Straat met gebroken, haaks tracé tussen de Torhoutstraat en de Vrijgeweidstraat. De dreef werd pas aangelegd in 1850. Voordien strekte zich hier het Vrijgeweid uit, het drassige gebied dat zich verspreidde over de gemeenten Zwevezele, Lichtervelde, Ruddervoorde en Torhout en vanouds "Vrijgeweed" wordt genoemd. Het "Vrijgeweed" is hier in 1424 ontstaan en maakte oorspronkelijk deel uit van de heerlijkheid "Wijnendale" en bestond voornamelijk uit heide, bos en vijvers en was gelegen buiten het eigenlijk landbouwareaal. Wegens de lage opbrengsten werden de gronden door Adolf van Kleef weggeschonken aan de Laten, zijn onderhorigen die er op woonden: mits een kleine vergoeding mochten de 460 hectare heidegrond worden gebruikt als vrije weide. Het geregeld afbranden, afsteken van zoden ruwe humus en het laten grazen van vee waren er de oorzaak van, dat een regeneratie van het oorspronkelijke bos onmogelijk was. De veldzone is als dusdanig een voorbeeld van een zogenaamde wastine, een oud-Nederlandse term (wastina, woestijne, woestenije) voor een door bosdegradatie ontstaan gebied, bijvoorbeeld heide, broek of moeras. In 1801 ruilen de heren van Wijnendaele het Vrijgeweid in voor kerkelijke goederen over de Rijn gelegen en wordt het Vrijgeweid een domein van de Republiek. Daarna wordt het verkocht aan rentenier baron de Croeser uit Brugge, die onmiddellijk een begin maakte met ontginningswerken, het droogleggen van de vijvers en de bouw van een kasteel langs de Vannekenstraat tussen de Nieuwe Vijver en de Werfvijver. De Laten die het gebied van oudsher gebruikten en hiervoor een grondrente betaalden protesteerden hiertegen en breken het kasteel opnieuw af. Door het gebruik van een stroman konden de Laten grote gedeelten van het Vrijgeweid terugkopen. Vanaf het midden van de 19de eeuw, toen de plattelandsbevolking bleef stijgen en het kleinbedrijf toonaangevend was in de landbouw, werd een aanvang gemaakt met het plaatselijk ontginnen van het Vrijgeweid. In 1847 stellen het gemeentebestuur van Zwevezele en Ruddervoorde met toelating van de Laten, het Vrijgeweid ter beschikking van de regering die ontginningswerken zal uitvoeren om de gronden daarna te verpachten of te verkopen. Een jaar later werd begonnen met de aanleg van een irrigatiesysteem en van een wegennet. In dit kader wordt in 1850 de Velddreef aangelegd.
Vandaag landelijke straat afgezoomd met eiken aan de onpare kant. Naast de akkers en weilanden is nog een restant van het oude veldgebied bewaard. Schaarse en verspreide bebouwing ten vroegste uit de tweede helft van de 19de eeuw. Aanwezigheid van twee hofsteden met vrijstaande lage bestanddelen, boerenwoning met nieuw parement en bewaarde bijgebouwen. Nummer 18 is het zogenaamde "Vierlindenhof" een hoeve met vernieuwde woning maar vier bewaarde erflindes.
Bron: GILTÉ S. & BAERT S. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Wingene, Deelgemeente Zwevezele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL43, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Baert, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Boerenwoning
Omvat
Boerenwoning
Omvat
Dorpswoning
Omvat
Gekoppelde dorpswoningen
Is deel van
Zwevezele
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Velddreef [online], https://id.erfgoed.net/themas/15077 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.