Licht bochtige weg in het noorden van Zedelgem. Onderdeel van de Steenstraat, een Romeinse buurtweg of diverticulum, een zijweg van de grote Romeinse baan tussen Boulogne-sur-mer en Keulen. De Steenstraat verbindt Kassel (Noord-Frankrijk) via Steenvoorde, Poperinge, Woumen, Werken, Aartrijke met Brugge. Sommige delen van de straat dragen nog altijd de oude naam, onder meer Steenstraat, zie Aartrijke. Het wegdeel tussen Aartrijke en Brugge (grondgebied Zedelgem) wordt Diksmuidse Heirweg genoemd. In Brugge sluit de weg aan op de Zandstraat (zie Sint-Andries, Brugge), de Romeinse kustweg die Oudenburg over Brugge met Aardenburg (Zeeuws-Vlaanderen) verbindt.
De weg kruist ter hoogte van Aartrijke de Zeeweg (zie Aartrijke, Zeeweg Zuid en Zeeweg Noord), een andere Romeinse weg die Bavai via Doornijk, Kortrijk, Torhout over Aartrijke rechtstreeks met Oudenburg verbindt. Fragmenten van de oorspronkelijke stenen bedding werden tijdens meerdere opgravingen teruggevonden. De (eerder rechte) weg wordt aangelegd, rekening houdend met bodemgesteldheid en reliëf. Uit muntschatten met munten daterend uit de tweede helft van de 3de eeuw kan worden afgeleid dat de weg tijdens de Germaanse invallen als vluchtroute wordt gebruikt en dus zeker al vóór de invallen bestaat.
De straat behoort tot het historisch stratenpatroon van de gemeente. Van zuidwest naar noordoost vormt de straat op grondgebied Zedelgem de verbinding tussen de gemeentegrenzen met Aartrijke (hier volgen Steenstraat, Engelstraat en Brugse Heirweg wellicht het oude tracé) en Sint-Andries (Brugge), waar de weg onder dezelfde naam wordt verder gezet. Er ontstaat het gehucht de "jeghenote Noortweghe", tegenhanger van de bewonerskern Zuidwege, ten zuiden van Zedelgem. Door de aanleg van de Torhoutsesteenweg (1751- 1754) wordt Zuidwege (zie Torhoutsesteenweg) een belangrijk kruispunt met enkele hoofdwegen waardoor Noordwege aan belang moet inboeten.
In de ommeloper van 1674 is er sprake van de "Nederen Dixmuijschen Herrewech" en "Ooghen Dixmuijschen Herrewech". Beide stracés zijn eventueel te zien op de Grote Kaart van het Brugse Vrije van Pieter Pourbus (1571), gekopieerd door Pieter Claeissens (1601). Het nieuwere, noordelijke tracé, vermoedelijk een winterweg, volgt ten oosten van de Snellegemsestraat ongeveer de huidige grens met Snellegem en doorsnijdt ten westen van de Snellegemsestraat het Maantjeveld, het hoogste gelegen punt in de omgeving. Mogelijk is de bewoningskern op het Maantjeveld het gevolg van de hoge ligging, in combinatie met de aanwezigheid van deze winterweg. Beide wegen komen, volgens de beschrijving van de ommeloper, samen aan een herberg, vermoedelijk "De Witte Doorn". Volgens de Flou is in 1769 sprake van "eene aloude herberg den Doorn", een herberg die er zeker al wordt uitgebaat in het midden van de 17de eeuw.
Het belang van de weg zal in de Oostenrijkse tijd afnemen door de aanleg van andere, rechte verbindingswegen zoals de weg Brugge-Torhout-Menen (zie Torhoutsesteenweg) in 1754, de huidige N32, en de weg Torhout-Wijnendale-Oostende (1765), de huidige N33.
Op de Ferrariskaart (1770-1778) slingert de weg zich, afgezoomd met bomen, door landelijk gebied met enkele schaarse hoeves. Ten noordwesten van de weg ligt het onontgonnen en lager gelegen *"Vloethemveld", waarvan het noordelijk deel zich op grondgebied Snellegem (zie Jabbeke) bevindt. Op een kadastrale kaart (1808-1810) uit de Napoleontische periode wordt de straat aangeduid als "Chemin appelé dijxmuijdschen aerdeweg". De Flou situeert de oudste vermelding als "den Dixmudschen heerweg" in 1836.
