Straat ten noordwesten van het centrum van Harelbeke, gelegen in de wijk Overleie. De straat loopt van de Overleiestraat naar de grens met Kuurne, waar de straat verder loopt onder de naam Steenovenstraat. De straatnaam verwijst mogelijk naar de situering van de straat ten opzichte van Harelbeke, met name de grens vormend van het binnen- en buitengebied. Volgens De Flou dateert de eerste vermelding dan ook van op de kaart uit het landboek van Harelbeke-buiten, opgemaakt in 1768 door landmeter Frans De Bal, waar beide gebieden duidelijk zijn afgebakend.
Het tracé van de latere Stedestraat is op de kaart van Jacob van Deventer (1560) gesuggereerd maar niet volledig weergegeven. Reeds in de Spaanse tijd (1585-1713) vormt de straat de grens tussen Harelbeke-binnen en Harelbeke-buiten. De eerste vermelding van de straatnaam dateert uit de 18de eeuw wanneer stadsrekeningen vermelden dat Clement Boulé en Joos Vandendriessche worden betaald voor herstellingswerken in het "Stedestraetjen". Op de kaart uit het landboek van Harelbeke-buiten, opgemaakt in 1768 door landmeter Frans De Bal, wordt de straat afgebeeld als een met bomen afgezoomde straat die op de hoek met de huidige Overleiestraat is ingenomen door een omwalde site en halverwege de straat bebouwd is door een hoeve met twee losse bestanddelen. Ook al wordt de laatstgenoemde hoeve op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778), niet weergegeven, toch verschijnt ze weer op de Atlas der Buurtwegen (1845). De Atlas vermeldt de straat als "Chemin n° 19" met als beschrijving "Chemin à Harlebeke par le cabaret Buda vers Cuerne". Vanaf de 19de eeuw maar voornamelijk in het begin van de 20ste eeuw locatie van enkele vlasserswoningen en -bedrijven zoals die van de familie Naessens (nummers 23-31, nummer 28, nummer 30, nummer 32, nummer 51).
Quasi loodrechte verbindingsstraat tussen het centrum van Harelbeke en Kuurne; landelijke weg met geasfalteerd wegdek en verspreide bebouwing. Aan het begin van de straat, gegroepeerde bakstenen woningen uit het laatste kwart van de 20ste eeuw. Nummers 23-31, vlaswerkerswoningen volgens het kadaster daterend van 1927; verankerde (thans al dan niet beschilderde) baksteenbouw onder een gemansardeerd, pannen zadeldak; deels bewaarde muizentand en deels vernieuwd schrijnwerk; nummer 23 met aangepast dakvenster. Voorts ook enkele woningen van vlashandelaren en meer bepaald van de familie Naessens, die vanaf het laatste kwart van de 19de eeuw verschillende vlasschuren en een roterij en zwingelarij (nummer 51) laat bouwen.
Bron: VANWALLEGHEM A. & CREYF S. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Harelbeke, Deel I: Stad Harelbeke, Deel II: Deelgemeenten Bavikhove en Hulste, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL42, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Vanwalleghem, Aagje; Creyf, Silvie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Vlasbedrijf Naessens
Omvat
Vlashandelaarswoning
Omvat
Vlasschuur
Is deel van
Harelbeke
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stedestraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/14841 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.