Op 01/01/1977 worden Kortemark, Handzame en de eerder gefusioneerde gemeente Zarren-Werken (01.01.1971) samengevoegd als de fusiegemeente Kortemark. Handzame telt 3.048 inwoners en heeft een oppervlakte van circa 1.371 hectare (informatie gemeentebestuur Kortemark, 31/12/2007).
Het dorp Handzame is gelegen op elf kilometer van Diksmuide, op drie kilometer van Kortemark, op acht kilometer van Staden en op negen kilometer van Torhout. Vanaf de kerk van Handzame naar het gehucht "Edewalle" is het drie kilometer en naar de kerk van Werken circa tweeënhalve kilometer. Het is vier kilometer naar Zarren. Het grondgebied van Handzame vormt een centrale noord-zuidstrook binnen het grondgebied van de fusiegemeente Kortemark. Handzame paalt ten zuidwesten aan Zarren, ten noordwesten aan Werken, ten noordoosten (het gehucht "Edewalle") aan Ichtegem en ten oosten aan Kortemark.
Op grondgebied van Handzame situeren zich een aantal gehuchten waarvan het gehucht "Edewalle" het belangrijkste is. Deze bijna-enclave ligt geprangd tussen de grondgebieden van Werken, Koekelare, Torhout en Kortemark. "Edewalle" sluit aan bij en is eigenlijk de historische opvolger van het gehucht "Bescheewege", ten oosten ervan, op grondgebied Kortemark. Het gehucht "Aarsgat", op de grens van Handzame en Kortemark, zal tot in de 18de eeuw een belangrijke rol spelen als haven van Handzame. Het gehucht "Amersvelde" ten zuidwesten van de Amersveldestraat, is genoemd naar het verdwenen "kasteel van Amersvelde". Het gehucht "Kruisstraat" ligt op de kruising van de Groenestraat en de Amersveldestraat. Voorts zijn er de gehuchten "Vierschaere", "Lui(k)hoek", "Ruidenberg" (zie Ruidenbergstraat, op de grens met Kortemark en Ichtegem), en de "Muishoek" (ter hoogte van de Wittehuisstraat, genoemd naar de vroegere concentratie van de familie Muys).
De spoorlijn Lichtervelde-Veurne, aangelegd in 1857-1858 snijdt het grondgebied van Handzame van oost naar west doormidden. De belangrijkste bovenlokale weg is de Staatsbaan Lichtervelde-Diksmuide die Handzame parallel met de spoorlijn in twee snijdt. De Groenestraat leidt ten zuiden van het dorp en de Staatsbaan naar Hooglede. De Koekelarestraat van Kortemark naar Koekelare - aangelegd in 1887-1888 - snijdt het gehucht "Edewalle" in een westelijk en een oostelijk gedeelte.
De Steenstraat die in het gehucht "Edewalle" de grens vormt met Koekelare is een deel van de oude Romeinse heirweg van Kassel (Noord-Frankrijk) naar Aardenburg (Nederland).
Traditioneel is Handzame een landbouwdorp met akkerbouw en veeteelt. Vóór 1840 werken de landbouwers als bijverdienste in de linnennijverheid. Tengevolge van de crisis in de vlassector emigreren sommigen naar Canada en gaan anderen als seizoensarbeider werken in Frankrijk. In de eerste helft van de 20ste eeuw worden enkele kleinere nijverheidsbedrijven opgericht zoals onder meer een houtzagerij (zie Amersveldestraat), een schoenenfabriek en een cigarillofabriek ("Neos", zie Kronevoordestraat). Het jaarboek 1941 "Onze Vlasvezelbereidingsnijverheid" van 1941 vermeldt een viertal bedrijven voor Handzame, onder meer twee bedrijven in de Ambachtstraat (huidige Edewallestraat) en één in de Wittehuisstraat. Dit aantal zinkt echter in het niets tegenover het aantal bedrijven in bijvoorbeeld Kuurne of Harelbeke.
Handzame is een kleine landelijke woongemeente. Er is geen bedrijventerrein. De talrijke landbouwbedrijven buiten de dorpskom leveren vooral aan de REO-veiling in Roeselare.
Fysisch-geografisch behoort Handzame zowel tot het zandige Westelijk Houtland (noordelijk deel), als tot de meer zandlemige uitlopers van de "Rug van Westrozebeke" (zuidelijk deel). Centraal in het grondgebied situeert zich de zogenaamde polderintrusie van de Handzamevaart, bestaande uit zware kleigronden met zowel overdekte kreekruggronden en dekkleigronden, plaatselijk afgewisseld met zandige opduikingen. In het uiterste noordoosten van het grondgebied, binnen het Westelijk Houtland, wordt ook nog het "Plateau van Wijnendale" onderscheiden, dat zich als een zogenaamd erosiereliëf uitstrekt van Aartrijke over Wijnendale tot Ichtegem (Ruidenberg-Belhutte). Deze zone correspondeert ook met de zogenaamde oude veldgebieden van Torhout, waarvan het "Wijnendalebos" op het naburige Torhout en Ichtegem een restant vormt. De bodem bestaat er uit een complex van lemige zand- en kleigronden met verweringskenmerken, waarop zich bovendien de brongebieden situeren van de Colvebeek.
Handzame heeft een zacht tot plaatselijk sterk glooiend landschap met hoogteverschillen die variëren van circa vier meter boven zeespiegelniveau in de vallei van de Handzamevaart tot circa 45 meter in het noorden nabij Ruidenberg. Het gehucht "Hoge" in het zuiden, nabij de grens met Kortemark, loopt op tot een hoogte van circa 27,5 meter. Het reliëf neemt af ten westen naar de grondgebieden van Werken en Zarren toe. De beekstelsels met vrij smalle valleien van onder meer Bombeek, Stroobeek, Plaatsebeek, Zarrenbeek, Amersveldkasteelbeek en Kruisstraatbeek wateren in essentie westwaarts af naar de Handzamevaart (deelbekken van de IJzer).
Het halfopen cultuurlandschap met enkele hagen en bomenrijen omvat een afwisseling van eerder kleine akkerland- en weilandpercelen. De bebouwing is er hoofdzakelijk van het landelijk type en verspreid. Het open valleilandschap van de Handzamevaart, met slechts enkele percelen akkerland, omvat historisch permanent grasland met een uitgebreid slotenpatroon (vaak voormalige hooiweiden), spaarzame perceelsrandbegroeiing en weinig of geen bebouwing. De vallei van de Handzamevaart en de Kreke(l)beek-Spanjaardsbeek is historisch en geografisch van erg groot belang voor Handzame. Tot ongeveer anderhalve eeuw geleden werd ze bevaren (zie infra).
In 1085 wordt "Hansam" voor het eerst vermeld in het cartularium van de abdij van Ename. De opeenvolgende schrijfwijzen zijn: in 1115 "Hanzam", in 1268 "Hansame", in 1271 "Handsame", in 1302 "Hansame", in 1677 "Handsame" en in 1828 "Handzame".
Volgens P. Lansens in zijn Alouden Staet van Vlaenderen (Brugge, 1841) ontleent Handzame haar naam aan de Saksische woorden "Hanse" en "Ham". Het eerste woord zou wijzen op een maatschappij van kooplieden die via het water handel dreven, het tweede woord zou weide of woning betekenen. Een andere verklaring is dat "Hanzam" een samentrekking is van "Handesham" of "weide van Hande" (Dit is West-Vlaanderen. Steden-gemeenten-bevolking, Brussel, 1959). Volgens professor M. Gysseling is de benaming Handzame afgeleid van het Germaanse "Handas hamma" wat "landtong uitspringend in een inundatieterrein" / "aan een waterloop" betekent.
Volgens een legende houdt de huidige schrijfwijze van Handzame verband met een jarenlange vete tussen de voornaamste heren van Handzame, met name de heren van "Watervliet" en de heren van "Croonevoorde". Bij de verzoening tussen de beide families worden "de handen samen gelegd".
