Korte doodlopende straat die noordwaarts loopt vanaf een klein pleintje met enkele parkeerplaatsen op de noordoosthoek van het kruispunt Zwevezeelsestraat-Egemsestraat. Op de Atlas der Buurtwegen (1846) wordt de weg een eerste maal duidelijk afgebeeld, de weg wordt samen met de huidige Padderijwegel en een verdwenen tussenstuk de "Padderijwegel" genoemd en omschreven als "sentier du cabaret den Uyl au chemin dit Veldstraat". Genoemd naar de heerlijkheid van Padderie, gelegen op het grondgebied van Pittem, Egem en Koolskamp nabij de Lepelkotmolen. Het centrum van de heerlijkheid ligt in de hoeve, herberg en brouwerij "d' Hooge Padderie" (Kapellestraat nummer 60). Gekende cafés, "Den Uil" (nummer 4), "Sint-Crispijn" (ter hoogte van nummer 1).

Voornamelijk woonfunctie. Oudste bebouwing langs het pleintje wordt getoond op de Atlas der Buurtwegen (1846). Overige bebouwing uit het derde kwart van de 20ste eeuw, onder meer nummers 6-8 en 10-12 tweelaagse tweewoonsten.