Ten zuiden van de stadskern van Hasselt werd eind jaren zeventig een sociale woonwijk gebouwd door de Hasseltse Bouwmaatschappij voor Volkswoningen. De wijk is ingeplant op een driehoekig stuk grond, begrensd door de N80, de Overmerelaan en de spoorlijn. De afstand tot het centrum wordt echter niet opgevangen door de aanwezigheid van gemeenschapsvoorzieningen. De driehonderdtal woningen die in de monofunctionele woonwijk gebouwd zouden worden, werden in 1975 ontworpen door het Hasseltse architectencollectief Emiel Baert en Georges Nolens. Na goedkeuring van de bouwaanvraag begin 1976, werd een wijziging goedgekeurd omstreeks het midden van dat jaar. De bouw vatte aan een jaar later, maar in 1978 werd een verlenging van de goedgekeurde bouwaanvraag ingediend.
Volgens de bouwplannen kon de wijk in vier loten opgesplitst worden, die in twee fases werden gebouwd. Deze fases vallen qua uitzicht duidelijk te onderscheiden, meer bepaald 105 wit bepleisterde eengezinswoningen ten zuiden van de wijk en daarnaast 154 eengezinswoningen en 36 appartementen ten noorden van de Albrecht Meulemansstraat, uitgevoerd in zichtbaar baksteenmetselwerk. Alle woningen zijn in clusters geschikt rond korte, vaak doodlopende assen, en een centrale open groenzone. Per cluster eengezinswoningen is een diversiteit aan types aanwezig, die zich onderscheiden van elkaar door de schakelwijze van één tot drie wooneenheden, de aanwezigheid van een aangebouwde of geïncorporeerde garage en het aantal slaapkamers. Architecturaal zijn de woningen heel sober en relatief doorsnee van vormgeving. De meeste woningen hebben twee bouwlagen, met uitzondering van type J.3 dat opgevat is als een bungalow met drie slaapkamers en een garage. Type H.2 is een ander voorbeeld van een eengezinswoning. Daarnaast zijn er vier soorten tweegezinswoningen, namelijk twee types zonder garage en met drie slaapkamers (type C.2.4 en G.2.2) en twee met een garage en vier (type B.6.7) of vijf (type I.8.8) slaapkamers. De overige drie types zijn driegezinswoningen met drie (type D.2.4.4 en F.5.5.5) of vier (type E.2.2.5) slaapkamers. Bij de clusters zijn rijtjes gegroepeerde garages voorzien voor de woningtypes zonder aangebouwde garage. Aan de Overmerelaan bevinden zich drie volumes met appartementen (type A.1), namelijk telkens twee gekoppelde, symmetrische meergezinswoningen met telkens twee appartementen met twee slaapkamers per bouwlaag.
Een uitbreiding van de wijk met appartementsgebouwen aan de westzijde van de Expressweg werd niet uitgevoerd zoals oorspronkelijk gepland. Plannen uit 1982 tonen immers drie complexen aan weerszijden van de Brigandsstraat, bestaande uit 8 loten en samen zo’n 277 appartementen. De ontwerpers waren eveneens architecten Baert en Nolens. Uiteindelijk werd slechts één complex gebouwd omstreeks 1988-1989, in twee fasen van 30 en 39 appartementen.
Deze wijk werd binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium niet geselecteerd als bouwkundig erfgoed omwille van onvoldoende erfgoedwaarde op Vlaams niveau.
Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Hasselt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Woonerf Ter Hilst [online], https://id.erfgoed.net/themas/16971 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.