Tot ver in de middeleeuwen worden de laag gelegen gronden overspoeld door zout water, dat via met de zee verbonden geulen in het binnenland wordt gebracht (bijvoorbeeld de lage moerassige vallei van de Kreke tot Kortemark). Door een geleidelijke opslibbing van de geulen worden vele schorgronden in de loop van de middeleeuwen opnieuw toegankelijk en wordt het land gevrijwaard van nieuwe overstromingen door bijvoorbeeld het opwerpen van dijken. Op de veilige droge gronden en veelal in de buurt van open water ontstaan kleine nederzettingen, zoals Handzame. De nederzetting Handzame ("handas hamma") is ontstaan op een landtong in het inundatiegebied van "Hand". Wellicht in de 11de eeuw bevindt zich hier een haventje of losplaats waar schepen van middelgrote tonnenmaat bij hoogwater kunnen aanleggen. Het gehucht "Aarsgat" op de grens tussen Handzame en Kortemark, net ten zuiden van de Handzamevaart/ Kreke(l)beek-Spanjaardsbeek, zou hiermee verband houden. De kooplieden voor de Torhoutse jaarmarkt varen over de IJzerkreek naar Handzame en trekken vandaar te voet naar Torhout waar ze onder meer het Vlaamse laken kopen. Vandaar brengen ze hun goederen terug naar het economisch niet onbelangrijke Handzame, waar hun bewaakte schepen op de Vlaamse lakenvracht wachten. In een bevelschrift van circa 795 door Lyderyck II, forestier van Vlaanderen, wordt de Handzamevaart "de rivier de Rura" genoemd.
Vanaf de middeleeuwen tot de Franse Revolutie behoort Handzame tot de kasselrij van het Brugse Vrije onder het graafschap Vlaanderen. Het grootste deel van de parochie Handzame vormt met Kortemark het "Ambacht Kortemark" (vanaf 1281) onder de heerlijkheid van het "Land van Wijnendale".
De voor Handzame belangrijke "Heerlijkheid van Edewalle" bestaat uit 18 achterlenen die zich uitstrekken over het grondgebied van de huidige gemeentes Kortemark, Handzame en Zarren. Etymologisch wordt "Edewalle" verklaard als "Ede-ten-walle" of een "Eedgerecht ten walle of woud" (zie gehucht "Edewalle", zie voornamelijk onder Pastoor D. Vanhautestraat). "Edewalle" wordt als contribuante heerlijkheid onder het "Land van Wijnendale" bestuurd door een baljuw en een bank van zeven schepenen, bijgestaan door een griffier, een ontvanger en een stokhouder.
"Edewalle" is een enclave binnen het "Ambacht Kortemark". In het cartularium van de Sint-Pieterskerk van Rijsel is er in 1274 sprake van Beaudoin de Hiedewalle. Dit wordt gezien als de vroegste vermelding van de "Heerlijkheid van Edewalle".
De heerlijkheid van het "Hof van Amersvelde" (zie gehucht "Amersvelde", zie Amersveldestraat) is een appendant leen dat rechtstreeks van de Burg van Brugge afhangt. De adellijke familie van den Berghe die zich "heren van Watervliet" mochten noemen, wonen gedurende vier eeuwen op het "Kasteel van Amersvelde".
Een deel van het grondgebied behoort tot de heerlijkheid van het "Hof van Zarren" (zie inventaris Zarren).
De naam "Hansam" wordt voor het eerst vermeld in een akte van 1085 die de gift van de altaren van Kortemark en Handzame aan de abdij van Ename bekrachtigt (cartularium van de abdij van Ename). Het patroonaatschap van de kerk en de parochie Handzame wordt opgedragen aan de abdij van Ename, waarbij de abdij zowel kerkelijke als burgerlijke voogdij heeft. De abdij speelt mogelijk ook een rol bij de indijking van het gebied.
Waarschijnlijk vóór 1155 komt Handzame in het bezit van het huis van Oudenaarde of van Pamele (de juiste periode is onbekend) (zie historische inleiding Kortemark).
In 1220 beveelt Arnulf van Oudenaarde aan zijn baljuw te Kortemark zorg te willen dragen voor het innen en het verkopen van zijn persoonlijke tienden, alsook over deze van de abdij van Ename. In het cartularium van de Sint-Pieterskerk van Rijsel is er in 1274 sprake van Beaudoin de Hiedewalle. Dit wordt gezien als de vroegste vermelding van de "Heerlijkheid van Edewalle".
Op 25 oktober 1281 wordt Kortemark en een groot gedeelte van het huidige Handzame verkocht aan Gwijde van Dampierre (circa 1226 - Compiègne, 7 maart 1305), graaf van Vlaanderen. Arnulf van Oudenaarde verkoopt het burgerlijke gezag en de bezittingen aan de graaf, terwijl het kerkelijke gezag onder de abdij van Ename blijft. Dit blijkt uit het feit dat de abt van Ename tot de jaren 1300 de priesters van Kortemark aanstelt. De graaf van Vlaanderen voegt zijn nieuwe bezittingen te Kortemark-Handzame (vanaf dan ook het "Ambacht Kortemark" genoemd) toe aan zijn bestaande bezit te Wijnendale. Graaf Gwijde krijgt tevens het vrije maalrecht dat hij in 1281 of kort daarna afstaat aan Colard van Bavidam, broer van zijn baljuw te Wijnendale. In de geschiedenis van de "Hoge Heerlijkheid Wijnendaele" is er sprake van twee banwindmolens. Banwindmolens zijn eigendom van de graven van Vlaanderen die ze uitlenen aan hun vazallen, die ze op hun beurt uitlenen aan hun eigen leenmannen.
In 1294 wordt aan de IJzermonding bij Nieuwpoort de sluis naar Nieuwendamme gebouwd. Hierdoor kunnen veel drassige gronden ingepolderd worden.
Na de dood van Gwijde van Dampierre in 1305 wordt Handzame (een onderdeel van het "Land van Wijnendale") het bezit van Gwijde van Namen (circa 1272 - Pavia, 13 oktober 1311). Het "Land van Wijnendale" en het kasteel van Wijnendale (Torhout) worden begin 14de eeuw bezet door de Fransen en na een beleg van drie weken wordt het vrijgevochten in 1302.
De heren van Namen zijn tot begin 15de eeuw (1401 of 1407) de heren van "den lande van Wynendale", waarvan Handzame één van de elf gemeentes is. De heren van het Bourgondische huis volgen de heren van Namen op als bezitters van het erfgoed Wijnendale. Door het huwelijk van de erfdochter Maria van Bourgondië (circa 1400-1463) met hertog Adolf IV van Kleef-Mark (1373-1448), worden het kasteel en de domeinen als huwelijksgeschenk afgestaan aan de Hertogen van Kleef (1409).
In 1436 breekt er een opstand uit tegen hertog Filips III van Bourgondië of Filips de Goede (Dijon, 31 juli 1396 - Brugge, 15 juni 1467). De krijgslieden van Wijnendale verenigen zich met de opstandelingen te Brugge. De opstandelingen verliezen de strijd en in 1438 moet het bestuur van het "Land van Wijnendale" vergiffenis vragen.
In 1439 wordt "'t Goed te Amersvelde" vermeld als een leen met huizen, bomen en een windmolen. Heer hiervan is Jan van den Berghe (geboren te Handzame in 1360), heer van Watervliet en Boitshoucke, die in datzelfde jaar overlijdt. Hij reisideert op "Amersvelde" en is ook eigenaar van het "Hof Van Watervliet" (zie Kronevoordestraat nummer 159) dat als buitenverblijf wordt gebruikt en circa 1350 door zijn vader Joos van den Berghe (gestorven te Handzame in 1407) zou opgericht zijn. Jan is in dienst van de heer van Wijnendale, toendertijd de heren van Namen. Hij is achtereenvolgens schout in de heerlijkheid Wijnendale, kastelein en baljuw voor het hof van Wijnendale, schepen en burgemeester in het Brugse Vrije, baljuw van de Vier Ambachten, grootbaljuw van Kortrijk en van Veurne. Zijn zoon Joos van de Berghe, heer van Watervliet, heer van Amersvelde en forestier van het "Houthulstbos" sterft in 1458. De heren worden begraven in de kapel van de heerlijkheid "Amersvelde". De vroegste vermelding van de "Amersveldemolen" - een houten staakmolen op een molenwal - dateert uit de eerste helft van de 15de eeuw.
Op de "heerlijkheid van Edewalle" staat vermoedelijk reeds op het einde van de 15de eeuw een kapelletje waarin een kroonluchter met een beeldje van Onze-Lieve-Vrouw. In de kapel wordt gebeden tegen onder meer blindheid, kreupelheid en 'Catharinewielen'.
