Centrumstraat die van het Marktplein naar de Kortrijksesteenweg leidt. Naamgeving verwijst naar de voormalige pastorie die zich zeker sinds de 15de eeuw bevond op de plaats van het huidige "Maria ten Ruste" (nummer 56). Het eerste gedeelte dichtst bij het centrum heette vroeger "de straete voorbij de Priestragie" en het verste gedeelte "het straetken naar Schreyem". Op de Poppkaart (circa 1850) wordt de naam "Pastorie straet" vermeld.
In het landboek van 1692 is de pastorij weergegeven als een dieper gelegen gebouw onder zadeldak. De overige bebouwing is een vijftal verspreide gebouwen aan de noordzijde van de straat loodrecht en haaks erop georiënteerd. Op de Ferrariskaart (1770-1778) is de straat opgetekend als een met bomen afgezoomde weg en verspreide bebouwing geconcentreerd langs het gedeelte tot aan het kruispunt met Processiestraat. In de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) bestaat de bebouwing in het eerste gedeelte uit kleine per twee, drie of vier aaneengesloten woningen langs de weg, verderop naar de Kortrijksesteenweg toe dieper gelegen vrijstaande panden. De pastorie is afgebeeld als een achterin gelegen volume met twee bijgebouwen toegankelijk via een voetweg vanuit de Kerkstraat. Tijdens de aftocht van de Duitse bezetter werd de bebouwing op de hoek met het Marktplein gedynamiteerd.
De straat behoudt tot op vandaag haar gebogen tracé en is geasfalteerd. Voornamelijk woonfunctie. De bebouwing bestaat in hoofdzaak uit aaneengesloten lage arbeiderswoningen en tweelagige burgerhuizen met lijstgevels uit de 19de en 20ste eeuw. De gebouwen zijn meestal verankerde bakstenen woonhuizen al dan niet voorzien van een cementering of nieuw parement. In het eerste gedeelte is de bebouwing aaneengesloten en vanaf de kruising met Warande naar het oosten toe meer gekoppeld per twee of drie of vrijstaand. Net na dit kruispunt vier woningen (nummers 48-50-52-54) aansluitend bij de recente achterliggende verkaveling van Warande. Tussen de nummers 19 en 27 een doodlopende weg verhard met betonklinkers leidend naar de school met op de hoeken twee blauwhardstenen schamppalen.
De typische, lage arbeiderswoningen die oorspronkelijk een éénheidsbebouwing vormden vertonen nu een heterogeen uiterlijk door vernieuwd houtwerk, aangepaste muuropeningen of vernieuwd parement. Nummer 23 is een lage arbeiderswoning volgens het kadaster oorspronkelijk een samenstel vormend met nummer 25 (nu grondig verbouwd) en opgetrokken in 1885 voor houtkoopman Jan Desmet uit Zwevezele. Dubbelhuisje van drie traveeën onder zadeldak (rode, mechanische pannen) met een travee links onder lessenaarsdak. Gecementeerde gevel met schijnvoegen en imitatiebreuksteen voor plint. Rechte muuropeningen met bewaarde ramen met T-indeling. De nummers 27-29 vormen een samenstel van twee lage arbeiderswoningen, volgens kadastergegevens gebouwd in 1902 voor rentenier Jules Coucke uit Zwevezele. Oorspronkelijk éénheidsbebouwing vormend met nummer 31 en nummer 33. Verankerde, rode baksteenbouw van telkens drie traveeën met poorttravee (enkel nummer 29) onder doorlopend, licht geknikt zadeldak (rode, mechanische pannen). Nummer 27 met wit geschilderd parement. Deels aangepaste muuropeningen, bewaarde deuropening onder getoogde strek, vernieuwd houtwerk. Rechter zijgevel met twee vensters onder rechte strek, bewaard raam met dubbele T-indeling. Nummer 31: éénlaagse woning volgens het kadaster gebouwd in 1902 voor rentenier Jules Coucke uit Zwevezele. Oorspronkelijk éénheidsbebouwing vormend met nummers 27-29 en nummer 33. Dubbelhuisopstand van vijf traveeën onder gemansardeerd zadeldak (blauwe, geglazuurde mechanische pannen) met drie aangepaste dakkapellen. Verankerde donkerrode baksteenbouw met driedubbele sierlijst onder goot. Getoogde muuropeningen onder strek, vernieuwd houtwerk. In rechter zijgevel ronde oculus. In dezelfde rij nummer 33 een breedhuis volgens het kadaster gebouwd in 1901 in opdracht van Hendrik Decloedt, kleermaker en Philomena Decloedt, winkelierster beiden uit Zwevezele. Oorspronkelijk éénheidsbebouwing vormend met nummers 27-29 en nummer 31. Vermoedelijk later verhoogd. Verankerde, rode baksteenbouw van vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak, brede witte cordonlijst. Begane grond met aangepaste muuropeningen. Getoogde vensters op verdieping, vernieuwd houtwerk. Nummer 35 is een lage arbeiderswoning volgens het kadaster gebouwd in 1899 in opdracht van de Zwevezeelse schrijnwerker Victor Lambrecht. Breedhuisje van drie traveeën met een poorttravee onder zadeldak (blauwe, geglazuurde, mechanische pannen). Verankerde, rode baksteenbouw met gecementeerde plint. Segmentbogige muuropeningen onder strek, vernieuwd houtwerk.
Bron: GILTÉ S. & BAERT S. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Wingene, Deelgemeente Zwevezele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL43, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Baert, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Arbeiderswoning
Omvat
Dorpswoning
Omvat
Dorpswoning van 1934
Omvat
Hoekpand
Omvat
Kleuterschool De Vlieger
Omvat
Villa van 1914
Is deel van
Zwevezele
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorijstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/15062 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.