Straat ten oosten van het centrum van Waregem, vertrekkend van de Bessemstraat en na een knik in noordoostelijke richting lopend naar de Bergstraat; een zijtracé in het noorden van de straat loopt even parallel met de Bergstraat. De oorspronkelijke straatnaam, Zwijndriesstraat, is in 1973 op vraag van enkele inwoners verkort tot Driesstraat, verwijzend naar het stuk gemeenschapsgrond, de 'dries' waarop kleinvee uit de buurt kon grazen. De Flou vermeldt dat de Zwijndriesstraat voor het eerst voorkomt in 1846.

Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778) weergegeven met verspreid gelegen bebouwing, voornamelijk vóór de straatknik; het tweede straatdeel is grotendeels bebost. De straat is geregistreerd op de Atlas der Buurtwegen (1844) als "Chemin ° 19" of "Chemin du Cabinet dit Caboterie au Chemin dit Bergstraet" of "Zwijnsdries straet"; in de knik van de straat bevindt zich "Ferme Van de Wiele". Op de kaart van het Dépôt de la Guerre van 1874 wordt laatsttgenoemde hoeve ook aangeduid. Geen wijzigingen op volgende historische kaarten. Grote bebouwingsperiode pas vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw.

Thans vrij rechte straat met geasfalteerd wegdek. Uitsluitend bewoning en agrarische activiteiten. Verspreid gelegen bebouwing quasi alleen uit de tweede helft van de 20ste eeuw, deels aansluitend bij de verkaveling van de ten zuiden gelegen Ganzendries. De oudste bebouwing klimt in zeer beperkte mate op tot de 19de eeuw (een voormalig hoevevolume, bewaard achter de recente villa nummer 32). Nummer 13, vrijstaand, dwars op de straat gericht woonhuis van het enkelhuistype, gebouwd in 1934 door vlaswerker Alois Van Oosteghem; verankerde, beschilderde baksteenbouw met bepleisterde en wit beschilderde puntgevel met soort van schouderstukken aan de zijkant; bewaarde schuiframen op de begane grond. Nummer 25, bakstenen breedhuis onder zadeldak met mechanische pannen, gebouwd in 1936 in opdracht van fabriekwerker Gerard Goussaert; voorgevel uitgewerkt met openingen met afgeschuinde bovenhoeken, en beperkte baksteenverbanden en baksteenmetselwerk.