Korte zuidelijke zijstraat van de Knijffelingstraat, die doodloopt op de spoorweg ongeveer in het midden aansluiting geeft op de oostelijker Lampernissestraat. Het noordelijke straatdeel wordt op de Atlas der Buurtwegen (1846) vermeld als een stuk van het tracé van "chemin no.43", een traject dat vanaf de Pittemsestraat noordwaarts naar Koolskamp loopt, over de "Bergstraet" (huidige Melkerijstraat-Hogeschuurstraat) en de "Lampernisstraet" (huidige Lampernissestraat-Elslanderstraat), omschreven als "Chemin de la maison Vinckier à la ferme Vervacke par la ferme Vandenghinste". Het zuidelijke straatdeel dat doodloopt op de spoorweg maakt het begin uit van het "Watervallestraetje" of "Sentier d' Ardoye à la ferme Vervack par les Maisons dites: Lange Armoede".

De straat wordt op een gemeentelijk kaartje in de publicatie "Dit is West-Vlaanderen" (1960) aangeduid als grind- of tarmacweg.

Woonfunctie. Woningen uit de tweede helft van de 20ste eeuw, voornamelijk vrijstaande en halfopen bebouwing. Op de Ferrariskaart (1770-1778) wordt aan weerszijden van de weg reeds bebouwing weergegeven. Nummers 1-3 al weergegeven op de Atlas der Buurtwegen (1846) als driewoonst, thans verbouwde eenlaags. Nummer 15 op de hoek met de Knijffelingstraat, roodbakstenen eenlaagsvolume onder zadeldak in mechanische pannen, met gecementeerde voorgevel met voegimitatie, vergrote rechthoekige muuropeningen met nieuw schrijnwerk op zwartgeglazuurde betegelde onderdorpels.