Deze situatie is nagenoeg dezelfde op de Atlas der Buurtwegen (1844), hier afgebeeld als Chemin n° 3, "Dixmuidschen heirweg. Chemin d'Aertrycke à Bruges".
Tijdens de Eerste Wereldoorlog krijgt het gedeelte tussen de Snellegemsestraat en grondgebied Brugge de naam "Brügger Waldweg". Tussen de Kezelbergstraat en de Diksmuidse Heirweg bevindt zich tijdens de oorlog een oefenterrein voor Duitse troepen.
Halverwege de 19de eeuw zijn er zie de Vandermaelenkaart (circa 1850) drie (nu verdwenen) herbergen gevestigd: van zuid naar noord "Cabaret la Couronne bleue", op de hoek met de Kronestraat, "Cabaret Den Doorn" en "Cabaret Noordweg".
De oudst gekende vermelding van de "De Blauwe Kroon" dateert van 1518. Het toponiem Kroonhoek bestaat nog steeds.
De dreef ten zuidwesten van de hoeve "Noortweghe" (zie nummer 1) staat op de Atlas der Buurtwegen als onderdeel van de Kronestraat (Chemin nummer 5 de Zedelghem à Zerkeghem, zie Jabbeke) aangeduid. Deze dreef loopt verder als bosweg door het ̈*"Vloethemveld" en vindt op grondgebied Snellegem (zie Jabbeke) aansluiting met de Vloethemveldstraat. Tussen 1910 en 1951 kruist de buurtspoorweg Brugge-Leke de straat tussen nummer 54 en nummer 56. Sedert 1925 aanwezigheid van de "Kazerne Stevens" (zie nummer 6). Het stukje rechte asfaltweg ten noorden van de historische hoeve "Noortweghe" (zie nummer 1) is een restant van de spoorlijn die het munitiedepot op het *"Vloethemveld" (aangelegd na de Eerste Wereldoorlog) met het station van Zedelgem verbindt. Het kruispunt met de Snellegemsestraat is heraangelegd in 1996-1998.
De straat heeft voor een groot deel het landelijke karakter behouden en is gedeeltelijk afgezoomd met bomen. Het meest noordelijke wegdeel loopt langs een bos- en landbouwgebied aansluitend op het domein "Tudor" (zie Sint-Andries, Brugge). De achterin gelegen hoeve nummer 7 met woonhuis dwars op de straat georiënteerd staat al op het primitief kadasterplan (circa 1830). De boerenarbeiderswoning, nummer 2 (circa 1900) heeft nog een bewaarde lange schuur met stallingen.
Voorts lintbebouwing in de richting van en rond het kruispunt met de Snellegemsestraat. De lage woningen nummers 34-40 in verankerde baksteen onder zadeldaken (mechanische en Vlaamse pannen) vormen een aaneengesloten geheel. Nummers 36-40 zijn gerealiseerd in 1902, nummer 34 is er vóór 1923 tegenaan gebouwd. Nummer 40 heeft het meest oorspronkelijke uitzicht als dubbelhuis met beluikte vensters en vernieuwd schrijnwerk naar oud model. Verder bestaat de bebouwing meestal uit recentere, vrijstaande woningen. Een loodrechte (ontginnings)dreef, lopend van zuidoost (aansluitend met de Kezelbergstraat) naar noordwest markeert het einde van het bebouwing en maakt onmiddellijk de overgang naar de bosrijke omgeving.
In de Landschapsatlas (versie 1.0, AROHM 2001) is te zien dat de ankerplaats *"Vloethemveld" ten noorden aan de straat grenst. De hoeve "Noortweghe" is als puntrelict opgenomen in deze ankerplaats. Tegen de grens met Sint-Andries (Brugge) loopt de straat gedeeltelijk door de relictzone "Kasteelparken en bosgebieden Sint-Andries – Varsenare".
Bron: VAN VLAENDEREN P. & VRANCKX M. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Zedelgem met deelgemeenten Aartrijke, Loppem en Veldegem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL47, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia; Vranckx, Martien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Boerenarbeiderswoning
Omvat
Kazerne Kapitein Stevens
Omvat
Landhuis met bijgebouwen
Is deel van
Zedelgem
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Diksmuidse Heirweg [online], https://id.erfgoed.net/themas/15791 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Gemeente Zedelgem
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.