Korte rechte straat die vanaf de Roterijstraat ten westen voorbij de Groenestraat overloopt in de Kleine Boterweg ten oosten. Maakt voor het midden van de 19de eeuw (zie Ferrariskaart, 1770-1778; Atlas der Buurtwegen, 1846) samen met de Tombrugstraat, Snellestraat en Steenovenstraat deel uit van de "Thieltweg" of "Boterweg", omschreven als "Chemin de la ferme Vermander au chemin dit: Iseghemstraet au cabaret dit: Ryssel-Ende". Dit oude tracé is een oudere oost-west verbinding dan de Pittemsestraat. De weg wordt in de ommeloper van Ardooie uit 1688 vermeld als "den Ouden Thielt Wech", in een renteboek van Mosscherambacht (1773) als "den ouden thieltwegh ofte beuterstratjen", wat erop wijst dat het tracé ooit de belangrijkste verbinding naar Tielt was, maar reeds in de 17de eeuw aan belang heeft ingeboet. Delen van het tracé zijn thans verdwenen, tussen de Snellestraat en de Boterweg loopt nu nog een landwegel. Het verlengde van de Boterstraat naar het oosten toe is grotendeels verdwenen, onder meer door de vestiging van het diepvriesconcern d'Arta (Pittemsestraat). De aansluiting van het tracé op de steenweg Brugge-Kortrijk is nog behouden als Steenovenstraat, die fungeert als verbindingsstraat binnen het industriegebied.
De Boterstraat wordt op een gemeentelijk kaartje in de publicatie "Dit is West-Vlaanderen" (1960) al aangeduid als grind- of tarmacweg.
Zoals vele (Diksmuidse) Boterstraten genoemd naar de eertijds vermaarde botermarkt van Diksmuide, waar de straat als onderdeel van het langere tracé heen loopt (zie ook Koolskamp, Diksmuidse Boterweg).
Woon- en agrarische functie. Verspreide landelijke bebouwing, waarvan onder meer nummer 2 minstens opklimt tot de 18de eeuw, weergegeven als L-vormige constellatie van twee gebouwen op de Ferrariskaart (1770-1778), thans bestaande uit volledig gerenoveerde witgekalkte bakstenen bestanddelen onder meer met vernieuwde muuropeningen. Nummer 4, interbellumhoeve met losse bestanddelen onder pannen/ golfplaten zadeldaken.
- DE FLOU K., Woordenboek der toponymie van westelijk Vlaanderen, Vlaamsch Artesië, het land van den Hoek, de graafschappen Guines en Boulogne, en een gedeelte van het graafschap Ponthieu, Deel XII, Brugge, 1931, kolommen 81-82.
- DENDOOVEN L., Dit is West-Vlaanderen. Steden, gemeenten, bevolking, 1960, p. 74.