Landelijke, vrij bochtige weg die vanaf het kruispunt van de Kasteeldreef, Kolonel Naessensstraat en Egemsebinnenweg in noordelijke richting loopt, en ter hoogte van de Egemveldweg via een bocht van circa 90° in westelijke richting verder loopt tot aan de Brugsesteenweg. Genoemd naar het klein militair vliegveld in 1939 aangelegd in Egemveld.
Het noord-zuid gericht straatdeel maakte voorheen deel uit van de "Rijnstraat" (1532, 1912), de verbindingsweg tussen het Pittemse dorpscentrum en Zwevezele waar ook de Egemsebinnenweg ten zuiden van de Vliegveldweg en de Grote Rinkweg ten noorden onder vielen. De naam "Rijnstraat" verwees naar het "Goed ten Rijne" (zie Egemsebinnenweg nr. 40) waar de straat langs passeerde. In de Atlas der Buurtwegen (1845) "Grote Rinckweg" genoemd en omschreven als "Chemin de Pitthem à Swevezeele". Het gedeelte in Egemveld werd vroeger ook "Waalstraat" (1532-1762) of "Waelstraete" genoemd, zie renteboeken van Pittem en Claerhout van 1762. Het straatdeel met west-oost gericht tracé maakte vroeger deel uit van de Veldstraat of "Groot Veltstraat" (zie Atlas der Buurtwegen, 1845), die vanaf de Brugsesteenweg tot aan de Wingensesteenweg liep (nu grotendeels Egemveldweg). In 1912 werd de Veldstraat volledig verhard.
In het ancien regime strekte de heerlijkheid Klein Klaarhout, het belangrijkste achterleen van Egem, zich uit langs beide zijden van de Vliegveldweg.
Langs de Vliegveldweg komt een zeer soortenrijke haag-houtkant voor, het relict van het 25 jaar geleden gekapte "Meibos", dat zelf al het laatste relict was van het grotere "Luysenbergh Bosch", zie Ferrariskaart (1770-1778).
Verspreide bebouwing met agrarische en woonfunctie. Oudere sites, onder meer nr. 5, reeds afgebeeld op de Atlas der Buurtwegen (1845) en gelegen langs doodlopende zijweg. Vernieuwd éénlaags woonhuis en ouder langs de straat gelegen bijgebouw onder zadeldak, met rechte muuropening onder betonlatei. Nr. 11, hoeve met nieuw woonhuis en vernieuwde stallen. Basisbebouwing aangevuld met nieuwe woningen, voornamelijk uit de laatste decennia van de 20ste eeuw. Nr. 10, éénlaagse interbellumwoning van drie traveeën onder zadeldak in zwartgeglazuurde mechanische pannen. Roodbakstenen gevel boven een gecementeerde plint met ruitmotief. Rechthoekige muuropeningen: omlijste brede rechthoekige vensters en licht verdiepte deur met vooruitspringende geometrisch uitgewerkte dagkanten, onder luifel en apart bovenlicht. Gevelkapel in zijgevel. Kapel in bocht ter hoogte van nr. 6.
- Rijksarchief Brugge, Gemeente Egem, Oud Archief, nr. 1: "Landt Bouck der prochie van Eeghem", door J. en C. Verhaeghe, 1725, zerk 4-6.
- Rijksarchief Brugge, Gemeente Pittem, nr. 30 bis: "Heerliche renteboeck van Pitthem", door D. Seghers, 1762.
- Rijksarchief Brugge, Gemeente Pittem, nr. 285: "Heerlycke rentebouck van Claerhout", door D. Seghers, 1762.
- ARICKX V., Geschiedenis van Egem. Deel I: een dorp voor de Franse Revolutie, Kortrijk, 1982, p. 41-42, 133.
- ARICKX V., Geschiedenis van Egem. Deel II: Egem sedert de Franse Revolutie, Kortrijk, 1982, p. 78, 104, 379.
- ZWAENEPOEL A., Inventaris van de traditionele hagen als leidraad voor natuur- en landschapsbehoud en –herstel in West-Vlaanderen. Wvi, in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, Brugge, 2006, p. 31.