De Kerselaarlaan vertrekt vanaf de Stationsstraat en loopt in noordoostelijke richting, deels als holle weg, langs de zuidoostelijke grens van het Klein Park naar de Tiensesteenweg.

In oorsprong was de straat een deel van de 'Ouden Weg van Leuven naer Thienen' (zie Poppkaart van circa 1860) die na de aanleg van de Tiensesteenweg tussen 1710 en 1715, in onbruik raakte. Nabij de dorpskern toonde de weg in de 19de eeuw een smal verloop met een scherpe bocht; naar aanleiding van de aanleg van de nieuwe begraafplaats langs deze straat werd halverwege de jaren 1950 een nieuwe verbinding gemaakt met de Stationsstraat waarbij het begin van de straat werd rechtgetrokken; de nieuwe aanleg werd goedgekeurd op 27/07/1955 (zie Atlas der Buurtwegen). De grotendeels omhaagde begraafplaats werd kadastraal geregistreerd in 1952. Aan de straat is er een eenvoudig, gedeeltelijk witgeschilderd poortgebouw, eveneens kadastraal geregistreerd in 1952, dat aansluit op de omheiningsmuur aan de straat; in de as van de toegang geeft een geplaveide platanendreef uit op een sober houten kruis; in het zuidelijke deel van de begraafplaats bleven nog een twee gietijzeren kruisen bewaard.

Ten noordoosten van de begraafplaats ligt een noordwestelijke uitloper van het Bruulbos dat zich verder uitstrekt in zuidoostelijke richting (zie gemeente-inleiding). Dit gedeelte van Bruulbos was tot aan de Franse Revolutie eigendom van het Leuvense klooster Sint-Maartensdal. De kloosterlingen hadden hier een reeks visvijvers (wouwers) die hen van vis moesten voorzien.

De aanwezige, vandaag nog relatief schaarse bebouwing is vrijstaand en overwegend van recente oorsprong.