Reeds in het begin van de 14de eeuw gekend als Vleeminckstrate, later naar de gelijknamige devotiekapel Onze-Lieve-Vrouw-ter-Koortsstraat genoemd en tijdens de Franse overheersing kortstondig aangeduid als rue Brutus. De Vlamingenstraat - smal, met getrapte rooilijn en gekromd tracé naar het Kardinaal Mercierplein - verbindt de Tiense- met de Parkstraat en geeft toegang tot de Frederik Lintsstraat en de Monnikenstraat ter hoogte van het aangrenzende Sint-Donatiuspark, dat tussen 1869 en 1875 aangelegd werd op de plaats van de voormalige stadsomwalling. Eeuwenlang immers vormde de Vlamingenstraat de overgang tussen het stedelijk gebied binnen de wallen en de landelijke omgeving erbuiten, het Vleminckxveld genoemd. Initieel voornamelijk bebouwd aan beide uiteinden, werd het beeld van de Vlamingenstraat lange tijd beheerst door bescheiden, éénlaagse woningen waarin ooit nog Spaanse soldaten inkwartierden, naast grotere gebouwen als het Sint-Niklaasgasthuis (1333) dat in 1666 overgenomen werd door de geschoeide karmelietessen (heden scheutisten, zie nr. 1-3), en de devotiekapel van Onze-Lieve-Vrouw-ter-Koorts (1641-1705) met het klooster (nu KaDoc) aan de kruising met de Frederik Lintsstraat. Slechts vanaf het begin van de 19de eeuw werden er op de nieuwe rooilijn systematisch reeksen van arbeidershuisjes (nr. 104-110) en burgerwoningen gebouwd, de laatste veelal met lijstgevels in neoclassicistische of eclectische stijl, onder meer gekenmerkt door een decoratie van sierbanden en ontlastingsbogen in witte baksteen (nr. 9) en smeedijzeren balkons op voluutconsoles (nr. 98-102). De 20ste-eeuwse bebouwing wordt vooral gekenmerkt door schaalvergroting: het elektromechanisch instituut (Vincent Lenertz 1900, nr. 83), het studentenrestaurant Sedes (J. Maloens & J.F. Mabardi, 1969, nrs. 85-87) op de plaats van de voormalige Leliegang, het geriatrisch instituut naar ontwerp van Formanova (1982, nrs. 5-7), en studentenhomes (J. Gilles, 1991, nr. 128-140).
Naast de muurkapelletjes, in het kader van de bedevaart naar de Onze-Lieve-Vrouw-ter-Koortskapel aangebracht op de gevelwand tussen nr. 34-36 (zie nr. 36) en nr. 90, valt tevens de fraaie houten winkelpui (nr. 30) op, in neoclassicistische stijl boven een zandstenen plint en gevormd door houten pilasters met verdiepte spiegels en diamantkoppen onder een hoofdgestel op voluutconsoles.
MEULEMANS A., Atlas van Oud-Leuven, Leuven, 1981.
PEETERS M., Gids voor Oud-Leuven, Antwerpen, 1983.
UYTTERHOEVEN R., Leuven Weleer. Langs de oude universiteit naar het Begijnhof: Grote- en Oude Markt en de Naamsestraat, deel 3, Leuven, 1987.
VAN EVEN E., Louvain dans le passé et dans le présent, Leuven, 1895.
Bron: MONDELAERS L. & VERLOOVE C. met medewerking van VAN ROY D., VAN DAMME M. en MEULEMANS K. 2009: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Leuven binnenstad, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Verloove, Claartje; Mondelaers, Lydie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)