt Jabbeke zijn bekendheid vooral aan kunstenaar Constant Permeke (1929-1952), die jaren in het dorp leefde en werkte en er begraven ligt. Zijn woning-atelier werd na zijn dood tot museum ingericht. Het café Sint-Hubertus bij de kerk is eveneens een getuigenis van de aanwezigheid van Permeke in het dorpsleven van Jabbeke.
De dorpskern van Jabbeke ontwikkelde zich op het kruispunt van de Jab-beek en de Zandstraat, de huidige Dorpsstraat. De bebouwing van de woongemeente concentreerde zich eeuwen langs deze oost-west-as en tevens langs het noordelijke tracé van de huidige Stationsstraat. In de tweede helft van de 20ste eeuw waaierde de bebouwing sterk uit, waarbij nieuwe verkavelingen zich ten noorden en zuiden van de Dorpsstraat en Gistelsteenweg ontplooien. Een opvallende verkaveling is het Flamincka Park, teruggaand op het domein van het Kasteel van Jabbeke. Het centrum van de huidige dorpskern wordt gevormd door de neogotische parochiekerk naar ontwerp van architect A. Verbeke. Om de kerk heen zijn nog een aantal authentieke dorpswoningen terug te vinden, onder meerde reeds genoemde herberg "Sint-Hubertus" en de voormalige smidse, huidig café op nummer 7. In de Caverstraat, een zijstraat van de Dorpsstraat, vinden we een typische statige notariswoning met grote tuin. Een getuige van de 19de-eeuwse situatie is de "Kerrebrouckmolen" in de Dorpsstraat, de enige molen die in Jabbeke werd bewaard. Een ander architecturaal overblijfsel uit die periode is de neogotische kapel van de katholieke dorpsschool, in de Kapellestraat.
Andere voorbeelden van historiserende 19de- en begin-20ste-eeuwse architectuur vinden we terug tussen de villa’s in het Flamincka Park, waar de nummers 1, 5, 7, 27, 35 in een vorig leven dienstgebouwen van het kasteeldomein waren. Het neoclassicistisch kasteel zelf werd afgebroken in 1967.
Tijdens het interbellum kende Jabbeke een opmerkelijke groei, wat goed af te lezen valt aan een aantal woningen uit deze periode in de dorpskern en langs de Gistelsteenweg. Een prachtige modernistische villa is de woning annex atelier die architect Pierre Vandevoort in 1929 ontwierp voor Constant Permeke langs de Gistelsteenweg.
Rond de ondertussen sterk uitgebreide bebouwde kom, behield de omgeving een landelijk karakter, met een aantal concentraties van hoeves, vaak teruggaand op eeuwenoude historische sites. Een cluster opmerkelijke hoeves vinden we in het noorden van de gemeente langs de Torhoutweg, zie nummers 22, 35 en 37. De hoeves op de Aartrijksesteenweg nummers 70 en 72 zijn terug te brengen tot een opperhof-neerhofsite "Zuytveld". Ook de hoeve "Guysenhof", Oudenburgweg, verwijst naar een vroegere heerlijkheid. Deze historische hoeves vertonen allemaal de karakteristieke bouwfysische kenmerken van de hoeves in de Noordzeepolders. Ze bestaan uit bakstenen gebouwen, veelal witgekalkt en onder pannen zadeldaken, die los van elkaar geschikt zijn op een ruim erf. Meestal bestaan ze uit boerenhuis, stallen, wagenhuis en grote schuur, waarbij het boerenhuis vaak van het langgestrekte type is, met geïncorporeerde stallingen. Oudere hoeves zoals de reeds genoemde, hebben een hoge opkamer, wat architecturaal vertaald wordt in hoger geplaatste vensters en, in sommige gevallen, een hoger geplaatst dak. Een gaaf bewaarde hoeve van dit type is het "Hoveniershof", Stationsstraat nummer 63. Een prachtig en zeer oud voorbeeld is de hoeve langs de Legeweg nummer 19, met opvallende bergschuur en een 17de-eeuws woonhuis met mooie detaillering.
Opmerkelijk voor Jabbeke is het bewaarde erfgoed uit de Eerste Wereldoorlog. De Stationsstraat wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een (voormalige) kazerne vlakbij de spoorweg, zie nummer 61. De site gaat terug op het militaire park dat tijdens de Eerste Wereldoorlog aan de westkant van de straat werd aangelegd door het Duitse leger, met talrijke barakken en opslagplaatsen. Specifiek het vermelden waard zijn twee grote houten legerbarakken, waarvan één opvalt vanwege de bewaarde dansvloer uit de Tweede Wereldoorlog.
Bron: HOOFT E. met medewerking van BOONE B., CALLAERT G., DE BODT V. & SANTY P. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Jabbeke, Deelgemeenten Snellegem, Stalhille, Varsenare en Zerkegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL35, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Jabbeke
Omvat
Caverstraat
Omvat
Constant Permekelaan
Omvat
Dorpsstraat
Omvat
Duikerstraat
Omvat
Elfhoekstraat
Omvat
Ettelgemstraat (Jabbeke)
Omvat
Flamincka Park
Omvat
Gistelsteenweg (Jabbeke)
Omvat
Hogedijkenstraat
Omvat
Kapellestraat
Omvat
Kastanjebosstraat
Omvat
Koffiestraat
Omvat
Krauwerstraat
Omvat
Kroondreef
Omvat
Legeweg (Jabbeke)
Omvat
Oudenburgweg (Jabbeke)
Omvat
Spoorwegstraat
Omvat
Stationsstraat
Omvat
Torhoutweg
Omvat
Vaartdijk-Zuid
Omvat
Varsenareweg
Omvat
Walbekestraat
Omvat
Weststraat
Omvat
Zerkegemstraat
Omvat
Zevecotestraat
Omvat
Zomerweg (Jabbeke)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Jabbeke [online], https://id.erfgoed.net/themas/14722 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Gemeente Jabbeke
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.