Verbindingsweg tussen de Tieltstraat en de Posterijlaan, samen met deze twee straten deel uitmakend van het tracé van de steenweg Posterij-Tielt, aangelegd in 1764-1765 (zie Tieltstraat). De naamgeving van na 1880 verwijst naar het station dat vroeger aan het einde van de Stationsstraat gelegen was en afgebroken werd in het midden van de jaren 1980. Het station lag aan de spoorlijn Gent-Adinkerke-De Panne, aangelegd vanaf 1874 en in 1880 in gebruik genomen. De oudste vermelding van de "Statiestraat" dateert volgens literatuur uit 1890. In de eerste helft van de 19de eeuw maakte de straat deel uit van de "Steenweg leidende van het dorp naar de Posterij" (1840). In de Atlas der Buurtwegen (1845) samen met de Tieltstraat en de Posterijlaan aangeduid als "Route de Pitthem à Thielt".
In 1897 wordt een voetpad aangelegd in de Stationsstraat, in 1929 wordt de steenweg Tielt-Pittem vernieuwd, in 1933 wordt de Stationsstraat gerioleerd en in 1934 de aansluitende Joos de ter Beerstlaan aangelegd die een lichte stimulerende impuls vormde voor bouwactiviteit in het noordwestelijk deel van de straat. In 1982 wordt de straat van doorgaand verkeer ontlast door aanleg van de Ringlaan R. De Paepe.
In de jaren 1840 wordt aan noordzijde van de straat een school met klooster opgericht, die in de loop van de 19de en 20ste eeuw meermaals wordt vergroot en uitgebreid (zie nummer 1). De huidige gezichtsbepalende gebouwen klooster- en schoolgebouwen op de hoek van de Stations- en de Koolskampstraat gaan voornamelijk terug tot het begin en het midden van de 20ste eeuw. In de tweede helft van de jaren 1870 wordt de spoorlijn tussen Deinze en De Panne aangelegd. Bij de in 1880 in gebruik genomen spoorlijn wordt een station opgetrokken op het einde van de Stationsstraat, gelegen schuin tegenover nummers 21-23. Het typische stationsgebouwtje van drie traveeën en twee bouwlagen met lagere aanbouwen aan weerszijden, wordt in het midden van de jaren 1980 gesloopt. In 1889 wordt in de Stationsstraat een eerste stoommaalderij op Pittems grondgebied opgericht op initiatief van Remi Allegaert.
Centrumstraat met hoofdzakelijk aaneengesloten bebouwing met woonfunctie, opklimmend tot het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. Aan zuidzijde van de weg enkele eenlaagswoningen waarvan de meeste echter sterk verbouwd, zoals de huizenrij met nummers 12-18. Nummer 20, dieper gelegen woning op site reeds afgebeeld in de Atlas der Buurtwegen (1846). Eenvoudige eenlaagswoning van drie traveeën onder een zadeldak in Vlaamse pannen, waarin gewijzigde rechthoekige muuropeningen; lagere aanbouw.
Veel van de oorspronkelijke bebouwing aan zuidzijde van de straat werd in de loop van de 20ste eeuw sterk gewijzigd of vervangen door nieuwbouw, zoals nummers 2 en 6, in de jaren 1940 gebouwd op de plaats van oudere bebouwing.
De bebouwing aan noordzijde van de straat wordt onderbroken door de brede aansluiting op de Joos de ter Beerstlaan, thans aangelegd als rond punt. Ten oosten van de Joos de ter Beerstlaan vrij gaaf bewaarde straatwand uit de eerste jaren de 20ste eeuw, met uitzondering van een nieuw kloostergebouw uit 1982 op de plaats van de voormalige "leerwerkschool". Nummers 7 en 9, rijwoningen van drie/vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken, respectievelijk in Vlaamse en zwartgeglazuurde mechanische pannen. Nummer 7 opgetrokken in 1910 voor schoenmaker Arthur Meersschaert-Claus. Geelbruine baksteenparement verlevendigd door witbakstenen banden en hoekstenen van de ontlastingsbogen boven de segmentboogvormige muuropeningen (vernieuwd schrijnwerk). Nummer 9 gebouwd in 1908 in opdracht van rentenier Victor Ameye-Delaey. Straatgevel in lichtrode baksteen, verlevendigd door het gebruik van natuursteen voor banden en hoek- en sluitstenen en bovenaan afgeboord door een band van witte bakstenen; korfbogige (gelijkvloers) en segmentbogige (verdieping) muuropeningen (vernieuwd schrijnwerk). Op de verdieping een drielicht op doorgetrokken onderdorpel gesteund door twee consoles. Plint uit blauwe hardsteen voorzien van gebeeldhouwd lijstwerk onder een kordonlijst. Vernieuwde uitkragende gootlijst.
Het straatdeel ten westen van de Joos de ter Beerststraat bleef langer onbebouwd, met uitzondering van nummers 21-23, opgetrokken in de laatste jaren de 19de eeuw en gelegen aan het voormalige Stationsplein. Nummer 13, gezichtsbepalend hoekpand uit 1934 (zie verder) en nummers 15 en 17, respectievelijk gebouwd in de jaren 1930-1940 en de jaren 1950. Roodbakstenen enkelhuizen van twee bouwlagen waarin rechthoekige muuropeningen, bij nummer 15 onder betonlatei en met afboordende muizentandfries. Gebogen erker bij nummer 17. Bewaarde voormalige tuinmuur van nummer 21 tussen de Stationsstraat en de Joos de ter Beerstlaan
Bron: DEVOOGHT K. & SANTY P. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Pittem met deelgemeente Egem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL49, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Santy, Pieter; Devooght, Kristien
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Burgerhuis
Omvat
Café Sportvriend
Omvat
Dokterswoning
Omvat
Dorpswoning
Omvat
Dorpswoning
Omvat
Gekoppelde dorpswoningen
Omvat
Herenhuis van 1895
Omvat
Hoekwoning
Is deel van
Pittem
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Stationsstraat [online], https://id.erfgoed.net/themas/16094 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.