Op de Grote Kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus (1561-1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601) (zie kaarten na de historische inleiding) worden de kerk, de "Broeken" langs de Handzamevaart, de "Amersveldemolen" - een staakmolen op molenwal -, de kastelen "Croonevoorde", "Watervliet" en "Amersvelde", en een aantal hoeves waarvan sommige omwald afgebeeld.
In 1574 wordt aan het bestuur van de wateringen een plan voorgelegd om de Mandel met de Handzamevaart te Handzame of Zarren te verbinden. Dit plan is opgemaakt op vraag van de stad Roeselare die voor de in- en uitvoer enkel over de verbinding Mandel-Leie beschikt en een hoge tol moet betalen aan de steden Kortrijk en Gent. Deze steden vrezen echter voor hun graanmonopolie en verzetten zich tegen het ontwerp.
Vanaf 1559 ressorteert de parochie Handzame onder het bisdom Brugge, en niet langer onder het bisdom Doornik. Eind 16de eeuw wordt aan het bisdom toestemming gevraagd om de totaal verwoeste kerk te herstellen. Een afbeelding van deze verwoeste kerk vindt men op een kaart uit de late 16de eeuw (zie historische kaarten na de dorpsinleiding). Dit houdt verband met de beeldenstorm en de godsdiensttroebelen vanaf 1568. Op dezelfde kaart is een omwald 'kasteel' aangeduid te "Amersvelde" (zie Amersveldestraat).
In de periode 1588-1592 brengt de belastingsomschrijving van "Ambacht Zarren", Kortemark en Handzame niets op. Dit wijst op de volledige verarming en ontvolking van het gebied.
In de 16de eeuw raakt de "Heerlijkheid van Edewalle" in het bezit van Don Juan de Matansa, die zichzelf consul van Spanje, heer van Tilleghem, Edewalle, Aarsele, enzovoort mocht noemen. Vermoedelijk wordt het kapelletje van de "heerlijkheid van Edewalle" tijdens de beeldenstorm (eind 16de eeuw) in brand gestoken en wordt de kroonluchter stuk geslagen. Het zwartkleurig koperen beeldje in die luchter wordt volgens de legende teruggevonden in een gevelde boom in het "Edewallebos". Het beeldje wordt in een houten kapelletje geplaatst aan de lindeboom voor de vierschaar van de heerlijkheid en de herberg "Bescheewege" (zie Pastoor D. Vanhautestraat nummer +10).
Circa 1600 zijn er te Handzame twee aanlegplaatsen op de Handzamevaart, één aan de Kronevoordestraat en één aan de Aarsdamstraat (gehucht "Aarsdam" op de grens met Kortemark).
In 1609 sterft de laatste vertegenwoordiger van het geslacht van Kleef, namelijk Jan-Willem, hertog van Gullik. Dit geeft aanleiding tot de Gullikse Successieoorlog. Bij akte van 27 juni 1625 wordt de heerlijkheid van Wijnendale geschonken aan Wolfgang Willem, hertog van Neuberg, paltsgraaf van de Rijn, hertog van Beieren en prins van Neuberg. Na de dood van de aartshertog Albrecht in 1621 (aartshertogin Isabella wordt landvoogdes, maar er komt een einde aan het bestand met de Noordelijke Nederlanden) herbegint de oorlog tussen Spanje en Holland. Frankrijk steunt aanvankelijk de Hollanders en bezet de Spaanse Nederlanden. In de jaren 1640 worden veel mannen uit het "Ambacht Kortemark" opgevorderd om verdedigingswerken aan te leggen. Tot overmaat van ramp breekt in 1647 een pestepidemie uit. In 1667 (zogenaamde "Devolutieoorlog") valt Frankrijk opnieuw de Spaanse Nederlanden binnen, terwijl Engelse en Hollandse legers de Spaanse verdedigers bijstaan. In 1670 ontsnappen Wijnendale en het "Ambacht Kortemark" ter nauwer nood aan de Franse annexatie daar de paltsgraaf een verbond is aangegaan met Lodewijk XIV tegen de Staten van Nederland. In 1674-1678 komt Wijnendale opnieuw in Frans bezit. Door de Vrede van Nijmegen (17 september 1678) wordt de kasselrij Ieper Frans bezit (tot 1713). De grens van het Franse bezit loopt voortaan van Nieuwpoort langs de IJzer tot Diksmuide, vervolgens dwars door het "Vrijbos" (Houthulst) en langs de grens van Zarren, Handzame en Kortemark met Hooglede en Staden. Lodewijk XIV laat op aandringen van Vauban een fortenlijn aanleggen om zijn grenzen te beschermen. Het deeltje van Handzame onder de "Heerlijkheid van Haghebucx" onder de kasselrij van Ieper wordt bij Frankrijk gevoegd. Het "Land van Wijnendale" en vooral de Krekevallei leven nu onder Franse dreiging, zodat hier voortdurend een Spaanse bezetting blijft. In 1694 dringen de Nederlanders onder bevel van Willem III door tot het Frans gebied van Hooglede en Roeselare. Dit wordt op 17 juli 1695 beantwoord door een Franse aanval op Roeselare, de Fransen stoten tien dagen later door tot Wijnendale en "Ambacht Kortemark". Bij de Vrede van Rijswijk in 1697 moet Frankrijk de sinds 1678 veroverde gebieden terug afstaan.
Deze oorlogen zorgen telkens opnieuw voor ellende bij de bevolking. Door het doorsteken van de sluizen wordt telkens (een deel van) "Veurne-ambacht" onder water gezet, wat wellicht ook zijn gevolgen heeft voor de Krekevallei. In de tweede helft van de 17de eeuw kent Vlaanderen enkele ernstige graancrisissen.
In 1626 wordt voor het beeldje van Onze-Lieve-Vrouw van Edewalle op de plaats van de oude kapel een kleine kapel gebouwd, het zogenaamd "Onser Vrauwen Cappelleken van Borghers Scheewege" (zie Pastoor D. Vanhautestraat nummer +10). In 1627 wordt vermeld dat de zogenaamde "Hamersvelde Capelle" op de "heerlijkheid Amersvelde" belast is met twee missen per week, wat een grote kapel veronderstelt. Deze kapel is echter zeker 15de-eeuws, daar Jan en Joos van den Berghe daar begraven werden in de tweede helft van de 15de eeuw. In 1632 (een andere bron geeft het jaartal 1646) wordt de "kapelanie van Amersvelde" (zie Amersveldestraat) bij de kerk van Handzame gevoegd. Bij die gelegenheid worden de grafstenen van de van den Berghes verplaatst naar de kerk van Handzame. Deze grafstenen in de kerk zijn wellicht verdwenen bij de vergroting van de kerk in 1887-1894 (zie Handzameplein zonder nummer).
In 1653 komt de "Heerlijkheid van Edewalle" in handen van jonkheer Pieter de Pozzolo, heer van Huelwalle en Commarde. Deze verkoopt de heerlijkheid in 1663 aan jonker Nikolaas Rommel, schepen van het Brugse Vrije. Circa 1690 komt "Edewalle" in het bezit van jonker Hubert-Arnold Audejans.
De oudst bekende vermelding van de "Hantsaeme Meulen" - een staakmolen - op het gehucht "Muishoek" (de huidige Handzaamse Nieuwstraat) komt voor in een oorkonde van 1701.
De Vrede van Utrecht in 1713 maakt een einde aan de oorlogen die de hele 17de eeuw bepaalden (zie boven). De Zuidelijke Nederlanden worden nu het bezit van Karel VI van Oostenrijk (voorheen Karel van Habsburg genoemd) en zullen in de 18de eeuw een periode van economische voorspoed kennen. De kasselrij Ieper hoort opnieuw bij de Nederlanden waardoor Handzame niet langer een grensgebied met Frankrijk vormt.
In 1750 doet Roeselare nogmaals het voorstel om de Mandel met de Handzamevaart te verbinden maar dit wordt, net zoals het ontwerp van 1574, niet uitgevoerd. In 1760 worden de laatste schepen met kolen en kalk gelost aan het "Aarsgat" (grens Handzame/ Kortemark). De vaargeul tussen Werken en het "Aarsgat" is aangeslibd en de schepen zullen in de toekomst hun lading lossen in Werken (zie 19de eeuw). Enkel platbodemige binnenschepen kunnen - en dan nog enkel in de winter en tijdens hoge waterstand - te Handzame aanleggen.
