Oostelijke zijstraat van de Heidenskerkhofstraat, met L-vormig tracé. Recent maakt de straat, voorheen doodlopend, verbinding met de Italiënstraat. Zo genoemd omwille van de tien huizen die op deze plaats gebouwd werden na aanleg van de straat, in het tweede kwart van de 20ste eeuw. Op de Atlas der Buurtwegen (1846) maakt het begin van de straat, dat het verlengde vormt van de Koffiestraat, samen met deze laatstgenoemde deel uit van het "Cafféstraetjen", omschreven als "Sentier de l' Eglise de Pitthem à la ferme de Jacques Danneels". Op de hoek met de Heidenskerkhofstraat bevond zich een rij van vier kortwoonsten.
Voornamelijk woonfunctie, ten noorden van de straat resterende eenlaagsbouw uit het tweede kwart van de 20ste eeuw. De eerste woningen in de straat worden gebouwd rond 1929 op gronden van de Commissie voor Openbare Onderstand, onder meer nummers 14-16-18. Nummer 14 in rode baksteenbouw onder pannen mansardedak, getoogde muuropeningen met vernieuwd schrijnwerk; nummer 16 vernieuwd rond het midden van de 20ste eeuw, nummer 18 gepleisterd met rechthoekige muuropeningen. Nummer 26, in donkerrode baksteenbouw onder pannen zadeldak, betonlateien met cimorné, overhoeks tandfries. Nummer 28 in rode baksteenbouw met gele accenten, getoogde muuropeningen. Nummer 30, vrijstaand eenlaagsvolume van drie traveeën onder pannen zadeldak, getoogde muuropeningen, muizentand in gele baksteen. Nummers 20-22, samenstel in donkerrode baksteenbouw uit het midden van de 20ste eeuw, onder haakse zadeldaken. Betonlateien in cimorné-afwerking. Mijtervormige kapelnis.
- Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Pittem, 1930/12.
- HOLLEVOET F. e.a., Als straten gaan… praten. De roede van Tielt, Tielt, 2005, p. 156.