Geografisch thema

Eikenstraat

ID
14773
URI
https://id.erfgoed.net/themas/14773

Beschrijving

Straat in het zuiden van Harelbeke, in het gehucht Stasegem. De straat loopt van de Stasegemsesteenweg naar het gehucht Steenbrugge en meer bepaald naar de Oudenaardsestraat. Een sluitende verklaring voor de straatnaam behalve de evidente verwijzing naar de boomsoort kon niet worden gevonden. Eertijds de "Eeckstraet" of "Eeckhoutstraete" (18de eeuw) genaamd; de "Eikstraat" wordt volgens De Flou echter pas vermeld in 1902.

De straat wordt voor het eerst afgebeeld op de kaart uit het landboek van Harelbeke-buiten, opgemaakt in 1768 door landmeter Frans De Bal, waarop ze wordt vermeld als "D'eeck Straete Van Steenbrugge naer 't goed 't Halle". Het betreft een lange straat die vanaf de latere spoorlijn het tracé van de huidige straat Veldrijk volgt en zo doorloopt tot in het gehucht Steenbrugge. De straat is in het noorden geënt op het goed "Te Halle" (Stasegemsesteenweg), het centrum van één van de grootste en belangrijkste heerlijkheden van Harelbeke. De straat is bebouwd met enkele dieperin gelegen hoevesites ten zuidoosten en in het noordoosten staat een dreef afgebeeld naar het meersengebied, voorloper van de huidige Gavers. Zelfde weergave op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), waar de straat is weergegeven als een met bomen omzoomde dreef. Op de Atlas der Buurtwegen (1845) wordt de straat, "Eeckstraet", weergegeven als "Chemin n° 20" met als beschrijving "Chemin de la ferme Yzerbyt au Gavers vers Steenbrugge"; de weg volgt hetzelfde, hogerop geschetste parcours. Ten zuiden van de straat lopen twee geregistreerde veldwegen. De ene, "Sentier n° 31", loopt in westelijke richting en wordt beschreven als "Chemin du Eyckstraet par le Koutermolen au Waterstraet"; de tweede loopt in zuidelijke richting en is vermeld als "Sentier du Eyckstraet au Audenaerschen heirweg" ofte "Sentier n° 44". Langs de eerste veldweg ligt de Koutermolen. Met de aanleg van de spoorlijn Kortrijk-Brussel in 1868 wordt de straat in twee gesplitst en ontstaat er, omdat enkele hoeves moeten bereikbaar blijven, geleidelijk aan een nieuwe baan ten noorden van de spoorlijn, de huidige Eikenstraat. Niettemin is het straatdeel dat parallel loopt met de spoorlijn pas als officiële straat aangelegd in het laatste kwart van de 20ste eeuw.

Achter de bebouwing ligt het provinciaal domein de Gavers (nummer 131). De Gavers, waarvan de benaming volgens De Flou voor het eerst voorkomt in 1843, zijn van oudsher laag gelegen, vochtige weide- en hooilanden met zanderige verhevenheden, die bijna jaarlijks overstromen en op de perceelsgrenzen getypeerd worden door rijen knotwilgen of elzen en langs de ontsluitingswegen door populieren. In 1968 wordt het zand opgespoten in functie van de aanleg van de autostrade E17 (toen E3); tegen het einde van 1970 is het oorspronkelijke landschap verdwenen. Door de sterke verschillen in de kwaliteit van het zand ontstaat een vijver met grillige vorm, landtongen en inhammen; de diepte varieert en gaat tot maximum 16 meter. In 1974 koopt het provinciebestuur van West-Vlaanderen het verlaten gebied aan en begint het door bebossing, natuurprojecten en recreatieve uitbouw te ontwikkelen tot een gevarieerd domein. Onder druk van de Natuurwerkgroep De Gavers wordt het zuidwestelijke deel van de vijver in het midden van de jaren 1970 als natuurreservaat afgebakend en op 12 mei 1974 opent Bloso een recreatiecentrum voor watersport. Het provinciedomein de Gavers wordt de groene long van Kortrijk genoemd; het domein strekt zich uit over 173 hectare en omvat een meer van ongeveer 60 hectare. Rond de vijver ligt sportaccommodatie (watersport, zwemzone, trekkershutten) met onder andere bootjes en steigers, een observatiehut van 1980 met panoramisch overzicht over het domein, de Koutermolen (zie zonder nummer), een cafetaria en verschillende parkings, bereikbaar vanaf de Stasegemsesteenweg, Meersenstraat en Eikenstraat. Het gebied omvat één ha schraal hooiland (de "vlinderweide") ten noorden van de vijver en zes ha natte weiden met ondiepe plassen ten zuidoosten van de vijver ("villaplasjes") en ten noordoosten van de vijver ("oeverzwaluwenrand"). De oorspronkelijke Gaverbeek, die stroomt vanuit het westen, van rond het goed "Te Halle", wordt deels gekanaliseerd ten zuiden van de vijver en mondt uit in de toenmalige Pluimbeek, thans zogenaamd de Gaverbeek. De Gaverbeek vormt de noordelijke grens van het gehucht Stasegem.