In 1769 gaat de "Heerlijkheid van Edewalle" over op het geslacht van Huerne. Baron van Huerne bouwt in 1772 een stenen kapel voor het beeldje van Onze-Lieve-Vrouw van Edewalle, dit in de nabijheid van de vierschaar (zie Pastoor D. Vanhautestraat nummer +10). De opbrengsten van een speciaal hiervoor aangeplant bosje naast de kapel, zogenaamd het "Kapellebuschje" zorgen voor het onderhoud van de kapel.
Op de Ferrariskaart van 1770-1778 is het dorp met verspreide bebouwing langs een kruisvormig stratenpatroon aangeduid ten noorden van de brede vallei van de "Hantsaeme"(-vaart) en de "Crekelbeke". De dorpskom wordt onder meer gekenmerkt door de Sint-Hadrianuskerk (zie Handzameplein zonder nummer) en de omwalde pastorie. Ter hoogte van de Kronevoordestraat, ten zuiden van de vallei, zijn er twee belangrijke omwalde hoevesites aangeduid, met name de hoeve "Croonevoorde" met kasteeldreef, aangeduid als "Croonevoorde châ(teau)" ten westen van de straat, en de hoeve "Watervliet" ten oosten van de straat. Volgende gehuchten of "h(ameaux)" zijn aangeduid: "Edewalle", "Heirsgat" (de haven van Handzame) ter hoogte van de "Crekelbeke" en "Amersvelde" met het omwalde "Hof van Amersvelde". Enkel de "Hantsaeme Meulen" is aangeduid op de Ferrariskaart.
"Huygebaerts molen" of de "Plaetsemolen" - een houten graan- en oliewindmolen op molenberg - is vermoedelijk op het einde van de 18de eeuw (nog niet aangeduid op de Ferrariskaart van 1770-1778) gebouwd door Henricus Huyghebaert.
Tijdens het Franse bewind (1794, 1795 - 1815) worden de leenheerlijke rechten afgeschaft en bepaalde goederen aangeslagen. Volgens de Franse Grondwet hebben enkel de dorpen met een bevolking van meer dan 5.000 inwoners recht op een eigen gemeentebestuur. Handzame wordt onder Torhout gevoegd en maakt samen met Aartrijke (Zedelgem), Ruddervoorde (Oostkamp), Lichtervelde, Kortemark, Koekelare en Ichtegem het 39ste bestuurlijk kanton van het Leiedepartement uit.
Bij de inval van de Fransen in 1794, wordt het zogenaamd "Kapellebuschje" volledig omgehakt en wordt de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Edewalle (gedeeltelijk ?) vernield (zie Pastoor D. Vanhautestraat nummer +10). Het beeldje wordt echter in veiligheid gebracht door de molenaar van de "Bescheewegemolen", die het teruggeeft aan Joseph van Huerne. Dit is meteen één van de vroegste vermeldingen van deze molen op het gehucht "Bescheewege"/ "Edewalle" (grondgebied Handzame, op de grens met Kortemark, op hoek Edewallestraat (toenmalige Schaakstraat)/ Noordbosstraat). Daar deze houten staakmolen op een molenwal nog niet aangeduid is op de Ferrariskaart (1770-1778), moet hij gebouwd zijn na de opname van de kaart en voor ten laatste 1789 (verkoopcontract). De "Abeelemolen" - een houten staakmolen met drie zolders, ingericht als graan- en oliemolen - van circa 1787 dateert uit dezelfde periode (zie Groenestraat nummer 7).
Doordat Handzame geweigerd heeft de vaargeul van de Handzamevaart te verbreden en recht te trekken, slibt deze stilaan dicht op Handzaams grondgebied. Als gevolg hiervan kent Werken een grote bloei, het dorp leeft van zijn twee kleine haventjes, één op de Handzamevaart en één op de Colvebeek. Vele schepen lossen hun lading te Werken, waar de Handzaamse handelaars hun lading ophalen met een eigen trekschuit over de bochtige en smalle vaargeul. Het nieuwe gemeentebestuur - in 1801 wordt Handzame een zelfstandige gemeente - wil de vaargeul van de Handzamevaart vanaf Werken tot Handzame verbreden, maar de behoudsgezinde instanties hebben daar geen oren naar. Wel krijgt Handzame in 1815 zijn "Vrijdagmarkt" voor boter, eieren, vlees, textiel en ijzerwaren, tot aan de Tweede Wereldoorlog een bloeiende markt. Het marktoctrooi wordt in 1842 goedgekeurd.
Door het verdrag van Lunéville van 9 februari 1801 aanvaarden de paltsgraven de onteigening van het "Ambacht Kortemark" en de goederen van het "Land van Wijnendale" in ruil voor gelijkwaardige gronden aan de Rijn. Vanaf dat ogenblik kunnen de bewoners of gebruikers van gronden, gebouwen, molens enzomeer eigenaar worden en voor eigen rekening werken.
Circa 1800 huwt de laatste erfgename van vroegere "Heerlijkheid van Edewalle" en wellicht van heel wat gronden, Marie-Josephine van Huerne, met baron Jean-Marie de Pelichy. Hun dochter huwt in 1828 met baron Louis-Jean Gilles en na haar dood voegt de baron haar naam toe aan zijn eigen naam omdat zij de laatste erfgenaam is van het geslacht de Pelichy; zo wordt het baron Louis-Jean Gilles de Pelichy.
Bij pauselijke bulle van 29 november 1801 worden nieuwe bisdommen opgericht. De parochie Handzame die tot het afgeschafte bisdom Brugge behoorde wordt ondergebracht onder het bisdom Gent. In 1834 komt Handzame opnieuw onder het bisdom Brugge.
In 1801 wordt Handzame, dat tot dan tot het "Ambacht Kortemark" behoort, een zelfstandige gemeente. Het grondgebied van de vroegere "Heerlijkheid van Edewalle" wordt verdeeld tussen de gemeenten Koekelare, Ichtegem, Kortemark en Handzame. Laatstgenoemde gemeente krijgt het grootste deel. De gehuchten "Amersvelde", "de Slomme" en "de Waalhoek" die tot het "Ambacht Zarren" behoorden, worden eveneens aan Handzame toegevoegd. Sinds 1804 bevinden de gemeentediensten zich in de herberg "Au Damier" op de Marktplaats.
In 1817 schenkt de familie Gilles de Pelichy (erfgenamen van Huerne) het beeldje van Onze-Lieve-Vrouw van Edewalle aan de parochiekerk van Kortemark (in het werkje "Stichting der kerk van Edewalle-busch" van K. Vercamere wordt echter 1850 als datum gegeven). Het beeldje is dus niet in de kapel op "Bescheewege" teruggeplaatst, alhoewel deze pas afgebroken wordt bij de aanleg en het kasseien van de steenweg in 1887 (vermoedelijk wordt hier de rechttrekking van de Edewallestraat bedoeld) en de kapel nadien nog heropgebouwd wordt (zie Edewallestraat zonder nummer, links van nummer 80, inventaris Kortemark). Voorwaarde is dat het beeld zou terugkeren naar "Edewalle" indien er een nieuwe kerk of kapel gebouwd zou worden.
Op 15 december 1819 onder het Hollands bestuur wordt het wapenschild van Handzame verleend. Dit schild is geïnspireerd op de legende "handen samen". Volgens die legende zou de benaming Handzame ontstaan zijn vanuit de verzoening van de heren van Handzame, Watervliet en "Croonevoorde" in de tweede helft van de 14de eeuw. Bij K.B. van 20 november 1843 wordt het wapenschild erkend door het Koninkrijk België.
In 1822 sticht pastoor K. Dewilde te Handzame de "vereniging der zusters van den H. Vincentius". De eerste kloosterlingen ontvangen hun levensregel van pastoor P. Goddyn in 1835 en leggen in 1838 hun geloften af. In 1848 nemen zij de regel van het bisdom aan. In 1822 wordt aan de Edewallestraat een klooster en de "armenschool van Sint-Vincentius" gebouwd op cijnsgronden van de Commissie voor Openbare Onderstand (zie Edewallestraat nummer 37).
