Straat ten westen van het centrum van Beveren-Leie. De straat vertrekt van de Koning Albertstraat en loopt in noordwestelijke richting naar de Kleine Heerweg. De straatnaam herinnert aan de Guldensporenslag die plaatsvond op het Groeningheslagveld te Kortrijk op 11 juli 1302 tussen milities van het graafschap Vlaanderen en het leger van de koning van Frankrijk; sinds 1973 uitgeroepen tot Vlaamse feestdag.

Aan de westzijde van de straat bevond zich eertijds het moerasgebied de Vennen, dat zich uitstrekte tot de huidige Sint-Jansstraat. Het moerassige gebied tussen de huidige Koning Albertstraat en de Kleine Heerweg is daarbij gekend onder de naam "Geestendaelken"; deze benaming verwijst mogelijk naar de lichtverschijnsels die moerasgassen met zich meebrengen. Vermoedelijk in de loop van de 14de eeuw worden de Vennen centraal gedempt en bouwrijp gemaakt. De straat daalt oorspronkelijk af van de hoge Tombergkouters naar de Roe en de Vennen en krijgt de benaming het "Geestendaelstraatjen", naar de noordelijke uitloper van de Vennen. De hofstede "Casteelkes Hof" op de hoek met de huidige Koning Albertstraat wordt voor het eerst vermeld in 1572. Op de figuratieve kaart van de parochies Desselgem en Beveren, opgemaakt in 1675 door Gudwalus van der Mariën, aangeduid als "geestendael straetgen"; in 1675 is de straat nog niet bebouwd. De eind 17de-eeuwse of begin 18de-eeuwse hofstede "Ten Geestendaelken", gelegen ter hoogte van de huidige Geestendalstraat, wordt voor het eerst vermeld in 1717 en is gelegen op grond van de Kortrijkse Jezuïeten. Op de figuratieve kaart van de Sint-Pietersheerlijkheid, opgemaakt door Joseph de Coster in 1764, wordt de straat aangeduid als "het Geestendael straetjen"; weergave van een viertal hoeves aan de westzijde van de straat. Naar aanleiding van het opheffen van de orde van de Jezuïeten door keizer Jozef II in 1773 en de openbare verkoop van de goederen in 1777, wordt de hoeve "Ten Geestendaelken" verkocht aan Kortrijkzaan Joannes de Lannoy, pensionaris van de Kasselrij. Daarna zou de hoeve verkocht worden aan de Armendis van Kortrijk, in de 19de eeuw de Commissie voor Openbare Onderstand. Op de Atlas der Buurtwegen (1844) wordt de straat weergegeven als "Panderstraet" met als aanduiding "Chemin n° 8" en omschrijving "Chemin de Beveren à Deerlyck". Pas vanaf de jaren 1930 wordt de oostzijde van de straat voor het eerst bebouwd. In 1960 krijgt een gedeelte van de toenmalige Paanderstraat de nieuwe naam Elfde-Julilaan. In 1968 wordt het "Casteelkes Hof" op de hoek met de Albertstraat gesloopt. De hoeve wordt afgebroken in 1998 door de Groep Huyzentruyt en op de vrijgekomen gronden wordt de Geestendalstraat aangelegd.

Korte straat met wegdek van betonplaten. De oudste bebouwing betreft één 18de-/19de-eeuwse woning (nummer 35) en enkele rijwoningen uit het tweede kwart van de 20ste eeuw. Nummer 12, halfvrijstaand diephuis volgens het kadaster gebouwd in 1935 door plafonneur C. Vandenborre (registratie in 1937) en uitgebreid in 1947 met de aanpalende garage en een achteraan gelegen bijgebouw. Baksteenbouw onder pannen zadeldak, voorzien van gecementeerde straatgevels op een decoratief versierde plint; rechthoekige openingen in gecementeerde omlijstingen (vernieuwd houtwerk). Voorts recentere, vrijstaande villabebouwing.