Straat vanuit het centrum in noordoostelijke richting naar het station, zie straatnaam. Het spoor speelde in Linkebeek een heel belangrijke rol in de ontwikkeling van de gemeente eind 19de – begin 20ste eeuw. Omstreeks 1890 werd het station van Linkebeek in gebruik genomen, de lijn Brussel-Nijvel-Charleroi werd aangelegd in 1873, maar tot in 1879 stopten geen treinen in Linkebeek. Het haltegebouw was erg bescheiden uitgevoerd. In het boek "Stationsarchitectuur in België" van De Bot wordt dit beschreven. "Het bestond uit een hoog middendeel met twee vensters aan de spoorzijde en één deur aan de straatzijde. Aan de ene zijde had het gebouw een korte vleugel en aan de andere zijde een langere vleugel onder een gesnuit zadeldak. Het middengebouw was voorzien van een schilddak met de nok haaks op de sporen". Het gebouw was uit baksteen opgetrokken en werd onder meer door de schilder Delvaux op doek vastgelegd.
De Stationstraat is sterk stijgend. Het eerste deel van de straat is gemarkeerd door eenvoudige lintbebouwing van twee tot drie bouwlagen, daterend uit de eerste helft van de 20ste eeuw. De oudste gebouwen liggen aan de noordelijke kant. Helemaal aan het begin van de straat treffen we langs de zuidzijde kleine arbeiderswoningen aan (nrs. 4-20), aan de overkant zijn dat iets ruimere dorpswoningen (nrs. 1-17). Naar het einde van de straat toe (dicht bij het station) is er nog lintbebouwing uit het einde van de 19de eeuw. De nummers 85-87-89 zijn arbeidershuizen met al dan niet gecementeerde lijstgevels.
DE BOT H. 2002: Stationsarchitectuur in België, deel I, Turnhout, 100.
Bron: DAVELOOSE B. met medewerking van KENNES H. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Linkebeek, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB12, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Daveloose, Barbara Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)