Het "Kasteel van Amersvelde", ooit bewoond door de adellijke familie van den Berghe, "heren van Watervliet", wordt in 1826 omschreven als "een zeer schone betimmerde en bewalde schaappagthoeve genoemd het Amersveld kasteel te Hantsaeme". In 1916 is de hoeve nog bewaard, bij de inventarisatie konden geen sporen van de hoevesite meer geregistreerd worden (zie Amersveldestraat).
Circa 1840 is er grote armoede omwille van de aardappelziekte en in 1846 is de graanoogst minderwaardig. In 1848 daalt het bevolkingscijfer tengevolge van de hongersnood en dit cijfer zal zich slechts langzaam herstellen (in 1845 telt Handzame 2.845 inwoners, in 1868 slechts 2.554). In de eerste helft van de 19de eeuw vormt de huisweverij (de verwerking van vlas) een bijverdienste voor de landbouwers. Deze huisweverij wordt circa 1850 verdrongen door de bloeiende weverijen in de Leiestreek.
Circa 1840 sticht pastoor Goddyn in de Middenstraat (een straat in het noordoosten van Handzame, op vandaag horend bij het gehucht "Edewalle") de "Arme School der HH. Maria en Joseph". De school bestaat aanvankelijk uit een huis en een schoolzaal, maar het aantal kinderen van "Edewalle" en het naburige Werken groeit zo snel aan dat er kort na de stichting van de school reeds een klaslokaal wordt bijgebouwd.
Dezelfde pastoor laat circa 1850 een gildezaal bouwen ten behoeve van de noodlijdenden in Handzame (zie Schoolwegel).
In 1844 krijgt winkelier Stragier toestemming van de Bestendige Deputatie om bovenop het dak van zijn te bouwen woning, vermoedelijk aan de huidige Werkenstraat, een koren-, mout-, pel- en oliemolen op te richten. In 1846 is de molen maalvaardig. In 1875 spreekt een koopakte over een koren- en cichoreimolen. In 1890 wordt de dakmolen door molenmakers ontmanteld als herstellingsmateriaal.
De "Kruisstraatmolen" - een stenen stellingmolen (koren en olie) - is in 1846 gebouwd door bakker Decoutter op het gehucht "Kruisstraat", op het kruispunt van Amersveldestraat en Groenestraat. In 1873 wordt molenaar Raes eigenaar van de molen en het molenhuis, zie naamgeving "Raes' molen". Ivo Braem vervangt in 1847 de "Hantsaeme Meulen" of "Braems molen" (aan de huidige Handzaamse Nieuwstraat) - een houten koren- en oliewindmolen - door een stenen stellingmolen. In 1855 wordt het binnenwerk van de molen volledig vernieuwd na een zware brand. Nog in 1847 worden de gemeentediensten ondergebracht in een gedeelte van de school.
Op de P.C. Poppkaart (circa 1850) is Handzame ingedeeld in secties, maar ook de oudere, ancien régime verdeling van het grondgebied is op deze kaart nog aangeduid. Het oosten en de dorpskom van de gemeente behoren tot het "Ambacht Kortemark". Het zuidwesten en het westen van de gemeente evenals een klein deeltje aan de westzijde van van het gehucht "Edewalle" behoren tot de "Splete in 't vrije". De gehuchten "Edewalle"/ "Bescheewege" en een stuk van de "Muishoek" behoren tot de "Heerlijkheid van Edewalle". De uiterste zuidoosthoek behoort niet tot het Brugse Vrije maar maakt deel uit van de kasselrij Ieper. Op deze kaart worden circa 26 hoeves met omwalling aangeduid, de kerk te midden van een kerkhof, de omwalde pastorie, de school van "den verschen dijk" en zes windmolens. Het dorp situeert zich ten noorden van de Handzamevaart, rondom de kerk, op de kruising van de huidige Handzamestraat, Edewallestraat (voorheen Ambachtstraat), Werkenstraat en Kronevoordestraat. De vroegere "Heerlijkheid van Edewalle" bevindt zich in het noorden van de gemeente en de bewoning aldaar situeert zich nabij "Bescheewege" op de grens van Handzame en Kortemark (aanduiding kapel en "Bescheewegemolen"). Het noorden van deze vroegere heerlijkheid is bosgebied en bijna onbewoond. Ook het gehucht "Amersvelde", met het "Amersvelde Casteel" en de "Amersveldemolen" zijn aangeduid.
In 1857-1858 wordt de spoorlijn Lichtervelde-Veurne aangelegd. Aanvankelijk fungeert een houten barak als wachtzaal en bureel. In 1860 wordt het stationsgebouw gebouwd (zie Kronevoordestraat nummer 81). In 1842 is de Handzamevaart nog meer verzand en nog enkel bevaarbaar voor de Handzaamse trekschuiten. Men hoopt nog steeds op een rechttrekking van een bocht bij de "Langendam brugge". De verbetering van de bestrating circa 1850 en de aanleg van de spoorlijn Lichtervelde-Veurne in 1857-1858 betekent echter zowat het einde van het goederenverkeer op de Handzamevaart te Handzame.
In 1874 wordt de "Arme School der HH. Maria en Joseph" in de Middenstraat opgeheven bij gebrek aan onderwijzend personeel. In datzelfde jaar sticht baron Ludovicus Gilles de Pelichy (Antwerpen) in de omgeving de zustersschool "Arme School van Sint-Charles" (zie Pastoor D. Vanhautestraat nummer 12). In 1869-1871 is ook de proosdijkapel van "Edewalle" (zie Pastoor D. Vanhautestraat nummer +10) gebouwd in opdracht van baron Gilles de Pelichy. De school en de proosdijkapel vormen samen de kern van het latere gehucht "Edewalle". In 1883 wordt bij de school in de Pastoor D. Vanhautestraat een zusterswoning met drie klaslokalen bijgebouwd. Vanaf het einde van de 19de eeuw bevindt het centrum van het tweelinggehucht "Bescheewegel" "Edewalle" zich dan ook niet langer op "Bescheewege" (grens Handzame en Kortemark), maar ruim een kilometer noordoostelijker, waar in 1870 de kerk en in 1874 de school wordt gebouwd (zie Pastoor D. Vanhautestraat). Ook de aanleg van twee grote steenwegen (Kortemark-Koekelare in 1885-1886 en Handzame-Edewalle in 1887) zorgt voor een dalend belang van "Bescheewege".
In 1880 verdwijnt de "Huygebaerts molen" of de "Plaetsemolen" op de hoek van de Werkenstraat en de Ambachtstraat (huidige Edewallestraat) omwille van de slechte windvang. De molenberg is bewaard in de tuin van Werkenstraat nummer 6 (zie Werkenstraat nummer 6).
In 1881 moeten de Zusters van de Heilige Vincentius de school aan de Edewallestraat ontruimen ten gevolge van de schoolstrijd. Sinds 1879 is reeds gestart met de bouw van een school en klooster nabij het station (zie Kronevoordestraat nummer 62). In 1895 is dit een vrije gemengde school.
Circa 1880 - zie schoolstrijd - wordt een deel van de gildezaal (zie Schoolwegel) ingericht als meisjesschool. Eind 19de eeuw wordt de school afgeschaft wegens het geringe aantal leerlingen en bij de gemeentelijke jongensschool gevoegd. Nog een gevolg van de schoolstrijd is dat het gemeentebestuur in 1884 de schoolgebouwen inruilt voor de herberg "Het trommeltje" in de Ambachtstraat (de huidige Edewallestraat).
In 1892 kopen de Zusters van Liefde van Kortemark het klooster aan de Edewallestraat aan om het te verbouwen tot een instelling voor ouderlingen (zie Edewallestraat nummer 37).
Vanaf 1892 wordt de "Amersveldemolen" gepacht door René Deceuninck, vandaar de benaming "Ceunincks meulen".
