Dicht bebouwde centrumstraat en noordelijke uitvalsweg die de dorpskern van Ardooie verbindt met Koolskamp, aldaar verder lopend in de Ardooisestraat. De straat maakt deel uit van de belangrijkste noord-zuid-as die de gemeente doorkruist, ten noorden richting Zwevezele en ten zuiden richting Izegem. Op de Ferrariskaart (1770-1778) wordt het noordelijke straatdeel weergegeven met bochtig tracé en aansluitend op de huidige Melkerijstraat. De weg wordt op de Atlas der Buurtwegen (1846) weergegeven als "Coolscampstraet" en omschreven als "Chemin d' Ardoye à Coolscamp". Het kadaster registreert in 1865 het verbreden en rechttrekken van de steenweg. Wordt op een gemeentelijk kaartje in de publicatie "Dit is West-Vlaanderen" (1960) aangeduid als steenweg van groot verkeer.
De straat is vanouds de verbinding met het noordelijker gelegen Koolskamp. Door de rechttrekking in 1865, de aanleg van de spoorlijn met station rond 1880 en de tramlijn in 1889 krijgt de straat een nieuwe impuls wat betreft handel, nijverheid en huizenbouw. In 1893 wordt een nieuw stukje tramlijn aangelegd, dat ter hoogte van de huidige Elf Julistraat een westelijke bocht maakt om uit te komen op de huidige Biekorfstraat op het voormalige stationsplein. Het tramspoor maakte deel uit van de lijn Hooglede-Roeselare-Ardooie-Koolskamp-Zwevezele. Vanaf café De Veekoopman kon de tram naar Izegem genomen worden. Tijdens het interbellum wordt de pantoffelfabriek Em. De Busschere opgericht, circa 1960 uitgegroeid tot bedrijf met wereldfaam in de sector van de luxepantoffel.
In 1944 vindt in de Stationsstraat een ontploffing plaats, waarbij enkele huizen worden vernield en burgerslachtoffers vallen, door de afgeworpen bommenlast van een neerstortende Britse bommenwerper.
Voornamelijk woon-, handels- en verbindingsfunctie. Zuidelijk straatdeel tot en met het station dicht bebouwd, noordelijk straatdeel aansluitend bij landelijk gebied. Rond het midden van de 19de eeuw is de straat slechts dicht bebouwd vanaf het Marktplein tot de Oude Lichterveldestraat, voor het overige bevindt zich verspreide hoevebebouwing langsheen de weg. In de tweede helft van de 19de eeuw krijgt de bebouwing een nieuwe impuls, mede door de opkomst van de nieuwe vervoersmiddelen en wegenaanleg.
Resterende 19de-eeuwse bebouwing terug te vinden in nummers 18-22, thans kledingszaak Den Yzer, met integratie van twee oudere volumes waarvan het rechterpand nog met getoogde muuropeningen en sluitstenen met festoen. Ingewerkte kruiswegstatie, zie nummer 22. Nummer 164, opgetrokken rond 1877, gewijzigd tijdens interbellum en in de tweede helft van de 20ste eeuw, grote woning onder schilddak met twee haakse puntgevels, vijf traveeën en twee bouwlagen, getoogde muuropeningen met nieuw schrijnwerk. Nummer 199, 19de-eeuws volume met vernieuwd parement, nieuwe muuropeningen en schrijnwerk. Zijgevel nog in cementering met imitatievoeg en rondbogig zoldervenster.
Aanvankelijk wordt voornamelijk éénlaagse dorpsbebouwing opgericht, met woon- en vaak ook herbergfunctie. Nummers 125-129: restant van eenlaagse huizenrij onder zadeldak, nummer 125 met gewijzigde muuropeningen en witgekalkte gevel, nummers 127-129 verbouwd met vernieuwd parement. Nummer 163, éénlaags gecementeerd. Vele daarvan worden vervangen door nieuwbouw tijdens het interbellum.
Bebouwing van rond de eeuwwisseling nog terug te vinden in nummer 96, dorpswoning gebouwd rond 1902 samen met de naastliggende woning, in opdracht van Hendrik Vandekerckhove-Van Acker, landbouwer uit Zwevezele. Roodbruine baksteenbouw van anderhalve bouwlaag en vier traveeën onder zadeldak in mechanische pannen. Vermoedelijk ophoging met een verdieping van het oorspronkelijk eenlaags volume. Verbouwde begane grond. Nummers 39-41, samenstel van twee woningen, met later ingebrachte winkelpui. Oorspronkelijk volume in rode baksteenbouw onder zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen. Middentravee oplopend in dakvenster met trapgeveltje. Arduinen plint en kordonlijst, ijzeren sierankers. Getoogde muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk, resterend baksteenkader (naambord) bij nummer 41. Het huis is opgetrokken in 1905 op leeg perceel voor timmerman Hendrik Bontte-Roelens en winkelierster Eugenia Roelens. Geconcipieerd als winkel met achtergelegen atelier, met centrale symmetrische pui en rechterpoorttravee, maar reeds rond het midden van de 20ste eeuw verbouwd op de begane grond. Nummer 77, enkelhuis van twee traveeën en twee bouwlagen in bruine baksteenbouw onder zadeldak, tandlijst en korfbogige muuropeningen. Nummer 100, eenlaags enkelhuis van twee traveeën onder mansardedak in mechanische pannen, witgeschilderde gevel en gewijzigde muuropeningen, overhoeks baksteenfries.