Thans straat met geasfalteerd wegdek en licht krommend tracé. Uitsluitend woonfunctie in de straat; achter de bebouwing ligt het natuur- en recreatiedomein de Gavers en aan de straatzijde, afgescheiden door bomen, een uitgebreide parkeerzone voor het domein. Enkele, schaars bewaarde in oorsprong 18de-eeuwse (nummer 181) en 19de-eeuwse hoeves. Nummer 155, hoeve met recent herbouwd woonhuis doch bewaarde landgebouwen; één van de landgebouwen is in het metselwerk van de kopgevel gedateerd "1882". Nummers 167-169, tweewoonst voor het eerst weergegeven op de kaart van het Militair Cartografisch Instituut (circa 1880) en thans vrij grondig verbouwd met onder meer vernieuwde openingen en schrijnwerk. De bebouwing verschijnt hoofdzakelijk vanaf de jaren 1950 en neemt zo geleidelijk aan het meest westelijke straatdeel tot aan de spoorlijn in. Afwisselend aaneengesloten, half vrijstaande of vrijstaande heterogene bebouwing tot twee bouwlagen. Nog onbebouwd perceel aan de zuidzijde van de straat, aansluitend bij braakliggende grond tot aan de spoorlijn; aan de noordzijde, bossen als uitlopers van het provinciaal domein.

  • Rijksarchief Kortrijk, Aanwinsten VI, nr. 1933: Tienste carte figurative vanden thienden canton genaemt den Veldryck couter ende Gavers palende oost den volgenden canton, in Landboek van Harelbeke-buyten, J. De Lannoy naar plan van F. De Bal, 1768.
  • BAPTISTE I., MAHIEU J., Provinciaal domein "De Gavers", Brugge, 1987.
  • DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, 1923, Deel IV, kolom 491
  • DESMET J., Schets van het zandwinningsfenomeen in Vlaanderen, in Stentor, jg. 17, nr. 2, 1981, p. 18-20.
  • Gids voor de Gavers, Brugge, 1994.
  • Harelbeke Open Monumentendag 8 september 1996, Harelbeke, 1996.
  • LAMPAERT F., De Harelbeekse straatnamen in 1845, in Tijdingen van de Roede van Harelbeke, jg. 2, nr. 3, 1999, p. 4.
  • MAHIEU J., Domein De Gavers; Wandelgids: geologie, geschiedenis, flora, fauna, Brugge, 1995.
  • Straatnamen Harelbeke van a tot z, Harelbeke, 2002, p. 13-14.
  • Veranderingen in de natuur, De Gavers vroeger en nu, in Van nature een monument. Open Monumentendag Vlaanderen. 12 september 2004, Harelbeke, 2004.

Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Harelbeke, Deel I: Stad Harelbeke, Deel II: Deelgemeenten Bavikhove en Hulste, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL42, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Boerenarbeiderswoning

  • Omvat
    Koutermolen

  • Is deel van
    Harelbeke


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Eikenstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/14773 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.