In 1890-1891 wordt de bedding van de Handzamevaart ter hoogte van de Kronevoordestraat een honderdtal meter zuidwaarts verlegd en wordt in de Kronevoordestraat een nieuwe, ijzeren brug over de vaart gebouwd (zie Kronevoordestraat zonder nummer, rechts van nummer 13, zogenaamde "Croonevoordebrug"). Circa 1895 dringt Roeselare - dat eind 19de eeuw een grote bloei kent - er bij de hogere overheid een derde maal op aan om de Mandel met de Handzamevaart te verbinden om zo een zeeverbinding tot stand te brengen. Het voorontwerp Piens van een kanaal Roeselare-Diksmuide met gebruikmaking van de Handzamevaart wordt echter een derde maal gedwarsboomd door het protest van andere steden. Een tiental jaar later doet de stad Diksmuide verwoede pogingen om het ontwerp Piens er toch door te krijgen. Er is ondertussen een ontwerp door conducteur D' Haassche van Bruggen en Wegen om een verbindingskanaal Brugge-Roeselare te graven. De stad Diksmuide bepleit een aftakking van dit kanaal waarbij gebruik zou worden gemaakt van de Handzamevaart, maar ook dit wordt nooit uitgevoerd wegens tegenstrijdige belangen. Ondertussen is men zich bewust van de noodzaak aan een dringende verbetering van de onderlinge verbindingen tussen de waterwegen. In 1910 wordt ingenieur Allaeys belast met de opmaak van een plan voor een kanaal Roeselare-Handzame-Diksmuide, met een vertakking naar Brugge. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog belet echter de realisatie van dit plan.
In 1894 wordt een nieuw station gebouwd (zie Kronevoordestraat nummer 81). In dit gebouw waren ook het postkantoor en vanaf 1906 de telefooncentrale gevestigd.
Circa 1900 wordt een kleine gevangenencel ingericht in de gildezaal (zie Schoolwegel). In 1911 worden er herstellingswerken uitgevoerd en wordt het gebouw vergroot. De zaal fungeert tot de Eerste Wereldoorlog als feestzaal (in 2004-2005 afgebroken).
In 1901 wordt de proosdij van "Edewalle" (zie Pastoor D. Vanhautestraat nummer +10) verheven tot zelfstandige parochie. In 1904 worden bij de "Arme School van Sint-Charles" (zie Pastoor D. Vanhautestraat nummer 12) drie nieuwe klaslokalen bijgebouwd naar plannen van bouwmeester Wagemans (Antwerpen). Vanaf dat ogenblik ontvangt de school een staatstoelage en wordt ze aanneembaar.
In 1903 wordt op het Handzameplein een gemeentehuis gebouwd in neogotische stijl (zie Handzameplein nummer 1).
Vermoedelijk begin 20ste eeuw wordt de "Amersveldekapel" vervangen door het "Amersveldekruis" (zie Amersveldestraat zonder nummer).
In 1908 wordt de (Handzame-)Nieuwstraat aangelegd waardoor "Braems molen" een betere toegang en een nieuwe naam krijgt. De "Abeelemolen" wordt begin 20ste eeuw (vermoedelijk in 1913) verkocht aan Jozef Darras (zie volkse naamgeving " t' Tjeppen Darras' molen") die in 1913 een nieuwe woning bij de molen bouwt. Een molenaarswoning uit de eerste helft van de 19de eeuw is echter bewaard (zie Groenestraat nummer 7).
Duitse opmars en bezetting
Op 19 oktober 1914 arriveren de Duitsers te Handzame waarbij ze zeventien mensen om het leven brengen. Op 25 maart 1915 worden de bewoners en de Zusters van het Sint-Jansgesticht (zie Edewallestraat nummer 37) op straat gezet door de Duitsers, die het gebouw in gebruik nemen als "feldlazarett". Vier zusters blijven ten behoeve van de verzorging van de zieke en gekwetste soldaten. Ook het klooster van de de Zusters van de Heilige Vincentius (zie Kronevoordestraat nummer 62) wordt door de Duitsers bezet.
Tussen 1915 en 1918 richt de Duitse eenheid "Flieger Abteilung 19" een vliegveld met drie startbanen op te Handzame, dit voor lange-afstandsverkenningen. Er worden ook talrijke nachtelijke bomaanvallen op geallieerde gebieden achter de vuurlinie uitgevoerd vanuit Handzame. De nabijheid van het station (zie Kronevoordestraat nummer 81) is voor het vliegveld van strategisch belang voor de aanvoer per spoor. Hierdoor wordt de omgeving van het station op 30 juli 1917 door de geallieerde Belgen en Engelsen beschoten. Hierbij worden een aantal huizen (zie Kronevoordestraat) en het klooster van de de Zusters van de Heilige Vincentius (zie Kronevoordestraat nummer 62) volledig vernield. Twee dagen eerder was het gehucht "Amersvelde" beschoten. Dit kadert in de voorbereiding van de derde Slag om Ieper (31 juli -10 november 1917) en kondigt een hele rij zware beschietingen aan. De geëvolueerde geallieerde zware artillerie is opgesteld in Elzendamme (Vleteren).
In 1917 worden de bewoners uit hun huizen en uit de gemeente verdreven. De velden zijn omgewoeld tot gevechts- en verdedigingslinies. De "Flandern I-Stellung" loopt van de Handzamevaart over Hooglede en Sleihage (Staden) naar Sint-Pieter op Ledegem. De "Flandern II- Stellung" loopt als hoofdweerstandslijn van Zarren over Westrozebeke (Staden) naar Passendale (Zonnebeke). In het verlengde van de "Flandern I-Stellung" en ten noorden van de uit zijn oevers getreden Handzamevaart (natuurlijke hindernis) loopt de verdedigingslinie "Hindenburglijn" langs de Bombeek tussen Handzame en Werken.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog is er een Duitse militaire begraafplaats naast de gemeentelijke begraafplaats van Handzame (zie Edewallestraat zonder nummer). De eerste bijzettingen vinden plaats vanaf oktober 1914, de laatste in januari 1918. De meeste graven dateren van 1915-1916. Een apart deel was voorbehouden voor de doden van het Reserve Infanterieregiment 61: 36 graven van slachtoffers uit de periode oktober 1917 tot januari 1918 die vielen bij "Terrest" en het bos van Houthulst (gemeente Houthulst). In totaal lagen er 175 Duitse en twee Canadese militairen begraven. De militaire begraafplaats werd in 1928-1929 ontruimd. Op vandaag is enkel een hardstenen voetstuk van een monument bewaard.
De bevrijding
De vallei van de Handzamevaart - deze staat onder water en is verbonden met de overstroomde IJzervallei - is van groot strategisch belang. De verovering van de Krekevallei in het najaar van 1918 impliceert de omsingeling van Diksmuide. De daarop volgende doorstoot naar Torhout en Brugge heeft de vrijmaking van de kust tot gevolg. Op 29 september 1918, na de val van het "Houthulstbos" ("Flandern II-Stellung"), zetten de Duitsers de aftocht in en wordt Klerken (Houthulst) zonder noemenswaardige tegenstand heroverd door de geallieerden. Net na de middag verkennen de geallieerden Werken via de Steenstraat, maar de brug over de Handzamevaart is vernield en de "Broeken" van de Handzamevaart staan onder water. De legerleiding beveelt om een aanval op Werken uit te voeren om te kunnen doorstoten tot het gehucht "Schuddebeurze" (aan de Steenstraat, ter hoogte van de Schuddebeurzewegel) om zo de baan Kortemark-Edewalle-Belhutte (Koekelarestraat op grondgebied Kortemark en Handzame) te bezetten. Deze aanval moet echter worden uitgevoerd via drie smalle, onbeschermde en blootliggende wegen in de "Broeken" van de Handzamevaart. De aanval om 19u35 mislukt, maar om 23u wordt een nieuwe aanval uitgevoerd. Deze aanval wordt afgebroken omwille van hevig Duits artillerievuur en "Minenwerfers". Van 2 tot 13 oktober houdt het 20ste Linieregiment de sector Zarren in handen. De frontlijn loopt dan langs de Handzamevaart vanaf het op 29 september heroverde Diksmuide tot Zarren en vandaar zuidwaarts langs de "Flandern I-Stellung". De geallieerden voeren vanuit Zarren talrijke verkenningsopdrachten in de richting van de Handzaamse gehuchten "Amersvelde" en "Kruisstraat" uit. Op 14 oktober wordt een aanval ingezet op de "Flandern I-Stellung". Deze aanval vindt plaats ten zuiden van de spoorlijn Lichtervelde-Veurne, de Duitse stellingen ten noorden van deze spoorlijn worden aanvankelijk ongemoeid gelaten. Vanuit het smallere overstromingsgebied ter hoogte van het gehucht "Aarsgat" (grens Handzame en Kortemark) wordt de "Hindenburglijn" vanuit het oosten aangevallen. Deze omsingelingstactiek van de geallieerden op de Duitse "Flandern I-Stellung" is bedacht door generaal Michel en wordt ook wel het "Manoeuver van Torhout" genoemd. Bij deze aanval worden Handzame, Kortemark en Roeselare bevrijd. Twee dagen later begint de Duitse aftocht en worden Werken en Torhout bevrijd.
