Smalle verbindingsweg, nog deels bestaand als voetweg, tussen de Paardestraat en de Baertstraat. In het verleden liep de weg verder door tot aan de "Doornboom" (zie Klijtmolenstraat) en Tielt, verloor zijn belang door aanleg van de Turkeijensteenweg. In de 16de en 17de eeuw "Tieltweg" of "Tieltse Voetweg" geheten, in het landboek van Egem (1725) aangeduid als "lyckwegh". De Atlas der Buurtwegen (1845) vermeldt "Tieltschevoetweg" of "Sentier d'Eeghem à Thielt". In de 20ste eeuw hoorde de straat bij de Paardestraat, maar werd in 2007 onder zijn historische naam "Tieltse Voetweg" of "Tieltsevoetweg" afgescheiden.
Het oostelijk deel van de straat vanaf de Baertstraat bestaat uit een voetweg in grind, de westzijde werd verbreed en verhard. In het begin van de straat bleef een resterende kasseistrook van voormalige erfoprit naar de hoeve met nummers 5-7 bewaard, zogenaamde "Plaatsmolenhof" reeds afgebeeld in landboek van Egem (1725), grotendeels vernieuwd (woonhuis, schuur, erfpijlers), schuur uit de jaren 1930-1940. Nummer 10, éénlaagswoning uit de eerste decennia van de 20ste eeuw, van drie traveeën onder pannen zadeldak. Verankerde rode baksteenbouw met gewijzigde voorgevel. Vernieuwd schrijnwerk. Bewaarde rechte muuropeningen onder ijzeren latei met rozetten aan achterzijde. Nummers 12-14, schuin tegenover de weg gelegen samenstel van twee woningen met dakverdieping onder mansardedak uit het midden van de 20ste eeuw. Bijhorende schuur in betonsteen onder stomp zadeldak in golfplaten.
- ARICKX V., Geschiedenis van Egem. Deel I: een dorp voor de Franse Revolutie, Kortrijk, 1982, p. 45.