Tussen 1976 en 1982 realiseerde de sociale huisvestingsmaatschappij De Gentse Haard aan de Leiekaai 34-315 een complex van 282 appartementen en een gemeenschapslokaal. Hiervoor werden 42 bestaande huizen gesloopt. Het voorontwerp was van Victor Coolens, het definitieve ontwerp van de Gentse architect Francis Serck. Ingenieur M. Decuyper was verantwoordelijk voor de stabiliteit en ingenieur G. Haems voor de technieken. In 2005 werd een dak- en gevelrenovatie uitgevoerd.

Het geheel bestaat uit vier evenwijdige hoogbouw volumes met een halfondergrondse kelderverdieping, negen bouwlagen en een dakvolume, schuin ingeplant langs de groene Leieboord, en met elkaar verbonden door verschillende dwarse middelhoogbouw volumes van vijf bouwlagen. Dit gevarieerde complex vormt een mooie overgang tussen de hoogbouw aan de Groene Vallei en de 19de-eeuwse woonwijk aan de Drongensesteenweg. Architecturaal viel het complex op door het gebruik van schuine daken en de brutalistische combinatie van beton en rode baksteen in de gevels. Bij de renovatie in 2005 werd op vraag van het stadsbestuur de rode kleur behouden maar het brutalistisch karakter van het materiaalgebruik ging verloren.

Dit complex werd binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium niet geselecteerd als bouwkundig erfgoed omwille van de zware aantasting van de erfgoedwaarde (ingrijpende verbouwing).