Landelijke weg in het zuiden van de gemeente, die vanaf het gehucht "De Krieke" aan de Meulebekestraat in westelijke richting tot de Muizelaarstraat loopt, nabij het kruispunt met de Brugsesteenweg. Het toponiem "Krieke" verwijst naar een herberg op grondgebied Meulebeke. De straat verschilt van de historische Kriekestraat, in 1623 omschreven als "het straetken dat vande kryeke nar peerboome ghaet" en in 1713 als "de krieckstraete loopende van meulebekeplaetse naer putthem", volgens literatuur afgeschaft in 1880. De huidige Kriekestraat wordt in de Atlas der Buurtwegen (1846) vermeld als "Grootveldstraet" en omschreven als "Chemin de celui Meulebeekstraet au lieu dit Ardoyeveld".

Landelijke weg, met woon- en agrarische functie. Op de hoek met de Meulebekestraat een kapel en voormalig schoolgebouw, langs de Kriekestraat omgebouwd tot enkele kleine woningen (nummers 1, 1A). Overige landelijke bebouwing. Onder meer hoeve nummer 7, met drie volumes afgebeeld in het landboek van Pittem (1761). De Atlas der Buurtwegen (1846) toont vier volumes op deze plaats. Erf in losse verharding, met ten noorden een eenlaags woonhuis, met nieuw bepleisterde gevels waarin nieuwe rechthoekige muuropeningen, voorzien van nieuw schrijnwerk. Bewaard zadeldak in Vlaamse pannen boven behouden houten geprofileerde kroonlijsten. Landgebouwen in paarsrode baksteen met gepekte plint, onder pannen zadeldak. Ten oosten van het erf een schuurtje met gewijzigde poortopening. Ten westen een schuurstalvolume, nog niet afgebeeld in de Atlas der Buurtwegen (1846); asemgaten; gewijzigde en later ingebrachte muuropeningen, onder meer in gedichte korfboogpoortopening. Bouwnaad in gevel en dak, met ten zuiden daarvan een schuifpoort en getoogd venstertje. Open aanbouw op pilasters aan westzijde. Erftoegang via ijzeren hek tussen bakstenen pijlers, met aansluitend bakstenen muurtje ten noordoosten.

Woning met nummer 14, eenlaagswoning van drie traveeën onder een zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen. Verankerde bakstenen gevel met een samengestelde tandfries onder een vernieuwde gootlijst. Grijsbeschilderde gecementeerde plint. Rechthoekige muuropeningen onder een betonlatei, voorzien van bewaard houtwerk op klossen. Mijterboogvormige gevelkapel in de zuidelijke zijgevel. Ten noorden een aangebouwde loods onder een zadeldak.

Bij nummer 11, een haaks witgekalkt schuurtje boven een gepekte plint. Zadeldak in mechanische pannen. Licht getoogde muuropeningen met bewaard houtwerk.