Straat in het noorden van het centrum van Harelbeke. De straat loopt van de Gentsestraat naar de Noordstraat. De straat is genoemd naar de 'forestiers', de koninklijke opzichters van de bossen die tot het koninklijk bezit horen in de streek rond Harelbeke. Deze leenmannen, zoals Liederik (793-817) en Ingelram (817-?), zijn dus de 'voorlopers' van de graven van Vlaanderen. Deze straatnaam zou volgens Lampaert ten nadele van de Oude Deerlijksestraat zijn ingevoerd in het begin van de jaren 1900.
In de middeleeuwen is aan de huidige Forestiersstraat de Oostpoort gelegen. De straat was lange tijd een onderdeel van de verbindingsweg tussen Harelbeke en Waregem of Deerlijk: de weg loopt via het gehucht Klein Harelbeke, waar ze het tracé van de huidige Deerlijksesteenweg volgt en zich dan opsplitst in een weg naar Waregem (via de huidige Kleine Waregemsestraat) en een weg naar Deerlijk. Op de Atlas der Buurtwegen (1845) wordt de straat genoteerd als de "Deerlijckstraet" ("Chemin n° 5") met als beschrijving "Chemin de terre de l'endroit dit Oosten vers Deerlyck"; de weg vertrekt vanaf de Gentsestraat en loopt over de huidige Forestiersstraat en de Deerlijksesteenweg tot aan de grens met Deerlijk. In de tweede helft van de 19de eeuw wordt de noordzijde van de straat bebouwd, zie zo weergegeven op de kaart van het Militair Cartografisch Instituut (circa 1910). Pas in de jaren 1920 volgt de bebouwing van de zuidkant van de straat.
Straat met gebogen tracé en geasfalteerd wegdek. Uitsluitend bewoning. Bebouwing bestaande uit aaneengesloten, kleine woningen van hoofdzakelijk één bouwlaag, doch in sommige gevallen opklimmend tot drie bouwlagen. Uit de 19de eeuw dateren de eenlaagswoningen, eertijds vermoedelijk gebouwd over de volledige noordelijke straathelft zo onder meer met een deels dwars op het wegtracé gesitueerd steegje (huidige nummers 41-71), gebouwd in 1869. Vele 19de-eeuwse woningen zijn in de 20ste eeuw verbouwd onder meer voorzien van een tweede of derde bouwlaag; andere behouden het 19de-eeuwse volume maar zijn voorzien van een nieuwe gevel of nieuw schrijnwerk. Nummer 79, zwaar verankerd enkelhuis van thans drie traveeën gebouwd in 1870 voor schrijnwerker Edouard Vanwynsbergen; eenlaagshuis onder pannen zadeldak, in de loop van de 20ste eeuw voorzien van een nieuwe gevelcementering met imitatievoegen en grote vensteropeningen. Nummer 81, rijwoning van twee bouwlagen gebouwd in 1930 in opdracht van plakker Camiel De Brabandere en voorzien van een gecementeerde voorgevel met imitatiegroeven en deels vernieuwd schrijnwerk.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Harelbeke, 1869/6, 1870/20, 1930/59.
- Harelbeke grafelijke stad, Harelbeke, 2003, p. 233.
- LAMPAERT F., De Harelbeekse straatnamen in 1845, in Tijdingen van de Roede van Harelbeke, jg. 2, nr. 3, 1999, p. 4.
- Straatnamen Harelbeke van a tot z, Harelbeke, 2002, p. 16-17.
- WOSTIJN A., Harelbeke in de Spaanse tijd, 1585-1713, in De Roede van Harelbeke (De Leiegouw), nr. 14, Harelbeke, 1994, p. 16.