De wederopbouwperiode van de jaren 1920
Het dorp Handzame komt volledig verwoest uit de Eerste Wereldoorlog. Van de 699 huizen die de gemeente in 1914 telt, zijn er 274 totaal verwoest en 425 zwaar beschadigd. Er worden noodwoningen, met name houten barakken en betonnen woningen van het Koning Albertfonds (opgericht in 1916 en afgeschaft in 1925), opgetrokken (zie Handzaamse Nieuwstraat). In afwachting van de wederopbouw worden ook semi-definitieve woningen gebouwd. De meeste huizen worden hersteld of heropgebouwd in de periode 1920-1929 naar ontwerp van onder meer de architecten J. De Groote (Blankenberge), F. Todt (Gent), Thierry Nolf (Torhout) en G. Van Sluys (Blankenberge) (zie Inventaris van het archief van de Dienst der Verwoeste Gewesten, 1986). Uit kaarten- en kadasteronderzoek kon niet afgeleid worden dat de inplanting van de huizen door deze wederopbouw drastisch wijzigde (zie Handzameplein).
Ook de de Sint-Hadrianuskerk (zie Handzameplein zonder nummer) is volledig vernield en van 1919 tot 1922 wordt de gildezaal ingericht als noodkerk (zie Schoolwegel). Tegen een nog rechtopstaande muur van de kerkruïne wordt een barak getimmerd die fungeert als gemeentehuis. Ook de school wordt in 1919 hervat. Tot april 1920 vinden de lessen voor de jongens plaats in de lokalen van het Sint-Jansgesticht (zie Edewallestraat nummer 37) in afwachting van de wederopbouw van de school nabij het station. In 1920-1924 wordt de kerk heropgebouwd naar vooroorlogs model (toestand 1887-1894) naar ontwerp van bouwmeester Thierry Nolf (Torhout). Het gemeentehuis wordt in 1919-1922 eveneens identiek heropgebouwd naar ontwerp van dezelfde architect. In 1919 begint men met het ruimen van het puin van het klooster van de de Zusters van de Heilige Vincentius, waarna de wederopbouw volgt (zie Kronevoordestraat nummer 62).
Tijdens de Eerste Wereldoorlog neemt pastoor Blancke het beeldje van Onze-Lieve-Vrouw van Troost mee, zodat het niet in handen zou vallen van de Duitsers (zie Pastoor D. Vanhautestraat nummer +10). De kerk van "Edewalle" wordt beschadigd en in 1920-1924 hersteld.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt het "Amersveldekruis" (zie Amersveldestraat zonder nummer) vernietigd. Na de oorlog wordt het terug opgericht en op 17 mei 1923 ingewijd.
De familie Deceuninck treft bij de terugkeer, begin 1919, een verwoeste "Amersveldemolen" aan. De houten bovenbouw van de molen die stillag tijdens de oorlog, is stukgeschoten en het hout is door de soldaten gebruikt als brandhout, enkel de teerlingen in metselwerk zijn niet beschadigd. Ook het molenhuis is totaal verwoest. De molen wordt niet heropgebouwd. Ook de "Braems molen" of de "Nieuwstraatmolen" (aan de huidige Handzaamse Nieuwstraat) en de "Kruisstraatmolen", die tijdens de Duitse aftocht van 1918 vernield waren, worden na de oorlog niet heropgebouwd. "Braems molen" wordt vervangen door een mechanische olieslagerij, de "Kruisstraatmolen" door een mechanische maalderij.
Ook Jozef Darras treft bij zijn terugkeer in 1919 de "Abeelemolen" volledig verwoest aan (zie Groenestraat nummer 7). Daarop koopt Darras de Gistelse "Westmolen" - een houten staakmolen opgericht circa 1609 - en herbouwt deze molen op de plaats van de vóóroorlogse "Abeelemolen".
Interbellum
In 1930 laat het bestuur van Bruggen en Wegen een nieuwe studie over het kanaal Roeselare-Diksmuide uitvoeren, maar ook dit ontwerp wordt niet uitgevoerd. Reeds na de Eerste Wereldoorlog vertonen de Krekebeek en de Handzamevaart, die daarvoor zuiver en visrijk waren, de eerste tekenen van vervuiling.
In 1935-1936 wordt de rijksweg Lichtervelde-Zarren aangelegd. Deze weg volgt het traject van de spoorlijn Lichtervelde-Veurne en de grintweg naar het gehucht "Aarsgat".
Tijdens de achttiendaagse veldtocht (10-28 mei 1940) wordt strijd gevoerd om het nog vrije gebied tussen de Noordzee, de IJzer, de Ieperlee en de lijn Ieper-Roeselare-Tielt-Aalter-Zeebrugge. De ijzeren brug over de Handzamevaart (1887-1894) ontsnapt op het nippertje aan de dynamitering (zie Kronevoordestraat zonder nummer). Op 27 oktober 1943 worden de drie kerkklokken in beslag genomen en 'naar het oosten' afgevoerd. Op 20 juli 1944 wordt in het station (zie Kronevoordestraat nummer 81) een halthoudende trein door een geallieerd gevechtsvliegtuig onder vuur genomen. Op 26 augustus van datzelfde jaar stort een brandend vliegtuig te pletter te Handzame. De zeskoppige bemanning (vijf Britten en een Canadees) worden met militaire eer begraven op het kerkhof. De laatste Duitsers verlaten de gemeente op 7 september 1944 en een dag later trekken de geallieerde legers over Diksmuide, Esen, Vladslo en Beerst in de richting van de kust.
Naoorlogse periode
Bij een eindejaarsstorm in 1945 waait de "Abeelemolen" (zie Groenestraat nummer 7) omver. Hiermee verdwijnt de laatste Handzaamse molen.
Halverwege de jaren 1950 ontvangt de zustersschool "Arme School van Sint-Charles" (zie Pastoor D. Vanhautestraat nummer 12) ook subsidies van de gemeente Handzame. Na het schoolpact (1959) wordt het een vrije gesubsidieerde school. In 1954 wordt de ijzeren brug over de Handzamevaart afgebroken omdat de smalle doorgang verkeershinder gaf voor het verkeer in de Stationsstraat (huidige Kronevoordestraat).
Vanaf 1965 houden goederentreinen geen halt meer te Handzame, waarna de loskaai wordt afgebroken (zie Kronevoordestraat nummer 81).
In 1981 stopt de trein voor de laatste maal in het station van Handzame. Het stationsgebouw (zie Kronevoordestraat nummer 81) is bewaard en is onder meer in gebruik als jeugdhuis.
In 1985 wordt het klooster van de de Zusters van de Heilige Vincentius door een brand vernield en niet meer heropgebouwd (zie Kronevoordestraat nummer 62).
De dorpskom van Handzame spreidt zich uit langs de west-oostas Werkenstraat/ Handzameplein/ Handzamestraat en langs de noord-zuidas Edewallestraat/ Handzameplein/ Kronevoordestraat. De eerste as loopt parallel met de Handzamevaart, de vallei van de meanderende Handzamevaart is hier ongeschonden met de kenmerkende hoeve "Watervliet". Een recente woonwijk met straten genoemd naar bloemen situeert zich tussen de Handzamestraat (ten noorden van), de Edewallestraat en de Spondestraat (grens met Kortemark).
Evenals de andere dorpen van de fusiegemeente ligt het grondgebied van Handzame op zeven à veertien kilometer van het front van de Eerste Wereldoorlog. De beschadiging en/ of de vernietiging van het dorp is een gevolg van de vernietigingen vanaf de derde Slag om Ieper (31 juli -10 november 1917) en bij het eindoffensief in september-oktober 1918.
