Lange straat die het kruispunt van de Sprietstraat en de Zeswegestraat verbindt met de gemeentegrens met Ruddervoorde (Oostkamp). Geasfalteerde straat met gebogen tracé en drie doodlopende aftakkingen. Ter hoogte van nummer 20A splitst de straat op in twee rechte gedeelten: het ene loopt verder in noordelijke richting naar de gemeentegrens met Ruddervoorde (Oostkamp) en het tweede loopt verder in noordwestelijke richting en eindigt aan de brug over de E403. De oorspronkelijke straat liep slechts tot aan het kruispunt met de Vijfwegestraat. De twee rechte aftakkingen dateren van eind 19de eeuw. De naam verwijst naar het drassige gebied dat zich verspreidt over de gemeenten Zwevezele, Lichtervelde, Ruddervoorde en Torhout en vanouds "Vrijgeweed" wordt genoemd. Het "Vrijgeweed" is hier in 1424 ontstaan. Het gebied maakte oorspronkelijk deel uit van de heerlijkheid "Wijnendale" en bestond voornamelijk uit heide, bos en vijvers en was gelegen buiten het eigenlijke landbouwareaal. Wegens de lage opbrengsten werden de gronden door Adolf van Kleef weggeschonken aan de Laten, zijn onderhorigen die er op woonden: mits een kleine vergoeding mochten de 460 hectare heidegrond worden gebruikt als vrije weide. Het geregeld afbranden, afsteken van zoden ruwe humus en het laten grazen van vee waren er de oorzaak van, dat een regeneratie van het oorspronkelijke bos onmogelijk was. De veldzone is als dusdanig een voorbeeld van een zogenaamde wastine, een oud-Nederlandse term (wastina, woestijne, woestenije) voor een door bosdegradatie ontstaan gebied, bijvoorbeeld heide, broek of moeras. Op het kruispunt van de Vrijgeweidstraat en de Torhoutstraat bevond zich zeker vanaf midden 16de eeuw de herberg "de Hoockerie" of "Okerije". Omstreeks 1577 wordt deze omschreven als "behuusde hofstede, ghenaempt de hokerye, met een weunhuus, koeystal ende een cleen brauwerijken". Op het kruispunt van de huidige Pincestraat en de Vrijgeweidstraat bevond zich in de 16de eeuw herberg "de hoockerie" omschreven als "een behuusde hofstede, ghenaempt de hokerye, met een weunhuus koeystal ende een cleen brauwerijken". Eind 16de eeuw wordt het tracé van de heirweg vanaf deze herberg wat verlegd naar het westen toe. Vermoedelijk om ze te laten samenvallen met de straat van Lichtervelde naar Brugge, de huidige Vannekenstraat en Sprietstraat. Het oude tracé is nu nog bewaard in de "oude Rousselaerschen heerwech", een smalle aardeweg. Op de Ferrariskaart (1770-1778) loopt de straat slechts tot aan het kruispunt met de Vijfwegenstraat en gaat dan over in het "Zwevezele veldt" een lokale benaming voor het Vrijgeweid. De schaarse bebouwing bestaat uit een aantal kleine woningen haaks op de straat georiënteerd met bijgebouwen. Quasi identiek weergave in de Atlas der Buurtwegen (circa 1843) met weergave van een kapel aan de westzijde op het kruispunt met de Torhoutstraat en aanduiding van de beginnende ontginningsdreven. In 1801 ruilen de heren van Wijnendaele het Vrijgeweid in voor kerkelijke goederen over de Rijn gelegen en wordt het Vrijgeweid een domein van de Republiek. Daarna wordt het verkocht aan rentenier baron de Croeser uit Brugge, die onmiddellijk een begin maakte met ontginningswerken, het droogleggen van de vijvers en de bouw van een kasteel langs de Vannekenstraat tussen de Nieuwe Vijver en de Werfvijver. De Laten die het gebied van oudsher gebruikten en hiervoor een grondrente betaalden protesteerden hiertegen en breken het kasteel opnieuw af. Door het gebruik van een stroman konden de Laten grote gedeelten van het Vrijgeweid terugkopen. Vanaf het midden van de 19de eeuw, toen de plattelandsbevolking bleef stijgen en het kleinbedrijf toonaangevend was in de landbouw, werd een aanvang gemaakt met het plaatselijk ontginnen van het Vrijgeweid. In 1847 stellen het gemeentebestuur van Zwevezele en Ruddervoorde met toelating van de Laten, het Vrijgeweid ter beschikking van de regering die ontginningswerken zal uitvoeren om de gronden daarna te verpachten of te verkopen. Een jaar later werd begonnen met de aanleg van een irrigatiesysteem en van een wegennet. Hierbij werden twee Romeinse muntschatten gevonden. Pas in 1879 werd de Vrijgeweidstraat verlengd van het kruispunt met de Vijfwegenstaat naar de gemeentegrens met Ruddervoorde (Oostkamp). In de jaren 1950 bouwt de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendommen in Brussel een aantal modelhoeves, mogelijk naar het ontwerp van 1953 van architect René Dedeyne uit Torhout (nummers 42 en 53).
Op vandaag vertoont de straat nog steeds een landelijk karakter met verspreide bebouwing namelijk hoeves met vernieuwde woningen en behouden bijgebouwen van circa 1900; boerenarbeiderswoningen met oudere 19de-eeuwse kern en vernieuwd gevelparement en een concentratie aan het kruispunt met de Vijfwegenstraat.
Bron: GILTÉ S. & BAERT S. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Wingene, Deelgemeente Zwevezele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL43, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Baert, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Hoeve
Omvat
Twee hoeven
Is deel van
Zwevezele
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Vrijgeweidstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/15080 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.