In 1958 realiseerde sociale huisvestingsmaatschappij (huurcoöperatieve) Huisvestingsmaatschappij van Vlaanderen een complex van 70 appartementen aan de Stoppelstraat te Gent, op de plek van het in 1956 gesloopte barokke refugiehuis van de priorij van Waarschoot. Dit gebeurde op initiatief van de textielfabriek Union Cottonière, die hiermee in de huisvesting van haar bedienden wou voorzien. De naam (Residentie Robert Brasseur) verwijst trouwens naar een directeur van de textielfabriek. Ontwerper was de Gentse architect Fritz Coppieters, die ook verantwoordelijk was voor de andere hoogbouw van deze maatschappij te Gent, aan de Watersportbaan.

Het programma bestond uit een Y-vormige hoogbouw van dertien bouwlagen met 52 appartementen en een middelhoogbouw van vier bouwlagen met 18 appartementen, in een groen kader met behoud van de mooiste hoogstammen. De hoogbouw werd opgetrokken met een stalen skeletbouw, maar het exterieur werd bepaald door het contrast tussen de roodbruine bakstenen gevel en de witte balkons. In 2013-2014 werd de middelhoogbouw gesloopt en de hoogbouw beeldbepalend verbouwd.

Dit complex werd binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium niet geselecteerd als bouwkundig erfgoed omwille van de zware aantasting van de erfgoedwaarde (gedeeltelijke sloop en ingrijpende verbouwing).