Huidig straatbeeld wordt voornamelijk bepaald door doorsnee interbellum- en naoorlogse woningbouw. Nummer 31, voormalige bank (zie oude postkaart), vermoedelijk opgetrokken in de jaren 1920 in traditionele wederopbouwarchitectuur. Haakse geveltop in geelbruine baksteen, rechthoekige muuropeningen onder korfbogige ontlastingboogjes. Bewaarde houten kroonlijst, geveltop met vlechtingen, oculi en kapelnis in zwarte baksteentjes. Thans met verbouwde begane grond.
Nummer 60, opgericht in 1928 door de Samenwerkende Maatschappij Ons Huis, opgedeeld in woning en speelzaal. Volume van twee bouwlagen en vijf traveeën onder zadeldak in mechanische pannen. Getoogde muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk, verbouwde begane grond. Witgeschilderde gepleisterde lijstgevel met voegimitatie. Opschrift onder de kroonlijst: "DOOR ONS VOLK - VOOR ONS VOLK". Gekende als café "Het Volkshuis" of "De Gilde", oorspronkelijk met achtergelegen bolletra, verdwenen voor de Tweede Wereldoorlog.
Nummers 134-142: eenheidsbebouwing met vernieuwde voortuintjes. Rij van vijf enkelhuizen in rode baksteenbouw onder zadeldak in mechanische pannen. Nummers 134-140 opgetrokken rond 1928 voor de Maatschappij Baertsoen-Buysse (zie Fabriekstraat). Nummer 134 vernieuwd. Getoogde muuropeningen, vernieuwd schrijnwerk. Nummers 138-140 met details in witte baksteen. Nummer 142 enkele jaren later toegevoegd, met korfbogige vensteropening op de begane grond, overige rechthoekige muuropeningen, oculus boven de voordeur. Gevel verlevendigd door gebruik van gele baksteen in de banden en strekken.
Op de hoek met de Elf Julistraat een elektriciteitscabine uit 1925, met gepleisterde gevels en jaartalsteen. Nummer 52, enkelhuis in rode baksteenbouw van twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak in mechanische pannen. Bewaarde houten kroonlijst. Rechthoekige muuropeningen, gevelbrede banden in cimorné-afwerking. Nummer 59, met art-deco-invloed: twee bouwlagen in rode baksteenbouw onder platte bedaking, driezijdige erker met flankerend afgerond balkon, geelbetegeld zijmuurtje in de verdiepte inkom. Nummers 103-105: roodbakstenen lijstgevel onder zadeldak, rechthoekige muuropeningen en deuren onder luifel, bovenlichten met geometrisch glas in lood. Nummer 139, woonhuis in rode baksteenbouw met geelbakstenen banden, onder zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen, driezijdige erker, nieuw schrijnwerk. Nummer 161, dubbelhuis in rode baksteenbouw onder zadeldak in mechanische pannen, rechthoekige muuropeningen met nieuw schrijnwerk, onder meer met mijtervormige kapelnis met beeld Sint-Antonius met kind. Nummer 167, tweelaagse woning onder zadeldak in mechanische pannen, betonlateien, nieuw schrijnwerk, dubbel overhoeks baksteenfries.
Naoorlogse architectuur terug te vinden in nummer 14, oorspronkelijke woning gebouwd als cichorei-ast in 1875, omgebouwd tot huis in 1878, hersteld in 1945 na oorlogsschade tot huidig uitzicht: gecementeerde gevel, rechthoekige muuropeningen, bewaarde houten kroonlijst. Nummer 107: gecementeerde lijstgevel met grote muuropeningen met vlakke omlijsting, omstreeks midden 20ste eeuw. Naastgelegen lager witgekalkt bijgebouw onder zadeldak.
Aangevuld met bebouwing tweede helft 20ste eeuw, als nieuwbouw of verbouwingen van oudere volumes. Onder meer vanaf nummer 141 gekoppelde woningen. Nummers 169-173, recente eenheidsbebouwing in spiegelbeeldschema. Invulling met nieuwere architectuur, onder meer nummer 3 of met nieuwe appartementsgebouwen.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Ardooie, 1865/7, 1875/7, 1877/5, 1903/13, 1905/28, 1928/30, 1928/35, 1946/20/2.
- DECLERCK G., Boldershistoriek van Ardooie, in Jaarboek van de heemkundige kring Ardooie-Koolskamp, jg. 1, 2005, p. 45-48.
- DENDOOVEN L., Dit is West-Vlaanderen. Steden, gemeenten, bevolking, 1960, p. 74.
- De oude café's van Ardooie en Koolskamp, in Jaarboek van de Heemkundige Kring Ardooie-Koolskamp, 2007, nr. 3, p. 3-7.