Straat in het centrum van Harelbeke, in de wijk Opwijk, lopende van de Graaf Boudewijn I-straat naar de Gentsestraat. De straat werd eertijds Oude Malvertuitstraat genoemd (zie mutatieschets van het kadaster van 1910), als tegenhanger van de toenmalige Malvertuitstraat. Volgens De Flou zijn "de Mavertuytten" een partij meersen die voor het eerst zijn vermeld in 1768. Thans verwijst de straatnaam naar het kapittel van Harelbeke, een college van kanunniken dat de kerk diende en bestond van de 11de eeuw tot de afschaffing tijdens het Franse bewind.
Kort straatje dat deels als voetweg is ontstaan in de eerste helft van de 19de eeuw. Op het primitief kadasterplan (circa 1835) weergegeven als een doodlopend steegje vertrekkende van de steenweg Kortrijk-Gent. De weg is op dat ogenblik slechts schaars bebouwd. Op de Atlas der Buurtwegen (1845) wordt de straat aangeduid als "Sentier n° 66" beschreven als "Sentier de communication intérieure de la ville". Vermoedelijk krijgt het straatje circa 1900 het huidige uitzicht; optrekken van kleine arbeiderswoningen zoals de nog bewaarde nummers 10-14, samenstel van drie huizen volgens het kadaster gebouwd door metser Pieter Duyck in 1909. Baksteenbouw onder half gemansardeerd zadeldak met Vlaamse pannen; bepleisterde en wit beschilderde gevels met getoogde openingen.
Kadasterarchief West-Vlaanderen te Brugge, 207: Mutatieschetsen, Harelbeke, 1910/4.
DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Brugge, 1930, Deel X, kolom 16.
Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Harelbeke, Deel I: Stad Harelbeke, Deel II: Deelgemeenten Bavikhove en Hulste, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL42, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)