Rechte straat die de Mezenstraat (noord) verbindt met de Knollingstraat (zuid) en grotendeels de grens vormt met Roeselare. De weg wordt nog niet weergegeven op de Ferrariskaart (1770-1778). De straat wordt op de Atlas der Buurtwegen (1846) weergegeven maar niet omschreven. Wordt op een gemeentelijk kaartje in de publicatie "Dit is West-Vlaanderen" (1960) nog aangeduid als doodlopende aardeweg, nog geen verbinding makend met de Spanjestraat.
Landelijke straat met woon- en agrarische functie. Nog geen bebouwing weergegeven op de Ferrariskaart (1770-1778). In de 19de eeuw komen enkele verspreide kleine woningen voor. Thans nog enkele woningen uit het einde van de 19de of begin van de 20ste eeuw. Nummer 17, roodbakstenen eenlaagsbouw onder pannen zadeldak, muizentand en geelbakstenen band, gewijzigde muuropeningen onder witgeschilderde betonlateien, aanbouw onder platte bedaking. Nummer 25, eenlaagswoning in donkerrode baksteenbouw onder zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen, voorgevel met nieuw parement en gewijzigde muuropeningen, noordelijke zijgevel met gekoppelde rondbogige zoldervensters en vlechtingen, keldervenstertje onder opkamer. Bijgebouw uit het interbellum, met laadluik en katrol.
Noordelijk straatdeel deel uitmakend van de sociale woonwijk, met eenheidsbebouwing van twee bouwlagen in rode baksteen onder stompe zadeldaken, gekoppeld en met garages onder lagere nok.
- DENDOOVEN L., Dit is West-Vlaanderen. Steden, gemeenten, bevolking, 1960, p. 74.