Het Handzameplein is een rechthoekig plein met westelijke uitloper rond de Sint- Hadrianuskerk (zie Handzameplein zonder nummer) en een doodlopende steeg. De omgeving van het plein en de kerk wordt gekenmerkt door een aaneengesloten bebouwing, een situatie die teruggaat tot de eerste helft van de 19de eeuw. Op de Ferrariskaart (1770-1778) daarentegen is de kerk nog omwald, evenals de ten zuiden ervan gelegen pastorie. Na de Eerste Wereldoorlog wordt de kerk herbouwd naar het oude model, inculusief de bakstenen spits met dito borstwering met pinakels van 1893. Benevens de gotische wederopbouwkerk is het voormalig gemeentehuis een erg beeldbepalend eclectisch gebouw met neogotische inslag. Dit gemeentehuis van 1903 wordt gedurende de Eerste Wereldoorlog zwaar beschadigd en tussen 1919-1922 heropgebouwd naar de vooroorlogse toestand. De gevelwanden van het plein bestaan deels uit 19de-eeuwse burgerhuizen van twee bouwlagen onder zadeldaken, waarvan de lijstgevels na de beschadiging tijdens de Eerste Wereldoorlog werden voorzien van een gecementeerd parement. Voorts wordt het plein gemarkeerd door het Heilig Hartbeeld van 1929 en het oorlogsgedenkteken voor de militaire en de burgerlijke slachtoffers van de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.
De Edewallestraat, de Handzamestraat en de Kronevoordestraat worden gekenmerkt door een aaneengesloten bebouwing van burgerhuizen met 19de-eeuwse kern, meestal breedhuizen van twee bouwlagen onder pannen zadeldaken. De Edewallestraat wordt onder meer gekenmerkt door een aantal lijstgevels met witgeschilderde bepleistering. De Handzamestraat wordt gemarkeerd door een imposant vrijstaand herenhuis uit de tweede helft van de 19de eeuw, waarvan de lijstgevel na de Eerste Wereldoorlog afgewerkt is met een similibezetting in art-decovormgeving naar ontwerp van de Brugse bouwmeester Ludovicus Goormachtigh. De “Woning Dewulf”, een achterin gelegen, 18de-eeuws, éénlaags renteniershuis is sinds 2001 beschermd. De Werkenstraat wordt gemarkeerd door een meer verspreide bebouwing: nummer 8 is een vrijstaand, laag 19de-eeuws roodbakstenen woonhuis met voortuin, nummer 6 is een villa binnen een ruime tuin met opgaande bomen van circa 1925. In de 19de eeuw was de laatst genoemde site onbebouwd, met uitzondering van het 19de-eeuwse tuinpaviljoen. In de tuin is de molenberg van de verdwenen "Huygebaerts molen" of de "Plaetsemolen" geïntegreerd.
De Kronevoordestraat wordt aan de Handzamevaart getypeerd door een voormalige herberg met achterliggende ast van circa 1889 en door de "Kronevoordebrug".
Het station van Handzame van 1894 op de de spoorlijn Lichtervelde-Veurne (aangelegd in 1856-1858) is niet vernietigd tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het is opgetrokken in een stationsarchitectuur, typisch voor de tweede helft van de 19de eeuw.
Het landelijk gebied van Handzame wordt gekenmerkt door een aantal kapellen en kruisen. Het zogenaamd "Amersveldekruis" is gelegen op een splitsing van de Amersveldestraat. De Gouden-Hoofdstraat en de nabijgelegen Brouckstraat wordt gekenmerkt door een viertal kapellen. De vrij grote kapel bij Brouckstraat nummer 4 is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes en is in 1901 gebouwd door burgemeester Hippoliet Ampe (1896-1914), bewoner van de vlakbij gelegen "hoeve Posthoorn". Een andere vrij grote kapel op de hoek van de Handzamestraat en de Spondestraat is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Troost en is vermoedelijk gebouwd door de Handzaamse geneesheer Pieter Joannes Pattyn (1794-1864). Voorts zijn een aantal pijlerkapelletjes, meestal uit het midden van de 20ste eeuw bewaard.
De hoeves in het landelijk gebied van Kortemark hebben meestal een L-vormige of U-vormige opstelling rondom het erf. Een aantal 18de-eeuwse en 19de-eeuwse hoeves zijn bewaard. Het boerenhuis van een hoeve aan de Slommestraat dateert van 1779 zie jaarsteen: typerend is het gebruik van grijsgesmoorde baksteentjes voor de pilastervormige deuromlijsting. De "hoeve Posthoorn" is fasegewijs tot stand gekomen met opeenvolgende bouwfasen begin 19de eeuw, in 1884, 1894 en 1903. Markerend zijn vooral het boerenhuis van 1902 (zie jaarankers) met erfgevel naar de straat gericht en breed centraal dakvenster als puntgevel in gepleisterde en geschilderde vakwerkimitatie en een gekasseide erfoprit met weegbrug en ast (zie Brouckstraat nummer 4). Bij de 19de-eeuwse hoeve zogenaamd het "Klokhof" zijn vooral de ruime omhaging van voornamelijk hulst, de erfpijlers en het imposante boerenhuis met stalling opkamertraveeën onder doorgetrokken zadeldak met dakruiter (oorspronkelijk bedoeld voor klokje) van belang. De hoeve zogenaamd "De Doornhaege" is landschappelijk erg mooi gelegen en omringd door populieren. Bij het 19de-eeuwse witgeschilderde boerenhuis sluiten een stalling en een bakhuis aan.
Voorts telt het landelijk gebied een aantal hoeves uit de wederopbouwperiode van de jaren 1920. Een hoeve ter hoogte van de Amersveldestraat bewaart een mooi boerenhuis met kozijnconstructies met beluikte benedenvakken (zie Amersveldestraat nummer 223). De historische hoeves "Watervliet" en "Kronevoorde" zijn reeds afgebeeld op 17de-eeuwse kaarten, maar zijn in hun huidige vorm verzorgde wederopouwhoeves. De hoeves aan de Hazewindstraat nummer 10 en Vrijbosstraat nummer 4 zijn als wederopbouwhoeves erg beeldbepalend in het straatbeeld. De hoeve aan de Hazewindstraat ligt binnen een ruime boomgaard op een heuvelrug met omliggende weiden en akkers (zie Hazewindstraat nummer 10). De hoeve aan de Vrijbosstraat is eveneens gelegen op de helling, de U-vormige opstelling is met de open zijde naar de straat gericht (zie Vrijbosstraat nummer 4).
Heel wat hoeves vormen een landschappelijk baken door de lindebomen bij de erftoegang, ook hagen (voornamelijk meidoorn en hulst) en (restanten van) boomgaarden zijn bewaard.
Het gehucht "Edewalle" wordt gevormd door het einde van de Edewallestraat en de Koekelarestraat en de Pastoor D. Vanhautestraat. De Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaartkerk met omringend kerkhof is in 1869-1871 gebouwd als proosdijkapel, dit in opdracht van Ludovicus baron Gilles de Pelichy (Antwerpen), eigenaar van het voormalige "Edewallegoed". De aanpalende pastorie wordt circa 1870 gebouwd. Circa 1873 wordt in dezelfde straat de "Arme School van Sint-Charles" gebouwd. Het gehucht wordt tevens gekenmerkt door een aantal lage arbeidershuisjes uit het einde van de 19de eeuw of het eertste kwart van de 20ste eeuw.
Bron: BAERT S. & VANNESTE P. in samenwerking met CREYF S., DEVOOGHT K., GHERARDTS F. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortemark, Deel I: Deelgemeenten Kortemark en Handzame, Deel II: Deelgemeenten Werken en Zarren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL40, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanneste, Pol; Baert, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Beekstraat
Omvat
Brouckstraat
Omvat
Gouden-Hoofdstraat
Omvat
Groenestraat
Omvat
Handzaamse Nieuwstraat
Omvat
Handzameplein
Omvat
Hazewindstraat
Omvat
Hemelstraat (Handzame)
Omvat
Kronevoordestraat
Omvat
Noordbosstraat
Omvat
Pastoor D.Vanhautestraat
Omvat
Ruidenbergstraat
Omvat
Sacramentstraat
Omvat
Schaakstraat
Omvat
Schoolwegel
Omvat
Slommestraat
Omvat
Staatsbaan (Handzame)
Omvat
Steenstraat (Handzame)
Omvat
Vaartstraat
Omvat
Vrijbosstraat (Handzame)
Omvat
Werkenstraat (Handzame)
Omvat
Wittehuisstraat
Omvat
Zuidbosstraat
Omvat
Zwevelvoetstraat
Is deel van
Kortemark
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Handzame [online], https://id.erfgoed.net/themas/14742 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.